Vervolg: Ontdekking R.T. van de okselklieren

Vervolg: Ontdekking R.T. van de okselklieren

008b

In de eerste 14 dagen nadat ik de andere behandeling, bestralen van de okselklieren, ontdekt had ben ik natuurlijk blijven zoeken op internet. Dit ging ten koste van de nachtrust welke al in het geding was door de aanhoudende pijn en nu dus ook emotioneel een hogere lading kreeg.
Na zo’n 14 dagen van psychische onrust door al dat gezoek en ondervinden dat ik  gelijk had, ontplofte de ontstane vulkaan op een, zogenaamd, rustig moment. Terwijl ik leuk bezig was in de keuken, kreeg ik een steek in de oksel, waar ik vervolgens naar keek. Zo op het eerst niets bijzonders, maar “het” ontplofte in mijn hoofd. Voor de eerste keer in mijn leven heb ik gegild, en  moest ook verschrikkelijk veel huilen. Lisette kwam direct aangerend………..want het klonk voor haar, in de kamer ernaast, erg angstaanjagend.
Beangstigend was het ook voor haar, en voor mij trouwens ook. Op dat moment kon ik niets anders uitbrengen dan: “Ik wil ZE terug en Zo wil ik niet leven”. In een mum van een seconde is je hele brein van slag en je kunt er niets aan veranderen. Nog meer verdriet, het ging vanaf dat moment overheersen, oncontroleerbaar. Op zo’n moment is een schouder om op terug te vallen erg belangrijk en ik heb deze ten volle gekregen.

In de periode welke er aan kwam veranderde er weinig aan de emotionele lading welke volledig bezit nam van mij. Maar onderschat ook niet welke een invloed dat ook heeft voor de partner. Het feit dat ik had geuit niet meer te willen leven bracht voor Lisette veel angst teweeg. Maar dit wilde zij niet laten merken, hetgeen toch ook wel een spanningsveld creëerde. Ook was er bij haar de nodige boosheid, ze had er bijgezeten toen ik naar nieuwe ontwikkelingen informeerde bij de chirurg en had het ontkennende antwoord ook meegekregen.

Omdat de huilbuien niet van de lucht waren, ondertussen ijsberend rondlopen om nog net niet met het hoofd tegen de muur aan te lopen. Vooral als ik alleen was met mijn gedachten, dan kon het weer behoorlijk ontploffen. Ik zou zo graag een antwoord hebben op de prangende vraag: “Waarom, waarom heeft ze gezwegen over de andere behandeling?” en hoe kan ik deze zorgverlener ooit nog vertrouwen? Zou zij zich maar enigszins kunnen voorstellen wat voor impact het ongewild en onnodig verlies van een orgaan dit op een patiënt heeft?

Dat niet meer willen leven gevoel was in conflict met wat ikzelf wilde. En dat constante gevecht in je hoofd is ontzettend vermoeiend.
In het begin bleef ik wat aanmodderen zonder gerichte steun. Uit een ver verleden had ik nog alazopram liggen en zo van baat het niet, schaadt het niet heb ik deze toch maar uit de kast getoverd. Verpleegkundig onwaardig, maar ja. Dit bracht in ieder geval verlichting, alleen de voorraad was beperkt. En zo toog ik 6-4-2018 weer naar de HIO om over dit nieuwe probleem te praten (in het tel. gesprek van 30-03 had ik hier nog over gezwegen) en vooral om een nieuw recept te krijgen van dit middel. In overleg werd er besloten om psychiatrische hulp erbij te betrekken. De verwijzing “majeure depressie”, waarin ze de periode na de diagnose zwaar noemt en ik een verleden (30 jr. geleden) heb met een depressie, wordt in orde gebracht. Ze vraagt hierin advies en beleid voor de langere tijd.

En zo kregen wij 26-04 bezoek van Rik, de psychiatrisch verpleegkundige , voornamelijk om een inname gesprek te voeren. Bezoek aan de psychiater volgde later.

Een hele tijd ging het zo verder, dagelijks xanax retard (alprazolam), welke de emoties onder controle moest houden. Werken bij de paarden ging nog niet, behalve binnen en buiten zetten. Bij de paarden alleen rond lopen was niet echt bevorderlijk om de gedachten in toom te houden. Dan was ik blij dat H. voor de verzorging kwam en me er met een babbel weer op een lijn zette. We hadden ook veel steun van zijn familie welke ons regelmatig uitnodigde om de zinnen wat te verzetten.
Als ik niet in slaap viel of wakker werd met een akelige droom dan vertrok ik naar beneden en liet mij voor de t.v. in de zetel zakken. Dit gaf afleiding voor de hersens en dan viel ik wel weer een beetje in slaap. Soms werden de emotionele gedachten vervangen door een leeg gevoel. Meer dan 4 uur slaap lukte echt niet en dat voor een kleine 2 jaar.
Bewegen was ook nog lange tijd erg pijnlijk en verstoorde de nachtrust ook. Trouwens, algemeen voelde ik mij ook nog niet erg lekker. Sliep ik altijd zonder verwarming, hebben wij deze nu tot half mei dag en nacht aangehad.

Zoals ik in mijn vorige hoofdstuk al aanroerde, er stond nog van alles op het programma. De prikkels welke de emotionele wond steeds weer open hield waren niet van de lucht. Zoveel mogelijk informatie op internet zoeken (en vinden), de second opinie moest geregeld worden, eind april heb ik de rechtsbijstandverzekering om informatie gevraagd, de radiotherapie ging van start en iedere dag als ik voor de spiegel stond zag ik in mijn verbeelding een “groot gat”. Het “preparaat” wat verwijderd was, was 9 x 8 x 2 cm groot, de afmeting zo ongeveer van een pannenspons en dat veroorzaakte een holte in de oksel. Soms kreeg ik bemoedigend een opmerking van derden zoals: “het is nu toch gebeurd” en dat hielp ook niet echt. Hoe goed dat ook bedoeld was. De spontaanste opmerking: “je leeft toch nog” kwam n.b. van een arts en even spontaan heb ik gereageerd, overigens niet erg sympathiek mijnerzijds. Had er achteraf ook spijt van.
Een bezoek aan de poli om de chirurg persoonlijk met een bezoek te vereren was voorlopig van de baan. De drempel was hiervoor te hoog geworden.

Half mei kwam ik dan bij de psychiater, ook weer het volledige verhaal vertellen. Maar wel aan een luisterend oor. En dat allemaal voor een medicijn recept om de emoties onder controle te houden.
Rik kwam trouw op bezoek om te bespreken hoe het ging, belangstelling voor het hele traject.
De “rotte appel” bleef steeds in mijn hoofd hangen, en ik zou er wat voor over hebben gehad indien iemand deze eruit zou hebben geschoten. Lijkt wel cru maar met zo’n gevoel liep ik toch rond. In het najaar vroeg ik aan Rik of dat met elektro shocks te verhelpen zou zijn waarna hij mij het advies gaf om E.M.D.R. therapie aan te vragen. Omdat ik hier nog nooit van gehoord had ging ik dat eerst maar eens opzoeken.

E.M.D.R. staat voor  Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Deze therapie vervaagd de beleving van een herinnering en de pijnlijke gevoelens die eraan gekoppeld zijn. Het trauma blijft niet langer in het nu, waardoor het steeds opnieuw beleefd wordt, maar wordt verleden tijd.
E.M.D.R. kan je helpen als de gebeurtenis je niet loslaat. De gebeurtenis (trauma) , angst of depressie kun je met deze therapie achter je laten.
Het is een afleiding in het brein van het werkgeheugen. Bij E.M.D.R. therapie wordt de pijnlijke herinnering opgehaald en als je het levendig voor je ziet, plaats je het in het werkgeheugen. Terwijl je de gebeurtenis voor je blijft zien, moet je met je ogen een lichtje of ander doel volgen wat heen en weer beweegt. Dit zorgt voor afleiding in het werkgeheugen. Dit raakt vol en de nare herinnering verliest langzaam zijn emotionele lading.
Na een sessie zijn lichaam en geest nog bezig met verwerken en kunnen effecten door werken.
Ontleend aan Slachtofferwijzer.nl

Februari 2019 ging ik voor de eerste E.M.D.R. therapie. Dit startte met een gesprek, voor de zoveelste keer, over wat er allemaal gaande was en bij de volgende afspraak startte de E.M.D.R. therapie. En inderdaad op termijn vervaagde de herinnering. Hoewel er nog regelmatig prikkels waren welke voor momenten de emoties toch weer op wakkerde. Deze prikkels komen in volgende hoofdstukken nog aan bod. In het begin wekelijkse sessie, wat uiteindelijk naar maandelijks ging.
Rik kwam nog tot medio 2019 en bij de psychiater sloot ik het kort daarna af. Mentale ondersteuning bleef ik bij de E.M.D.R. therapeut krijgen.

De xanax retard (wat langzaam zijn werk doet, verdeeld over 24 hr.) liet ik over gaan in alazopram 25 mgr zonodig. Dit beviel mij beter, ik hoefde dit dan alleen maar te nemen als ik in grote nood zat. Begin 2019 ben ik gaan experimenteren met het natuurlijke middel, St. Janskruid, 3 x dd en dat beviel erg goed. De alazopram minder vaak nodig. Al die spanning welke maar aan bleef houden geeft ook zijn vruchten af aan de omgeving. Vanaf eind 2018 liep het idee van het Medisch Tuchtcollege en hier waren wij erg veel mee bezig. Dit spanningsveld brachten wij over op onze hond Bruno en zo togen wij eind juni 2019 met spoed met hem naar de dierenarts. Na röntgenonderzoek (zondag) waar niet echt iets uit kwam vertrokken wij ’s maandags voor een echo naar St. Martens Latem. Diagnose: ontstoken maag- en darmslijmvlies, vergelijkbaar met een maagzweer ten gevolge van spanning. Reden voor ons om ons relaxter te gaan gedragen.
Maar toch, ik stond er mee op en ging ermee naar bed, merkbaar voor mijn omgeving. Mijn gezicht vertoonde een spanningsveld welke pas na een jaar of 3 wegebde. Het schrijven van dit blog heeft hier zeker ook aan meegeholpen.
Zelfs bij het zwemmen wat ik wekelijks deed was de spanning voor de andere zwemmers voelbaar. Ik sloeg zo hard op het water dat de andere zwemmers (bekenden) elkaar waarschuwden als ik in aantocht was. Ook de humor kreeg een speciaal tintje. Om een voorbeeld te noemen. Op zeker moment was ik toch weer verdrietig en Lisette bood mij haar schouder aan. Toen heb ik de opmerking gemaakt: Goh, nou heb ik toch nog een kliertje onder mijn oksel! Dit viel een arts in Gent ook op, hij maakte de opmerking: “Jullie hebben heel wat meegemaakt, dat hoor ik aan jullie humor”. En het oedeem in de rechter thoraxhelft noemde ik mijn 3e tiet.

 

 

En om dit hoofdstuk af te sluiten, met een gedicht waarvan ik denk dat het mijn gevoel goed weerspiegeld.

Men zegt dat ik ze los moet laten,
Maar ik wil ze bewaren.
In een mandje zou ik ze willen doen,
Geen mandje mooi en groot genoeg.
Nu bewaar ik ze in mijn gedachten.
Want ik mis ze en verlang
Ook moet ik het een plekje geven
Maar waar? Vergeet niet dat ze niets zijn
Want ze zijn een deel van mij
Ik moet ze bewaren in mijn verhaal
Gedachten waarvoor ik een plekje zoek

HIO = huisarts in opleiding
R.T. = radiotherapie ofwel bestralen