Onbarmhartig en hoopvol rauw
02.15 uur. Agenten voor de deur. De huisdeur, want nee, geen inbraak in de winkel. Iets met Max. Zoon. Telefoonnummer van de recherche in Den Haag. Bellen. Iets met vijf surfers. Scheveningen. Twee gered. Drie vermist. Ja, ook Max. Vermist. “Ik hoef geen hoop meer te hebben.”
Marjolein Hartman verloor op 11 mei 2020 haar zoon in het door wind en stroming opgestuwde schuim bij Scheveningen. Max. TU Delft-student. Begin 20. Haar kind. Een onvoorstelbaar verlies. Van dat verlies doet Marjolein verslag. Vanaf minuut één tot pakweg twee jaar na de onheilstijding. En dat doet ze rauw. Onbarmhartig, hartverscheurend rauw.
Hartverscheurend mooi
Moet je je daaraan wagen als je toch al geraakt bent door kanker? Hoeft niet. Kan wel. Want het is lelijk in al zijn rauwheid. En het is mooi in diezelfde rauwheid. En herkenbaar. Dus ja, misschien moet je je eraan wagen. Marjoleins verslag is lelijk door de ontreddering die ze recht uit haar hart optekent, door alle boosheid, onbegrip, verdriet, verzet en machteloosheid. Daar staat tegenover dat het hartverscheurend mooi is. Het is allereerst geweldig goed geschreven. En het is mooi door zijn herkenbaarheid voor wie – zoals mensen met kanker – geraakt is door een onvoorstelbaar en plotseling verlies.
Wég is je basis. Wég de idylle van het leven dat je leidde. Wég is je vertrouwen. Wég is de toekomst die je voor je zag voor jou en je naasten. Ergens vlak na het gruwelijke nieuws schrijft ze: ‘Er komen meer vriendinnen van mij. Het is fijn dat ze er zijn, maar ik kan er niets mee. Ik kan niet praten. Ik weet niet wat ik wil. Ik laat mij leven’.
Treffend.
Ontdekkingen
Net zo herkenbaar is dat je ontdekkingen doet. Over jezelf. Marjolein na meer dan een jaar: : “[Ik] zie anderen spelen, ik doe niet meer mee.” Ze geeft haar leven een 5 op een schaal van 10. Het verdriet is dan immenser dan ze in jaar één kon overzien. Er zijn ontdekkingen over anderen. De collega-studenten bijvoorbeeld. Hun ongedachte openheid. Hun verrassende ongekunsteldheid en durf om haar te benaderen. En hoe anders dat is met veel volwassenen in onder meer haar woonplaats, die wegduiken in de supermarkt, haar ontwijken, stil blijven.
Over dat laatste maakt ze zich boos, een boosheid die ik niet voelde uit de tijd vlak na mijn diagnose en ook niet uit de tijd erna. Toch doet dat niet af aan de herkenbaarheid van het probleem: het is voor de omgeving vaak ongekend moeilijk om na een ingrijpende gebeurtenis te reageren, om contact te maken. Want wanneer kan dat? Zit iemand echt op mij te wachten? Hoe laat ik wat weten? Waarmee breek ik het ijs? Onwetendheid, noemt Marjolein het. Van dode kinderen (maar ook calamiteiten als ’íneens kanker’) kijken de meesten weg.
Haar boodschap is: maak contact! Maak contact als omgeving. Maak contact, hoe moeilijk ook, hoe onbeholpen het ook voelt. Het is de poging die telt; dan is er maar een begin. En ik adviseer: kom zelf als ‘slachtoffer’ uit je cocon en maak het je omgeving ietsje makkelijker. Laat je kennen. Helpt echt.
Marjolein Hartman: ‘RAUW’
ISBN: 978 90 903 5482 8
* Voor Carma – Centrum voor leven met en na kanker schrijf ik elke maand een boektip. Een aantal alinea’s over een boek waar ik tegenaan liep. Ik probeer aan te geven waarom het boek mij raakte en geef aan waarom mensen geraakt door kanker er wat aan kunnen hebben. Dat kan nadrukkelijk óók gewoon plezier zijn, zoals ik dat beleef aan het lezen voor en schrijven van deze stukjes. Dit is de vierde ‘boektip’.
De eerdere drie boektips zijn terug te lezen.
Boektip 1: ‘Het licht in ons’ van Michelle Obama
Boektip 2: ‘Alles lijkt zoals het was’ van Frits Spits
Boektip 3: ‘De Goede kwade tijd’ van Paula Giezeman en Frank Wubben
Meer van mijn kankeravonturen lezen? Kijk op mijn blog op mijn blog erikhuisman.wordpress.com