Van alles
Bijna dagelijks maak ik dingen mee die ik in een blog hier wil melden. Momenten, gedachten, gevoelens die ik delen wil. Maar zelfs als fulltime kankerlijder kom ik regelmatig tijd tekort. En ik vergeet veel. Ik zou een schriftje bij me moeten houden om dingen in op te schrijven op het moment zelf.
Vorige week ging ik met deelgenoot Von naar een bijeenkomst van Longkanker Nederland. Over werk, en hoe longkankerpatiënten vaak minder gaan werken en vervolgens stoppen met werken-ze worden immers niet beter en de meesten houden werken sowieso niet vol. Ik ben net uit dienst en vervroegd in de WIA, Von zit bijna een jaar in de ziektewet en weet zich nog geen raad. Haar bedrijfsarts ook niet, want ze heeft haar prognose al overleefd. "Ik weet niet wat ik met jou aan moet", heeft hij letterlijk gezegd.
De twee lezingen zijn duidelijk en herkenbaar (eentje over de regeltjes en eentje over de emoties) en ervaringen van andere deelgenoten komen ons om de oren. Ik heb kennelijk mazzel gehad met een bekwame bedrijfsarts, is mijn sombere conclusie. Volgende maand ga ik met Von mee naar de hare.
En betekenis geven aan mijn tijd, daar moet ik nog even mee aan de slag.
Von ken ik van de gespreksgroep van het Inloophuis waar we om de week naar toe gaan. We waren beide blij elkaar te treffen. Hè gelukkig, nog iemand die jong is en in de palliatieve fase zit.
Afgelopen week waren er drie nieuwe mensen in onze groep. Een broer en zus (en partner van haar) die beide longkanker hebben en hun andere zus ook. Dat krijg je toch niet verzonnen? Drie mensen van een gezin die in dezelfde week de diagnose uitgezaaide longkanker kregen.
We hebben goede gesprekken in de groep en ook nog plezier, maar m'n hoofd is zo vol als ik er vandaan kom. Ik fiets naar huis en reproduceer alles wat er gezegd is, wat iedereen gevoeld heeft, hoe iedereen in het leven staan, althans, hoe ik dat geïnterpreteerd heb..
Thuis zijn uiteraard heel andere dingen aan de orde. Een brandalarm ergens in de flat achter het huis dat anderhalf uur jengelt en waar ik dan anderhalf uur over klaag. Een gespikkelde naaktslak die ik 's nachts fotografeer nadat ik er net niet met m'n blote voet op gestapt ben. De volgende nacht fotografeer ik het web dat een spin heeft gemaakt tussen de kalabas op tafel en de parasol, prachtig met flits.
Jongste is door de week bij ons, fris gestart met een nieuwe MBO-opleiding, Jongste van m'n lief is het weekend bij ons met haar nieuwe vriendje. Jongste belt midden in de nacht om te vragen wat zijn saldo is (de app van de bank werkt maar niet op zijn mobieltje), Oudste van m'n lief belt midden in de nacht om te vragen hoe je kots verwijdert van tapijt en muur; ik voel me de moeder van het jaar.
Gehuild heb ik ook. Ik heb geen vergelijkingsmateriaal, maar volgens mij huil ik niet zo vaak voor iemand die ongeneeslijk ziek is en bovendien vrouwelijk. Maar de laatste tijd kunnen de tranen zonder enige aankondiging ineens over m'n wangen stromen. Ik had gedroomd, dat was de aanleiding, denk ik. Gedroomd dat alles een droom was en dat ik terug ging naar m'n huisje en m'n werk. Terug naar m'n zonen.
Maar regelmatig ben ik ook blij. Blij dat de roos achter de tuindeuren nog even drie knoppen tevoorschijn tovert en weer gaat bloeien. Blij op het verjaardagsfeestje van m'n moeder, waar m'n broer met z'n vriendin ook was en m'n kinderen, en waar mijn moeder daar overduidelijk enorm van geniet en ons volpropt met eten en drinken.
Vanavond zat ik naast m'n lief in de auto, hij reed, en ik genoot van de wolkenpartijen, het landschap, de invallende duisternis.
Eenmaal in onze straat lag daar een bloedende vrouw op de grond. Ik hielp het bloed te stelpen, heb haar bemoedigend toegesproken, haar kunstzinnige halsketting verwijderd en een vest over haar heen gedrapeerd terwijl we op de ambulance wachtten. M'n lief stuurde alle overbodige toeschouwers de laan uit.
Ze was gevallen met haar fiets, veel bloed maar waarschijnlijk gered met een paar hechtinkjes.
Ik moest denken aan een verkeersslachtoffer dat ik verzorgd heb in mijn mortuariumcarrière. Meisje van 12, overreden door een tractor. Ik repareerde haar hoofd maar het was te breed geworden. Iemand had een jas over haar heen gelegd op straat toen. Die jas is nooit opgehaald.
Ik heb kinderen, ik woon samen met de liefde van mijn leven, wat zeur ik nou over kanker.
Mijn lief moest me wel overeind helpen, m'n gewrichten deden niet meer mee nadat ik zolang op m'n hurken had gezeten.
Nog een nummer voor m'n uitvaart:
Vorige week ging ik met deelgenoot Von naar een bijeenkomst van Longkanker Nederland. Over werk, en hoe longkankerpatiënten vaak minder gaan werken en vervolgens stoppen met werken-ze worden immers niet beter en de meesten houden werken sowieso niet vol. Ik ben net uit dienst en vervroegd in de WIA, Von zit bijna een jaar in de ziektewet en weet zich nog geen raad. Haar bedrijfsarts ook niet, want ze heeft haar prognose al overleefd. "Ik weet niet wat ik met jou aan moet", heeft hij letterlijk gezegd.
De twee lezingen zijn duidelijk en herkenbaar (eentje over de regeltjes en eentje over de emoties) en ervaringen van andere deelgenoten komen ons om de oren. Ik heb kennelijk mazzel gehad met een bekwame bedrijfsarts, is mijn sombere conclusie. Volgende maand ga ik met Von mee naar de hare.
En betekenis geven aan mijn tijd, daar moet ik nog even mee aan de slag.
Von ken ik van de gespreksgroep van het Inloophuis waar we om de week naar toe gaan. We waren beide blij elkaar te treffen. Hè gelukkig, nog iemand die jong is en in de palliatieve fase zit.
Afgelopen week waren er drie nieuwe mensen in onze groep. Een broer en zus (en partner van haar) die beide longkanker hebben en hun andere zus ook. Dat krijg je toch niet verzonnen? Drie mensen van een gezin die in dezelfde week de diagnose uitgezaaide longkanker kregen.
We hebben goede gesprekken in de groep en ook nog plezier, maar m'n hoofd is zo vol als ik er vandaan kom. Ik fiets naar huis en reproduceer alles wat er gezegd is, wat iedereen gevoeld heeft, hoe iedereen in het leven staan, althans, hoe ik dat geïnterpreteerd heb..
Thuis zijn uiteraard heel andere dingen aan de orde. Een brandalarm ergens in de flat achter het huis dat anderhalf uur jengelt en waar ik dan anderhalf uur over klaag. Een gespikkelde naaktslak die ik 's nachts fotografeer nadat ik er net niet met m'n blote voet op gestapt ben. De volgende nacht fotografeer ik het web dat een spin heeft gemaakt tussen de kalabas op tafel en de parasol, prachtig met flits.
Jongste is door de week bij ons, fris gestart met een nieuwe MBO-opleiding, Jongste van m'n lief is het weekend bij ons met haar nieuwe vriendje. Jongste belt midden in de nacht om te vragen wat zijn saldo is (de app van de bank werkt maar niet op zijn mobieltje), Oudste van m'n lief belt midden in de nacht om te vragen hoe je kots verwijdert van tapijt en muur; ik voel me de moeder van het jaar.
Gehuild heb ik ook. Ik heb geen vergelijkingsmateriaal, maar volgens mij huil ik niet zo vaak voor iemand die ongeneeslijk ziek is en bovendien vrouwelijk. Maar de laatste tijd kunnen de tranen zonder enige aankondiging ineens over m'n wangen stromen. Ik had gedroomd, dat was de aanleiding, denk ik. Gedroomd dat alles een droom was en dat ik terug ging naar m'n huisje en m'n werk. Terug naar m'n zonen.
Maar regelmatig ben ik ook blij. Blij dat de roos achter de tuindeuren nog even drie knoppen tevoorschijn tovert en weer gaat bloeien. Blij op het verjaardagsfeestje van m'n moeder, waar m'n broer met z'n vriendin ook was en m'n kinderen, en waar mijn moeder daar overduidelijk enorm van geniet en ons volpropt met eten en drinken.
Vanavond zat ik naast m'n lief in de auto, hij reed, en ik genoot van de wolkenpartijen, het landschap, de invallende duisternis.
Eenmaal in onze straat lag daar een bloedende vrouw op de grond. Ik hielp het bloed te stelpen, heb haar bemoedigend toegesproken, haar kunstzinnige halsketting verwijderd en een vest over haar heen gedrapeerd terwijl we op de ambulance wachtten. M'n lief stuurde alle overbodige toeschouwers de laan uit.
Ze was gevallen met haar fiets, veel bloed maar waarschijnlijk gered met een paar hechtinkjes.
Ik moest denken aan een verkeersslachtoffer dat ik verzorgd heb in mijn mortuariumcarrière. Meisje van 12, overreden door een tractor. Ik repareerde haar hoofd maar het was te breed geworden. Iemand had een jas over haar heen gelegd op straat toen. Die jas is nooit opgehaald.
Ik heb kinderen, ik woon samen met de liefde van mijn leven, wat zeur ik nou over kanker.
Mijn lief moest me wel overeind helpen, m'n gewrichten deden niet meer mee nadat ik zolang op m'n hurken had gezeten.
Nog een nummer voor m'n uitvaart:
6 reacties
Ook ik herken het heen en weer bewegen van emoties heel goed! Het ene moment voel je je gelukkig en sterk, terwijl je op een ander moment overvallen kan worden door verdriet. Het mag er allemaal zijn. Soms lijkt het een boze droom. Dat je denkt: ik heb een nachtmerrie gehad, nu word ik wakker en ga ik weer terug naar mijn “normale leven”.
Hopelijk lukt het om zo veel mogelijk te genieten. En als dat even niet lukt, dan is dat ook ok.
Last but not least: ik ben ook gek op Muse. Vorig jaar ben ik naar hun concert geweest in de Ziggo Dome. Het was één van de beste optredens die ik ooit gezien heb!
Een liefdevolle dag gewenst!
Groetjes van Jessica
Lieve Frie
Wat een wirwar van gevoelens en emoties kan een mens meemaken ,jij maakt meer mee in een week dan ik in een maand ,en gossiemijne 3 mensen uit een gezin in dezelfde week ik wordt er stil van en ,en dat arme kind die onder een tractor kwam ,en oh wat snap ik jou droom goed en ook nog moeder van het jaar ik denk dat ze jou dat altijd wel vinden ,
dikke knuff hes xxx