‘Het’ is hier.

‘Het’ is niet meer.

‘Het’ is even weg.

Ofwel wij waren weg. Ik was weg. Ver weg van ‘het’.

Thuis.

‘Het’ is er nog.

Ik ben zo klaar met ‘het’.

‘Het’ niet met mij.

‘Het’ is hier.

‘Het’ is stiekem mijn thuis geworden.

1 reactie