Di(e)ver(s)

Divers genoegen in Dievers Diever.

Een heerlijk lang weekend is bijna ten einde gekomen. Morgen aanvaarden we de terugreis vanuit Diever. Donderdag waren we al aangekomen bij ons Airbnb appartementje. Een huisje achterin een tuin, naast het kippenhok met verse eitjes. Niet dat we die hebben geproefd, andere gasten die met de kippen van stok gingen waren ons voor. Vrijdag had mevrouw Zweef een afspraak met haar moeder bij de oogarts; voor haar moeder dus, andersom redt zij dat wel. Een natte dag, alsof het zo gepland was. Zaterdagmorgen eerst een voor mij doen lange wandeling gemaakt, waarbij het mevrouw Zweef opviel dat ik met ferme tred doorstapte. Niet meer dat elfendertigste slenteren en evengoed buiten adem zijn. Kennelijk raakt de Enzalutamide uit mijn systeem en ligt het testosteron weer op voor mij normale hoogte. Rest van de dag heerlijk in de tuin in het zonnetje zitten niksen. Geen dingen die mij toeriepen om te doen. Het onkruid in het gras is niet mijn onkruid, daar hoef ik niks mee. Evenmin met de niet gekortwiekte grasranden of het onkruid dat tussen de stenen van het straatje omhoog piept. Niets, helemaal niets. Heerlijk.

Thuis is er altijd iets wat mij roept. Klusje hier, klusje daar, tientallen dingen kan ik bedenken. Niet dat ik er een hekel aan heb, maar de ultieme rust dat er niets roept is zo fijn!

Voor zondag had ik een stevige fietstocht uitgezet van Diever naar Veenhuizen. Schoonmoeder is daar jaren gids geweest in het gevangenismuseum en we waren er al zo vaak langs gereden. Een prachtige tocht door bossen en door het Fochtelose veengebied met weidse uitzichten. Ook nog een vogelschutting tegengekomen waar je vogels zou moeten kunnen spotten. Helaas geen vogels kunnen ontdekken. Wel hondjes. Of nee, toch! Één heel brutale vogel kwam zomaar in het kijkgat zitten. Een rare vogel, stond niet op de kaart van de vogels die je kon spotten, volgens mij was het een Zweef. Gefietst langs weidse meertjes en ruig open landschap. Op de terugweg nog een dik uur bij een vennetje gezeten te turen of we hertjes konden zien. We hebben het moeten doen met een fouragerende ooievaar. Geen geluid te horen, afgezien van een enkele vogel. Geen verkeer, geen boer op een trekker, geen joelende kinderen. Slechts één fietser in dat uur. Volmaakte stilte, afgezien van de ruis die ik altijd al hoor. Als ik die nou toch eens af kon zetten....

 

13 reacties