Allerzieligst

Afgelopen vrijdag kreeg ik een picc-lijn. Een slangetje in een ader in mijn arm, met een ventiel er in, waar ik om de week immunotherapie door kan ontvangen maar waar ook bloed uit gehaald kan worden of contrast ingespoten. Enzovoort. Na alle pijnlijke avonturen op prikkamer, dagbehandeling en anesthesie leek me dat een verademing.
Kwart voor 11 moest ik er zijn. Naïef als ik soms ben, fietste ik naar het ziekenhuis. Mijn jongste zoon, twee vrienden van hem en mijn stiefzoon thuis achter latend. Ik dacht tussen de middag even langs de winkel te fietsen en met hen te lunchen en dan 's middags om half 2 weer, hup, voor de immunotherapie.

M'n lief bood aan vrij te nemen en mee te gaan. " Neu," zei ik, "hoeft niet. Je mag daar toch niet mee naar binnen. En je kunt toch onmogelijk om de week vrij nemen om mee te gaan naar de immunotherapie."
In de wachtkamer las ik in een oude Margriet een artikel over levensbeëindiging, over de coöperatie Laatste Wil. Pittig. Ik wilde verder lezen en ook weer niet en ik zat er al een half uur.
Ik waggelde naar de receptie. Als ik opsta na langer dan een kwartier stil te hebben gezeten, heb ik flinke gewrichtspijn en bieden mensen me een rolstoel aan enzo.
De stagiaire achter de balie ging eens even vragen.

Om half 12, na drie kwartier wachten, werd ik door een radiodiagnostisch laborant uit de wachtkamer gehaald. En gehuld in een OK-jasje met mutsje en slofjes in een rolstoel binnen gereden op de interventieradiologie. En in de wacht gezet daar.
Koud was het daar, terwijl het buiten waarschijnlijk zo'n 25 graden was. Beide röntgenkamers waren bezet en na een half uur blauwbekken vroeg ik me af waarom ze me niet in de wachtkamer hadden gelaten-met m'n telefoon en tijdschriften.

Om half 1 lag ik eindelijk op de tafel. Ik had intussen wel bedacht dat die rit naar huis om te lunchen niet meer ging lukken. Ik kreeg een lakentje omdat ik het zo koud had en de radioloog ging aan de slag met mijn rechter bovenarm. Ik kreeg 2 venijnige verdovingsprikken en voelde vervolgens hoe de voerdraad door m'n lijf schoof-ergens door m'n okselstreek, ergens in m'n borstkas. Hartkloppingen kreeg ik, "dat doen wij", zei de radioloog. De lijn eindigde boven de rechterboezem van mijn hart. Griezelig idee, vond ik, en een akelig gevoel.
Na alle pleisters kreeg ik van een laborant een drukverbandje. Omdat ik een poliklinische patiënt was, moest ik eigenlijk een kwartiertje blijven liggen, maar het was 1 uur en ik moest dringend iets eten voordat ik immuno ging krijgen.

Ik appte alle jongemannen thuis dat ik niet kwam en kocht een saucijzenbroodje en een flesje cola. Tegen de tijd dat ik bij de lift zat te kauwen, bloedde het aanprikpunt van de picc-lijn als een gek. Ik moest daarmee eigenlijk terug naar de radiologie, maar hé, op de oncologische dagbehandeling zullen ze ook wel een verbandje hebben.
Ik nam de lift naar de afdeling. Hoe had ik überhaupt kunnen denken dat ik even naar huis zou fietsen om te lunchen. M'n arm was paars van de desinfectans en het verband was met bloed doordrenkt.

Op de afdeling kreeg ik een nieuw verband over de oude en moest ik weer even in de wacht. Uit zicht zat ik en ik voelde me hoe langer hoe beroerder. Straks val ik flauw, dacht ik, lig ik hier terwijl niemand dat ziet.
Ik ging naar de behandelzaal om daar alvast te gaan zitten. En gelukkig mocht ik toch al in 'mijn' stoel.
Lage bloeddruk, het verbaasde me niet. Uurtje wachten tot het drukverband er af kon, zodat de verpleegkundige de lijn kon zien wanneer ze de immuno er op aan sloot. Ontsmetten en opnieuw pleisteren deed ze ook.

Uiteindelijk was ik om half 5 klaar. Verkleumd en gammel sjokte ik naar beneden en het ziekenhuis uit. En botste buiten tegen de hitte aan. M'n fiets stond nog in de hoek bij de scooters, altijd afwachten want er hangt zo'n dreigende tekst dat fietsen buiten de rekken verwijderd worden. De rekken beneden zijn altijd vol en m'n fiets op de bovenste rekken zetten krijg ik nooit voor elkaar. Dus ik zet 'm meestal bij de scooters, in de hoek die altijd vrij is vanwege een enorme massa duivenpoep. Ik ploeterde naar huis, gelukkig niet ver en vals plat de goede kant op.

Thuis was niemand zich er van bewust dat ik een kutdag had gehad en ik had de jongens burrito's beloofd, dus ik toog de keuken in. M'n lief kwam thuis van een inspannende dag en plofte op de bank. Vol zelfmedelijden maakte ik het avondeten en barstte in tranen uit toen de burrito's jammerlijk mislukten natuurlijk. Vouw de tortilla's dicht, uhu. Alle 5 mannen die ik borden burrito's met satéprikkers er doorheen en meer groente er naast dan er in voorzette, sloofden zich uit om mij te verzekeren dat het heeeerlijk smaakte.

De picc-lijn ging in het weekend nog 2x bloeden en zondags is de boel opnieuw ontsmet en verschoond.

Het moraal van dit verhaal, voor mezelf. Sla nooit (nooit!) hulp of gezelschap af als je iets moet ondergaan in het kader van onderzoek of behandeling.



11 reacties

Jeetje, wat herkenbaar dit verhaal. Ook ik denk alles allen wel te kunnen en wil anderen niet belasten met mijn zaken. Hoe vaak is dit wat jij beschrijft me niet overkomen en kon ik me wel voor mijn kop slaan dat ik het zover had laten komen... ik ga jouw advies ter harte nemen en nooit, nooit meer hulp afslaan als ik het nodig heb! Sterkte Frie. Ik hoop dat je inmiddels weer bijgekomen bent! 
Laatst bewerkt: 05/07/2018 - 16:21

Lieve Frie 

oh oh tuurlijk dacht jij doe ik ff nee hoor eer hoeft niemand mee wat een rot dag en dan ook nog burritos maken je gaat maar door ik kan het voor me zien ,is ook wat zeg het wordt vaak zo makkelijk gebracht een picc lijn maar als ik jullie hierzo lees is dat niet bepaald een kattepis .

dikke knuff hes xxx

Laatst bewerkt: 14/01/2022 - 13:47