Nachtelijk bezoek
Vannacht heb ik iets heel bizars meegemaakt. Ik weet niet eens of ik het zelf geloof en bij velen van jullie zullen de wenkbrauwen richting haargrens schieten – althans, dat denk ik. Maar ik denk dat ik Roberto bij me had in de slaapkamer. Ik werd midden in de nacht wakker doordat ik duidelijk iets/iemand bij mijn voeten op het matras voelde drukken. Het was net alsof iemand daar leunde. Ik durfde mijn ogen niet open te doen. Ik vond het doodeng. Maar ik dacht in mezelf: als jij het bent, Rob, kom je dan achter me liggen? En ik zweer het je, ik voelde een energie achter en in me die me deed trillen en ik hoorde een vreemd gesuis en getik in mijn oren. Het was niet per se heel plezierig, maar ook niet heel vervelend. De energie pulseerde door me heen en toen ik dacht: nu vind ik het eng worden, stopte het meteen.
Er zullen op deze site vast meer gesprekken zijn geweest over wat er is na de dood. Ik ben er door de gebeurtenissen veel mee bezig geweest. Heel lang heb ik geloofd dat er na de dood niets zou zijn. Ik vond dat niet eng, omdat ik mezelf dan altijd voorhield dat er voor mijn geboorte hetzelfde niets was, en daar had ik geen last van. De Griekse filosoof Epicurus ging hier ook vanuit. Hij vond dat er geen reden was om bang te zijn voor de dood, omdat: “zolang ik er ben, is de dood er niet. En als de dood er is, dan ben ik er niet meer.” De twee kruisen elkaars pad niet, zogezegd. Veel mensen zeggen dan: “het is niet de dood zelf, maar het proces ernaartoe, waarvoor ik bang ben.” Dat snap ik maar al te goed. Alleen is dat vaak een angst die van tevoren speelt: je stelt je voor hoe ziek je zult zijn, en dat roept angst op. Op het moment dat het daadwerkelijk gebeurt, is het toch anders dan hoe je het van tevoren bedenkt. Kijk ik naar Roberto en zijn sterfproces, dat zo ontzettend snel is gegaan, dan zie ik iets anders. Zijn aandacht was niet bij het overlijden, maar meer bij de fysieke aftakeling en klachten. Die waren heel vervelend voor hem. Het doodgaan zelf kon hij zich niet zo goed voorstellen, en op het moment dat hij dat wel kon, een paar dagen voor zijn dood, begon hij er ook wel een beetje naar te verlangen. Althans: hij kon de pijn en andere ellende niet veel langer verdragen. Dus volgens mij komt de dood voor de persoon in kwestie ook als een verlossing van het lijden. Roberto kwam op een punt waarop hij dacht: alles beter dan in dit lijf blijven.
(Overigens: dat geldt dan alleen voor de persoon zelf. Het is zeker niet iets wat je tegen iemand in de rouw kunt zeggen. Want voor de rouwenden is er niets verlossends aan. En het is ook niet troostend.)
Tegen de tijd dat Roberto stierf, geloofden we allebei in iets anders door wat we over het onderwerp gelezen hadden. De wetenschap in de vorm van kwantumfysica heeft inmiddels aangetoond dat alles uit energie bestaat. De bouwstenen voor alles wat bestaat in deze wereld, van stenen tot mensen en van vissen tot lantaarnpalen zijn in hun kleinste vormen allemaal hetzelfde. Vrijwel nul materie en bijna helemaal energie. Wij zijn dus ook vrijwel volledig energie met een pietsie materie. Een kenmerk van energie is dat het nooit verloren gaat. Het verandert van vorm, net als water. Water wordt ijs of damp en dan weer water, maar het is niet weg. Dat geldt ook voor energie. Dus wanneer je je beetje materie achterlaat, blijft er nog een hele massa energie over. Die verdwijnt niet. Nu kunnen wij energie niet met onze beperkte zintuigen waarnemen maar dat wil niet zeggen dat zij er niet is. Immers, radiogolven en wifi-signalen kunnen we ook niet zintuiglijk waarnemen maar ze bestaan wel degelijk. En trouwens: menselijke energie is waarneembaar, misschien niet per se zintuiglijk, maar toch. Stel je een verjaardag voor, alles is gezellig, je loopt naar de keuken, pakt wat drinken, maakt een praatje en loopt terug naar de woonkamer waar de mensen nog steeds zitten te praten maar je voelt dat er iets veranderd is. Later hoor je van iemand dat er een woordenwisseling was. Wat je voelde was de veranderde energie. Of je staat ergens en je voelt dat er iemand naar je staat te kijken. Ook energie, want een van de kwantumfysische wetten is: where focus goes, energy flows. Oftewel, energie volgt aandacht.
Maar terug naar ons geloof. Roberto’s materie is niet meer, maar zijn energie is er nog wel. Verder geloofden wij (en ik nog steeds) dat de energie uit een lichaam na het overlijden transformeert naar liefde en licht en vrijheid. Dat kon ik ook tegen hem zeggen toen ik bij hem was op het moment van zijn overlijden, dat hij daar naartoe kon gaan. De materie achter zich laten. En we hadden, zoals denk ik heel veel mensen doen als een overlijden aanstaande is, afgesproken dat hij van zich zou laten horen/voelen als hij daartoe in staat zou zijn. Ik heb eerder al eens in een blog geschreven over koolmezen en andere signalen maar dit was de eerste keer dat ik echt het idee heb dat zijn energie zo dicht bij me en dus zelfs fysiek voelbaar was. Zoals gezegd vond ik het ook wel heel spannend, een beetje eng, maar ik zou zoiets graag nog eens opnieuw meemaken. Want het was ook heel bijzonder. En het kwam op een goed moment, want Roberto’s geboortedag is over minder dan twee weken en ik vind die aanloop daar naartoe heel lastig.
Het kan natuurlijk zijn dat ik er helemaal naast zit en dat het heel anders zit. Dat er toch een hemel is bijvoorbeeld, hoewel ik echt niet kan geloven in een God in de vorm van een man met een baard. Spinoza maakte zich heel druk over de menselijke hoogmoed, dat mensen zich God voorstelden als een soort mens. Met armen, benen en een baard. Hoe arrogant is het van mensen om te denken dat het perfecte opperwezen een soort mens is, op een mens lijkt? Spinoza keek naar de natuur, het al-ene dat perfect is in zichzelf en goddelijk. God is hetzelfde als de natuur, vond hij, en dat was genoeg om hem een banvloek op te leveren. Zijn leven lang en eeuwen erna verstoten uit de Joodse gemeenschap. Gelukkig zijn we nu vrijer om over onze overtuigingen en geloven te spreken. Hoewel ik wel moed moest verzamelen om dit te schrijven. Want er zijn ongetwijfeld mensen die denken dat ik me dit heb ingebeeld, of dat het gewoon koud was in mijn slaapkamer. En misschien was dat ook wel zo. Maar de mogelijkheid dat het Roberto was die mij wil steunen in een moeilijke tijd, vind ik zo mooi, dat ik besluit daarin te geloven.
51 reacties
Wauw, wat bijzonder. Ik krijg er gewoon kippenvel van Mirjam. Hopelijk komt hij je nog regelmatig opzoeken en voel je zijn aanwezigheid dan ook echt.