Niemandsland
Twee weken geleden ben ik begonnen met 'Fit op weg'. Het programma in het ziekenhuis voor oncologie-patiënten. Wat overigens een stuk vriendelijker klinkt dan kankerpatiënten, maar tot ontsteltenis van mijn moeder noem ik het beest meestal maar gewoon bij z'n naam: kanker.
Conditietraining dus, als ik werk ben ik 6 uur per dag flink in beweging en ik zit nu in de ziektewet, dus het leek me nogal zinvol. Ik ben zo'n 5 kilo zwaarder dan voordat ik me ziek moest melden. Dat is handig voor de chemo, want ik kan wat hebben, maar het zit me persoonlijk best in de weg. Bovendien betekent zo'n conditietraining contact met anderen met kanker en dat leek me prettig.
Toen ik de diagnose om de oren kreeg, had ik nog het naïeve idee dat ik tussen de chemotherapie door wel zou kunnen werken. Ik werk zelf in het ziekenhuis en voordat ik met de chemo begon kwam ik de longarts op een verpleegafdeling tegen. 'En?" zei hij, "teveel inspanning maar ook te confronterend, hè?"
Hij had gelijk. Ik kon nog net de neiging weerstaan om patiënten die in spanning zaten over een onderzoeksuitslag te vertellen over mijn eigen problemen en voor degenen met een gebroken heup kon ik weinig begrip meer opbrengen.
Bovendien merkte ik na de 1e chemo dat ik, ondanks het feit dat ik weinig klachten heb, niet meer de energie heb die ik ooit had.
"Als je chemo krijgt," zei de fysiotherapeute bij de training, "ben je moe of je bent heel moe."
Hm. Somber vooruitzicht. Ik koop expres weinig voorraad aan boodschappen, zodat ik persé elke dag naar de winkel moet. Ik ga lopend, met mijn boodschappentrolley (trofee uit de tijd van schouderklachten), zwetend en wel. Zal ik even uitblazen aan de tafel bij de koffiemachine, midden in de supermarkt? Nee, dat gaat te ver, ik ben verdorie nog geen 50. Bejaard genoeg met die trolley, al puffend. Het is geen geruite gelukkig.
De training is leuk. We zitten op een rij op een hometrainer te fietsen, al dan niet kaal, met een schemaatje op maat. Iedereen heeft toevallig een andere vorm van kanker en andere uitzaaiingen en om de haverklap zijn er mensen afwezig omdat ze chemo krijgen.
Tussendoor drinken we koffie en informeren de beide therapeuten naar uitslagen van CT-scans en bezoeken aan specialisten. Iedereen slaapt slecht en het lijkt er op dat niemand beter wordt, in wat voor slechte film ben ik toch in godsnaam beland. En hoe mooi is het dat we lol hebben met elkaar. De meesten hier zijn al een jaar bezig, dat is dan wel weer bemoedigend voor mij. Een jaar, een jaar, mijn jongste is net 18 geworden, in een jaar kan ik mijn kinderen hopelijk nog veel meegeven, begeleiden naar volwassenheid...
"Wat zijn jullie allemaal bruin" zegt mevrouw borstkanker, "en dat terwijl we niet in de zon mogen."
Na de koffie doen we een spel en we zijn enorm fanatiek. De groep die op de gang wacht tot we klaar zijn is de Oncologische Revalidatie, de gevorderde kankerpatiënten zeg maar.
Dinsdag hoor ik of de chemo iets doet, ik ben op de helft van 4 zware kuren. Voor de duur van die 4 kuren heb ik me ziek gemeld. Ik rommel wat in het huishouden en slaap veel en ik wacht- al weet ik niet precies waarop.
Conditietraining dus, als ik werk ben ik 6 uur per dag flink in beweging en ik zit nu in de ziektewet, dus het leek me nogal zinvol. Ik ben zo'n 5 kilo zwaarder dan voordat ik me ziek moest melden. Dat is handig voor de chemo, want ik kan wat hebben, maar het zit me persoonlijk best in de weg. Bovendien betekent zo'n conditietraining contact met anderen met kanker en dat leek me prettig.
Toen ik de diagnose om de oren kreeg, had ik nog het naïeve idee dat ik tussen de chemotherapie door wel zou kunnen werken. Ik werk zelf in het ziekenhuis en voordat ik met de chemo begon kwam ik de longarts op een verpleegafdeling tegen. 'En?" zei hij, "teveel inspanning maar ook te confronterend, hè?"
Hij had gelijk. Ik kon nog net de neiging weerstaan om patiënten die in spanning zaten over een onderzoeksuitslag te vertellen over mijn eigen problemen en voor degenen met een gebroken heup kon ik weinig begrip meer opbrengen.
Bovendien merkte ik na de 1e chemo dat ik, ondanks het feit dat ik weinig klachten heb, niet meer de energie heb die ik ooit had.
"Als je chemo krijgt," zei de fysiotherapeute bij de training, "ben je moe of je bent heel moe."
Hm. Somber vooruitzicht. Ik koop expres weinig voorraad aan boodschappen, zodat ik persé elke dag naar de winkel moet. Ik ga lopend, met mijn boodschappentrolley (trofee uit de tijd van schouderklachten), zwetend en wel. Zal ik even uitblazen aan de tafel bij de koffiemachine, midden in de supermarkt? Nee, dat gaat te ver, ik ben verdorie nog geen 50. Bejaard genoeg met die trolley, al puffend. Het is geen geruite gelukkig.
De training is leuk. We zitten op een rij op een hometrainer te fietsen, al dan niet kaal, met een schemaatje op maat. Iedereen heeft toevallig een andere vorm van kanker en andere uitzaaiingen en om de haverklap zijn er mensen afwezig omdat ze chemo krijgen.
Tussendoor drinken we koffie en informeren de beide therapeuten naar uitslagen van CT-scans en bezoeken aan specialisten. Iedereen slaapt slecht en het lijkt er op dat niemand beter wordt, in wat voor slechte film ben ik toch in godsnaam beland. En hoe mooi is het dat we lol hebben met elkaar. De meesten hier zijn al een jaar bezig, dat is dan wel weer bemoedigend voor mij. Een jaar, een jaar, mijn jongste is net 18 geworden, in een jaar kan ik mijn kinderen hopelijk nog veel meegeven, begeleiden naar volwassenheid...
"Wat zijn jullie allemaal bruin" zegt mevrouw borstkanker, "en dat terwijl we niet in de zon mogen."
Na de koffie doen we een spel en we zijn enorm fanatiek. De groep die op de gang wacht tot we klaar zijn is de Oncologische Revalidatie, de gevorderde kankerpatiënten zeg maar.
Dinsdag hoor ik of de chemo iets doet, ik ben op de helft van 4 zware kuren. Voor de duur van die 4 kuren heb ik me ziek gemeld. Ik rommel wat in het huishouden en slaap veel en ik wacht- al weet ik niet precies waarop.
3 reacties
Lieve Frie
Wat moedig om gelijk aan sporten te gaan doen ,mevr borstkanker had zelfbruinings doekjes kunnen kopen ,
Hm ik snap je moeder wel andere generatie ,heb lang geleden mn mam zo geschokeerd die kon niet eens dat woord uitspreken ,Het noemde zij het ,ik zei mam het heet kanker dat kwam me op diep fronsende wenkbrauwen te staan
Klinkt idd veel vriendelijker oncologie patienten .
Liefs en een warme knuffel hes😘🍀🌻
Door jou lees ik zelf de eerste blogs opnieuw. Goh, wat lijkt het lang geleden, niets is meer hetzelfde. Dank alweer, Hes XXX
P.S. Mijn oudste heet Hessel, die noem ik ook vaak Hes
Ah wat leuk ,mooie naam hessel 😘