...het raakt ons allemaal....
Kanker draag ik niet alleen, dat klopt. Mijn familie, mijn vrienden, mijn collega's, mijn buren, mijn kindjes op school, de ouders en niet te vergeten mijn zoon. Een ieder die dicht bij me staat en mij lief heeft, is geraakt door deze situatie.
Mijn zoon R, mijn enige kind. De reden van mijn leven. Ik ben zijn moeder en zijn vader tegelijk. Altijd met z'n tweetjes geweest. Wel met een stiefvader en een stiefoma op de achtergrond. Maar alles, alles heb ik alleen gedaan. We hebben het regelmatig moeilijk gehad en we komen van ver. Maar met trots kan ik zeggen dat ik mijn missie volbracht heb. Mijn "Papuchi" is nu een man van 21 en doet het uitstekend. Hij heeft altijd een "oude ziel" gehad. Dat heb ik ook vaker van anderen gehoord . Hij kan heel wijze dingen zeggen en kan zijn gevoelens heel goed uiten.
R. verbaasde mij in het begin enorm met zijn volwassen gedrag toen wij te horen kregen, dat ik waarschijnlijk kanker had. Hij was degene die in het begin mij steeds moed insprak. "Het komt goed, je wordt beter, er zijn goede medicijnen tegenwoordig, je kĆ”n het!" Die hoop kreeg wel een enorme knauw toen de internist bevestigde dat ik sarcoom had en dat de vooruitzichten weinig rooskleurig waren. Hij stelde meteen de vraag over de beste behandelingen, de kans op genezing en mijn levensverwachting. Heftig hoor! Mijn tot dan stoere, sterke en hoopvolle zoon was onzeker en gebroken. Voor het eerst moest hij huilen. Vragen, heel veel vragen over de toekomst Ć”ls er een toekomst was. Voor het eerst spraken we over de dood tot in details. We hebben al eerder oppervlakkige gesprekjes gehad over de dood en mijn wensen en de muziek etc, maar toen was er niets aan de hand. Maar nu leek de dood ineens wel heel dichtbij en wij voelden alsof we versneld dingen moesten bespreken voor het geval dat......... Het was een benauwende gesprek; ik had niet overal een antwoord op. "Wat gebeurt er met mij, mag ik in dit (huur)huis blijven wonen, wat moet er met de spullen gebeuren, wie kan mij helpen, hoe ga ik het financieel bolwerken?" Het gesprek verliep niet zo goed en we raakten erg gestrest. Ik kapte het af en vertelde dat we allebei hulp moesten zoeken. Gelukkig hebben we het later in een veel betere sfeer weer kunnen oppakken. Eigenlijk was alles al geregeld en duidelijk, vĆ³Ć³r de diagnose al. Uiteindelijk hebben we besloten dat het nog lang niet zo ver was. Eerst de behandelingen afwachten.
Zoals ik al zei: dit kankernieuws raakt iedereen in mijn omgeving. Ik zal binnen niet al te korte tijd uitvallen. Thuis, op school, in de buurt, in het sociale leven. Sommige mensen hebben het er moeilijk mee. Zoals mijn duo H. Ze heeft toegegeven dat ze het er moeilijk mee heeft. Voor haar breekt er ook een onzekere tijd aan. Hoe kom ik hier uit, hoe lang gaat het duren, is er een vervanger? We draaiden net zo lekker ons klasje samen. We hadden mooie plannen voor de groep. En trouwens, dat is nu de tweede keer in korte tijd dat haar duo-partner de diagnose kanker krijgt. Maar ik heb wel heel veel steun aan haar. We praten veel. Als ik me neerslachtig voel, bel ik haar en dan praten we het erover. De tranen rollen over onze wangen en dan gaan we verder.
Mijn moedertje weet nergens van. Arme Mamie, ze is 91 jaar oud, dement en woont in een tehuis op CuraƧao. Maandenlang heb ik haar blij gemaakt met mijn komst naar CuraƧao (niet dat ze dat onthouden heeft) en om nu niet meer te gaan. EƩn keer vroeg ze mij waar ik bleef, ze dacht dat ik naar CuraƧao zou komen. Ik wist niet wat ik zeggen moest. Ik heb tegen mijn familie gezegd om haar niets te vertellen, want ik wil niet dat ze ziek van verdriet wordt. Mijn tante, de zus van Mamie, ook hoog bejaard, was heel verdrietig toen ik haar het nieuws vertelde. Ik zou bij haar logeren. Ze keek erg uit naar mijn komst.
En zo zal een ieder van mijn dierbaren deze ellende op zijn of haar manier moeten verwerken.