Begint die dekselse oncoloog wéér met mijn PSA ...
Die dekselse oncoloog toch! Start-ie wéér met mijn PSA. Eerst de PSA en pas dan de andere zaken, zoals hoe het met mij gaat en Centrum Marike waarvoor we samen in de markt zijn rond programmering (hij) en een lezing (ik). Maar deze keer stink ik er niet in hoor! In elk geval niet zoals een half jaar terug. Hij kijkt best ontspannen; ik houd mijn kaarten nog even tegen de borst.
“Eerst de PSA. Twee-komma-negen”, zegt-ie in één adem. En na een klein teugje: “Ik ben er wel tevreden over.” Aan de andere kant van de tafel is het even stil. We zitten druk te rekenen. Hoofdrekenen. Is 2,9 goed nieuws?
Weet je wat? Ik laat je meerekenen, want het is een vrij simpel sommetje. Basisschoolniveau.
Eerst mijn PSA. Elke drie/vier maanden wordt die gemeten. Dat gebeurt al sinds najaar 2020. Mijn PSA loopt helaas onontkoombaar geleidelijk op, want ik heb uitgezaaide prostaatkanker; dat is niet weg te krijgen. Na de chemotherapie is een deel van de verspreide snertcellen achtergebleven en die worden in toom gehouden via testosteronremming. Dan zijn ze als het ware hun voeding kwijt. Maar ja, kankercellen … daar zitten altijd een paar ‘slimme’ cellen tussen. Die kunnen het af zonder testosteron. Groeien. En delen, vrijuit delen. Ja, en als het er veel meer worden, dan loopt mijn PSA stevig op. Zijn het er (nog) weinig dan loopt mijn PSA langzaam op.
Goed, een onontkoombaar oplopende PSA dus. En ik heb meetgegevens sinds najaar 2020. Dan kun je een tendens zien. Aanvankelijk was mijn PSA bijna onmeetbaar laag. Ik pak ‘m op bij anderhalf jaar terug, februari 2023. Mijn PSA was toen 0,41.
0,41 (feb 2023)
0,60 (apr 2023)
0,94 (jul 2023)
1,50 (nov 2023)
Nou, het is niet moeilijk om te zien dat de waarde elke keer ongeveer anderhalf keer zo hoog was als de keer ervoor. Elke keer anderhalf klinkt stabiel, maar leuk is dat niet. Elke keer komt er een steeds grotere hap bij en op een zeker moment moet je iets doen. Ingrijpen. Als ik door het gewoeker serieuze klachten krijg en/of als de PSA-waarde onrustbarend oploopt. Zware middelen. Stevige bijwerkingen. Zit je niet op te hopen noch te wachten.
En toen …. toen werd het februari 2024. Ik rekende op ongeveer 2,3, maar bleek 1,66 te scoren. Een echt minimale stijging. Vér onder de verwachting. De voorspelling van ‘anderhalf keer de vorige waarde’ kon – voorlopig? – bij het grofvuil.
En toen werd het mei 2024. In de oude tendens zou ik zitten op 3,5. Uitgaande van 1,66 zou ik op ongeveer 2,5 uitkomen. Het werd 2,12. Wéér onder de tendens van anderhalf keer de laatste score.
Ja, je rekent wat af als ongeneeslijk prostaatgeval. En je leeft in de periode rond het bloedprikken en het onderhoud bij de oncoloog in een soort vacuüm. Nou, en in díe toestand zaten we bij de oncoloog dus driftig te rekenen. We waren er gauw uit. Anderhalf keer 2,12 is iets boven de 3. Om precies te zijn 3,18. Met 2,9 zit ik daar onder.
De oncoloog was blij en tevreden. Wij keken elkaar even aan. Kon het vacuüm eraf? Ontspande het knoopje in het maagje? Natuurlijk, 2,9 is minder dan 3,18; ik zit dus wéér onder de anderhalf-tendens. Maar joepie? Nee, niet voluit. Het is weliswaar ‘maar’ 0,78 erbij, maar tegelijk confronteert het ons met wat onontkoombaar is. Het stijgt. Steeds een hap erbij.
We twijfelen dus even. Heel even. Want het is in deze situatie gewoon goed nieuws. En trouwens, de boodschappen moeten worden gedaan, ik moet in de tuin een randje volstorten met cement en op de plek van drie gewipte tegels moet wat gegraven en geplant worden. En ik dacht vandaag ook nog een stukje te gaan rennen. En ik moet verder met Zadie Smith’s prachtige ‘The Fraud’.
Dus ja, we vieren het tóch. De meevaller. Het leven. Ons leven. We vieren het thuis met appeltaart. En onderweg naar huis met een boek of vier, gescoord bij de kringloop in Kerketuinen.
En met vuurwerk. Laat me de nieuwe waarde er even in prutsen.