15 weken
Vijftien weken is het gaande. Althans, dat ik wat voel gebeuren in de rechterborst. Vijftien weken, waarin ik vrijwel elke dag iets voel. Vijftien weken, waarin ik merendeels mijn schouders op haal en de dingen maar gewoon laat "geworden". Vijftien weken waarin ik geen impuls voelde om naar een dokter te gaan ofzo, maar waarin ik veel te druk ben met mijn heerlijk leven te leven.
En wat een verrukkelijk leven heb ik toch. Gister was helemaal toppie. Vriend P kwam en kwam zomaar het gras maaien, omdat hij dat nu eenmaal leuk vindt. Ik deed de vaat en het was topgezellig zo. Ook de struiken naast de voordeur werden met zorg in model gesnoeid. De asperges van de boer uit de buurt lagen nog wat te wachten in de natte theedoek onderin de koelkast. 's Avonds zouden we gaan smullen van het witte goud. Tegen theetijd kwam er nog een vriendin aan. We zaten heerlijk buiten en kletsten wat samen. In de avond een andere vriendin. Ik ben echt enorm rijk aan keileuke meiden om me heen. M ken ik al dertig jaar. En I is een verhaal apart. Wat een wereldwijven!Het eten was goddelijk en de grappen vlogen over tafel. Onze buiken schudden van het lachen. Er werd ook geschaterd. De rabarber rook naar appeltaart en de krieltjes waren ook heerlijk. Een ongedwongen sfeer. Wanneer je nu zou zien, wat ik zie, dan zie je door het raam van mijn schrijfkamer de honingboom vol met rieten harten en fijn groen blad, wat fris groen wat zachtjes waait in het ochtendlicht. De volle fraaie tuin van de buren, de beukenhaag weer in het blad, de duiven die koeren, de morgenzon die opnieuw een heerlijke dag belooft. Ik heb zin in alles: de was, de vaat, het schrijven, het tuinieren, de boodschappen, de bieb, de berichtjes die ik lees van vrienden, het vooruitzicht van een avondje schouwburg, de vakantie naar Limburg straks, mijn oppaskat en de juweel van een tuin aldaar.. Er is zoveel waar ik zomaar zoveel blij mee ben.
Er is zoveel waar ik zomaar zoveel blij mee ben.
De harten hebben vriend P en ik er gister ingehangen. Ik vond dat de tuin wel wat ludieke kunst kon gebruiken. Ingetogen en naturel. Vandaar de harten die hangen aan de takken van de honingboom. Ik hoop er een vorm van liefde te schenken aan de buurt en voorbijgangers en wellicht tovert het tafereel een glimlach op hun gezicht. Terwijl we druk doende waren om de harten om de takken te gooien, kwam er een man langs die het aankeek en zei dat het een geluksboom is. Koolmeesjes vinden hun weg naar het vogelhuisje aan de eikeboom. En God zag dat het goed was. Zoiets. En ik die doe, die leeft, beleeft en zomaar zoveel geniet. En dan die tiet. Die doet ook maar gewoon mee. Ze hobbelt vrij rond, zonder knellende beehaa. Ik groet haar elke morgen, kijk ernaar. Verbaas me vaak, maar er is ook een mengeling van trots en compassie. En er sluipt ook wel vertwijfeling in. Ik voel even hoe het nu is. De borst is zo groot en hard als een tennisbal. Of overdrijf ik nu? Nee, het is niet de borst, het is een bal ìn de borst. En dat is toch wel bijzonder. Ik lach even, want denk aan de recesent die over voorstellingen schreef. Wanneer de avond niet top, maar ook niet sof was, of het stuk was wat vrijpostig of controversieel, dan schreef hij in zijn recensie slechts het woord ‘bijzonder’. De man wilde wellicht niemand beledigen, maar ook niet onjuist ophemelen. De lezer zou dan zelf kunnen uitmaken, wat er mogelijk aan de hand was in het hoofd van de schrijver. En mijn borst is nu bijzonder. Althans de bal en de tepel. En de huid. Ik kijk er nog steeds met liefdevolle bewondering naar.
En dan die tiet. Die doet ook maar gewoon mee.
Gister was even het moment dat ik meende ome dokter te gaan bellen. Vriendin A zag het en zei toen: “Als ik dit bij mijn paard zou zien, dan zou ik er toch even een arts naar laten kijken”. En ik vroeg of het een leuke vee-arts is en schonk haar een flirtende “vrouwen-je-weet-wel-knipoog”. De impuls was ook weer snel verdampt. Vandaag is de impuls er weer. Ik kan hem bellen. Er heen gaan. En hem laten kijken. Liever niet aanraken, beste man. Het ligt wat gevoelig, weet je. En dan zou hij iets mompelen en dan zou hij me misschien doorverwijzen naar een andere dokter, die nog meer leerde dan hij en dan zou ik dat maar zo-zo vinden. Want wat zou ik er mee opschieten? Het heeft een naam of krijgt een naam. Ik heb zelf al tennisbal in borst genoemd. Is dat niet voldoende? En dan komt er mogelijk een scenario waarbij ik in een ziekenhuis loop en er geschoold personeel naar mijn borst kijkt met verschrikte en zorgelijke blik. En dan? Wat schiet ik daar nou mee op? Ik ben veel te druk met mijn lieve leven te leven en ik voel me goed. Ik voel me blij en gezond. En gelukkig. Heus. Meestal wel. Heb zo mijn dingetjes, maar dat heeft iedereen. Toch besef ik donders goed dat ik in een hele fijne episode leef. En dan kun je je voorstellen dat dat @#*^ziekenhuistafereel me totaal niet past en ik vraag me oprecht af of dat nou wel van toegevoegde waarde is voor mijn bestaan en voor mijn welzijn. Heus! Nou, ik kijk maar weer of deze impuls ook gaat verdampen. Ik schrijf er maar over. Het is nog vroeg, mensen staan nu op, zo ongeveer, maar het schrijven is fijn. En zo is het. Goedemorgen lieve mensen, ik spring onder de douche en kus de dag. Dag!
Update: vriendin B appt me net: “Ik denk dat “gewoon gelukkig zijn” MET tennisbal de bedoeling is. Je pad is een hobbelig pad. Ik voel weerstand op wat er is, weerstand op de tennisbal. Dat is logisch. Goed dat je appt. Voel wat er onder zit. Gedoe…
Ik knuffel je en stuur je veel wijsheid. Jouw leven jouw pad jouw tennisbal…. 💋
2 reacties
Je kunt er vriendjes mee worden. Er lang en gelukkig mee leven. Maar soms veranderen vriendjes in iemand/iets waarmee je liever niet te maken hebt. Dan moet je hen/dat loslaten en zonder verdergaan...
Daar zeg je wat, Hebe,
Ik heb de indruk dat we nog wel wat " uit te dokteren hebben" maar dan op geheel eigen wijze en met alle liefde en geduld in de wereld.
Aurinka