Een beeld van mij en mijn teksten (1)
Mallemolen 1
Woensdag 7 oktober 2020
Op 29 september 2020 werd veel anders.
Ineens.
Zonder waarschuwing vooraf.
Wat een orthopedisch probleempje leek, bleek een probleem van een andere orde. Een heel andere orde.
Stel je de orthopeed voor die nieuwsgierig de oorzaak van mijn vage, maar serieuze klacht wil achterhalen. ‘We maken een MRI’, meldt hij blijmoedig om zich een kleine twee weken later, vlak voor het vervolgconsult, een ongeluk te schrikken bij de MRI-beelden en het begeleidend schrijven. En in één klap weet dat hij als orthopeed moet passen en een heel ontwrichtende boodschap moet gaan brengen.
Want het wás helemaal geen onvolkomenheidje dat weggepoetst kon worden. Geen simpele oplossing waardoor ik weer heel veel jaren ongestoord zou kunnen rennen en rossen over het strand, door de duinen, over fietsrekken, bij een echte wedstrijd en bij de crossfit.
Nee, in plaats van een orthopedische oplossing aanbieden (of geen) moest hij een serieus vermoeden uitspreken.
Kanker.
Hij zei het natuurlijk niet. Hij is orthopeed. Hij kon op de scanbeelden dingen aanwijzen en hij kon verzekeren dat die er niet hoorden te zijn. En hij kon vertellen dat ik de week erna bij een uroloog werd verwacht – hij had de afspraak al gemaakt – en dat ik als de bliksem bloed moest laten prikken.
Ik had met hem te doen. Het ongemak was zo voelbaar. De boodschap-zonder-het-gezegd-te-hebben zo duidelijk. Met lege handen staan was zelden zo visueel duidelijk. Ik wist wel genoeg. Mijn vrouw, steun en alles had het ook wel begrepen.
De uroloog had 5 oktober geen voorbehoud nodig.
Hij sprak het vonnis meteen maar uit. Kanker.
Nog maar een keer: Kanker.
In mijn prostaat. Ja, en narigheid in mijn heupbot, het ‘filiaal’ dat leidde tot de last in mijn been dat me richting fysiotherapeut en orthopeed had gedreven. Oh ja, en ook nog wat in een lymfeklier.
Het beeld van een doodlopende eenrichtingsstraat dringt zich op.
Het was de start van een rollercoaster. Informatie, biopten. Vervolgafspraken. Het echte begin van – naar ik vrees en aanneem – een reeks ziekenhuisbezoeken en hopelijk ook van behandelingen. Stel je voor: tot 29 september had ik op mijn ziekenhuispalmares pas drie orthopedische dag-opnames. En nou dit! New Game!
Het was ook het beeld van een iets ander toekomstbeeld. Met mijn 60 jaar meende ik nog wel een jaar of 30 te hebben. Tenzij …. natuurlijk kende ik de talloze tenzij’s. Even geen voorrang krijgen, een beetje ongelukkige val, een of ander verraderlijk virus, noem maar op.
Maar deze zag ik toch even niet aankomen.
Nog in het ziekenhuis app ik mijn loopmaatje D. Haar had ik beloofd dat we – wat er ook zou blijken uit het bloedonderzoek en bij de uroloog – natuurlijk wel gewoon zouden gaan rennen. Niet dus. “Hoi, zit bij uroloog. Rennen mag niet. Later meer”. Het bot in mijn heup kan het zomaar begeven, denken ze. Dus maar even niet.
D. heeft de primeur. Eenmaal thuis de familie ingelicht en wat andere dierbaren. Vervolgens krijg je zowat geen eten naar binnen, bel je wat, app je je een ongeluk en huil je af en toe tranen met tuiten. Ontkom d’r maar aan. Gelukkig is mijn kind vlak voor en in het weekeinde al zo veel mogelijk bijgepraat.
Voor het werk maak ik de gelukkige keus om het ‘gewoon’ zelf te willen melden. Niet door een leidinggevende, maar zelf. En live. Doodeng.
Dankzij Corona moet het via twee groeps-Skypemeetings. Er zit dus een veilig ‘ruitje’ tussen, maar ik weet wat er gaat komen. Zij niet. Gaat het lukken? Ik word zelf nog heen en weer gekaatst tussen de volslagen ongrijpbaarheid van deze toestand en de onmiskenbare waarheid.
Het begint beide keren met ontspannen gezichten. Het wordt vervolgens een slagveld. De boodschap is zo onverwacht. Ik ben hartstikke fit, leef gezond en dan komt out of the blue de boodschap ‘kanker met uitzaaiingen’. De mokerslag is onontkoombaar of ik het zou laten vertellen door een leidinggevende of het zelf doe, maar het is hartverscheurend om het voor je neus te zien. Tegelijk voelt het goed om het in dit stadium en in mijn woorden te doen, met mijn uitleg, met mij ‘gewoon’ in beeld en met de verzekering dat ik me wel heel goed voel. Er is – naast de tranen en verbijstering – meteen een gesprek, vragen, weinig afstand.
En nu dus het lastigste.
Wachten.
Wachten op de scans van volgende week.
Wachten op de uitslagen en een behandelplan een week erna.
Wachten of er iets, veel, misschien wel niets aan deze ellende te doen is.
Wachten op een perspectief, een mogelijke voorspelling.
Wachten terwijl je niks zeker weet. Kunnen al die boeken die ik voor de komende 30 jaar al in huis had gelijk de container in?
Wachten terwijl je met al je aandacht en zintuigen je heupgebied scant. En ook de omliggende gebieden meeneemt. Voel ik rare pijntjes? Word die heup niet erger? Betekent die hoofdpijn iets? Of is dat van het slechte slapen?
Eerst maar slapen. Morgen weer een dag.
3 reacties
Yep, zo gaat dat. Ik had een verhaal bij de koffietafel op mijn werk. Of meer na de koffie. Ik was de nestor op kantoor met mijn 61 en de jongere collega's waren er stil van. En daarna vragen van hoe verder en dat weet je zelf ook niet.
De eerste vraag die nu bij mij op komt (als collega veelblogger), wat heeft je doen besluiten nu blogs van jezelf te publiceren hier? Overigens van harte welkom hoor!
Mijn blogs waren dus herkenbaar; je eigen ongemak/verbazing/verbijstering en tegelijk het ongemak bij je omgeving; wat nu?, wat kan?, hoe te reageren?
Over het waarom van het plaatsen van een aantal van mijn blogs op kanker.nl:
Kanker.nl fungeert - denk ik - v00r de meeste mensen zoals ik mijn blog heb gebruikt: zelf grip krijgen op wat je overkomt en je ervaringen delen. Op kanker.nl komt daar bij dat mensen ervaringen van anderen kunnen lezen.
Dat laatste is de reden om een paar van mijn blogs via kanker.nl te publiceren. Zo kunnen anderen kennismaken met hoe ik mijn belevenissen heb verwoord. Dat lijkt dubbelop, maar dat is het niet (helemaal). Op kanker.nl zitten andere mensen dan degenen die mijn (al voor ik kanker kreeg bestaande) blog lezen. Een ander publiek dus.
Daarnaast: met mijn verhaal, dat ik ook heb vormgegeven in twee boeken, verzorg ik (gratis) lezingen en gastlessen. Ik kan daarvoor mijn ervaring als docent en journalist mooi inzetten.
Bij de algemene ledenvergadering van IPSO in november heb ik een lezing/presentatie gegeven; IPSO heeft mijn eerste boek verspreid onder de centra voor leven met en na kanker. Verder heb ik lezingen gegeven bij Carma en Poppy's (beide centrum voor leven met en na kanker) en heb ik een gastles gegeven bij een ROC in Delft. De komende maanden verzorg ik enkele lezingen en een gastles.
Bij de lezingen/lessen, die ik op maat aanbied, is er de mogelijkheid om tussen fragmenten door ervaringen uit te wisselen; mijn tekst of ervaring is dan een kapstok om aan de praat raken.
Ik bied de lezingen/gastlessen gratis aan. Voor mij is het een manier om iets te kunnen bijdragen. Sinds ik in november moest stoppen met werken omdat ik onder meer qua concentratie en geheugen niet meer kon meedraaien. Bij het afspreken en verzorgen van de lezingen/lessen kan mijn eigen tempo en regie volgen.
Mensen die profijt kunnen hebben van een lezing/gastles bereik ik wellicht via de blogs die ik op kanker.nl heb gezet.
Tot slot: mijn boeken breng ik in eigen beheer uit. Ik bied ze aan voor de kostprijs van het drukken; van elk verkocht boek gaat € 2,50 naar Carma - Centrum voor leven met en na kanker in Naaldwijk. Nadere informatie over de boeken staat op mijn blog erikhuisman.wordpress.com
Mijn tweede boek.