Soms kruist een bijzonder mens je pad. Kort. Hij passeert. En doet dat precies op het juiste moment....
Laat maar gaan. Dat mag. Dat moet. Je hebt zoveel meegemaakt; dat is nogal wat. Laat je gaan. Doet je goed.
Bovenstaande zijn wijze woorden waarvan ik zeer onder de indruk was. En ben. Ze zijn kort geleden uitgesproken en speciaal voor mij bedoeld. Ze raakten me diep en doen me nog altijd iets. Waarom? Waarom komen deze woorden zo intens bij me binnen? Sinds ze gesproken zijn, gaan ze niet meer uit mijn hoofd, niet meer uit mijn gedachten. Telkens spoelen ze weer aan, al probeer ik ze weg te laten drijven. Ze komen steeds weer bij me terug. Ik kon me met gesproken woorden niet uiten en aangeven wat zo een simpele zin met me doet. Tja, ik schrijver, schrijf het dan maar op...
Ik ben flink, laat me niet gaan. Soms.... in veiligheid en geborgenheid, maar weinig. Het is niet fijn, voor hen..... Jij zegt laat je maar gaan, dat moet, doet je goed. Ik word er onzeker van; laat je maar gaan, dat doet je goed, je hebt nogal wat meegemaakt..... Dat zegt niemand, want ik ben flink, optimistisch en positief en moet dat vooral blijven. Laat je maar gaan, is lastig, voor hen en na jaren, ook voor mij..... Voel me kwetsbaar, diep geraakt en ontroerd. Onzeker, je maakt me onzeker, omdat ik mag... laat me gaan.... Normaal zeg ík laat je gaan, dat is goed, maakt niet uit, als het jou maar goed doet. Ik ben er voor jou, ik vergeet mij, doe gewoon, wil gewoon, wil alleen maar gewoon mezelf zijn, die ik was, niet kwetsbaar, niet onzeker....
Soms kruist een bijzonder mens je pad. Kort. Hij passeert. En doet dat precies op het juiste moment.
Hoe? Dat kan ik nog niet zeggen. Toch weet ik dat de woorden van deze passerende mens mij beïnvloeden. Kan niet anders. Het rommelt nu al ruim een week in mijn hoofd. In mij. We zijn op vakantie geweest. Een groepsrondreis. Voor de eerste keer. Ik - naïef - wil zoals gebruikelijk gewoon zijn en behandeld worden zoals alle anderen. Want ja, je ziet niets aan mij; ik zie er niet ziek uit en gedraag me ook niet ziek. Je moet goed ter been zijn. Nou, dat ben ik. Ga - en kan - de Alpe d'HuZes lopen, dus dat is geen probleem. Andere mankementen vergeet ik..... Staan. Probleem. Hard en / of recht zitten. Probleem. Kortom, op dag één val ik al door de mand. Nog niet bij iedereen, maar dat duurt niet lang. Waarom heb je het niet gezegd? Nou, omdat mensen op vakantie gaan en ik niet wil dat die vakantie begint met iemand die zegt dat ie beenmergkanker heeft en daarmee ongeneselijk ziek is. Zo wil toch niemand zijn vakantie beginnen. Maar dat verkeerd zitten voor mij al direct (erge) pijn betekent, kan ik niet verbergen. Waar ik in het normale leven rondloop zonder dat de meeste mensen weten dat er iets mis is, val ik op deze vakantie vrijwel direct door de mand. En dat valt me zwaar tegen. Het effect voor de mensen zowel als mijn eigen besef dat ik dus helemaal niet zoveel kan als ik dacht. Als ik al járen dacht..... De illusie van 'ik ga op vakantie en niemand die merkt dat er iets aan de hand is', blijft nog geen dag overeind. Zwaar teleurstellend. Voor mij. In ieder geval voor mij. En dan zegt iemand bovenstaande woorden. Het mag. Ik mag me laten gaan. Zó moeilijk! Maar ook heel bijzonder..... Zoals uiteindelijk heel deze prachtig mooie vakantie ook is geweest. Pure rijkdom. Zoveel gezien, gedaan, beleefd en met alles helemaal geweldig!
2 reacties
Door de mand vallen en weer opstaan, dat hoort erbij, steun liefde en begrip ontvangen blijft een dingetje. Ik ben blij voor je dat je hebt genoten en een mooie herinnering mee hebt genomen, en die illusie armer ach.
Je hebt gelijk Ron, natuurlijk. Ik heb nooit het hele traject van mijn behandeling kleiner gemaakt dan het was. Ook de meest trieste en kwetsbare momenten niet. Maar toch was dit zó direct 'je hoeft niet stoer te zijn als je je zo niet voelt'; eerder een stimulans het tegenovergestelde te doen en te zijn. Dat was en is nog steeds, erg verrassend.