Op weg naar de uitslag van de controleonderzoeken, hoe kan ik het aan?
Me, myself, and I
De dag van de uitslag
Vanmorgen ben ik met mezelf en echtgenoot naar het ziekenhuis geweest. Een zware tocht omdat ik uitslag kreeg van controleonderzoeken. Ik schrijf dit verhaal omdat ik van me af moet schrijven en omdat ik weet dat er heel veel mensen zijn die ditzelfde moeten ondergaan en hier niet mee om kunnen gaan. Misschien helpt mijn verhaal een heel klein beetje.
Zoals gezegd ben ik dus met mezelf en echtgenoot naar ziekenhuis geweest. Ik ben ik en zit vol levenslust en energie en sta figuurlijk midden in het leven en hoop vandaag bevestigd te krijgen dat dat misschien ook letterlijk zo is. 1,5 jaar geleden is er bij mij darmkanker geconstateerd helaas met uitzaaiingen in een aantal lymfeklieren, en daarom ben ik geopereerd en heb ik chemokuren gehad. Ik heb een rechte rug en ga recht op mijn doel af, stel mijn vragen, luister en handel als dat nodig is. Daarnaast is er nog die andere persoon die ik in me heb, en dat is mezelf. Mezelf is klein en bang en in dit geval doodsbang op een verkeerde uitslag. Mezelf (en ik ook trouwens) weet precies wat er gaat gebeuren als het weer mis gaat, en mezelf is bang voor onzekerheid, pijn, een jaar of misschien wel altijd het leven kwijt. Mezelf weet ook dat de kans groot is op terugkeer en mezelf heeft al sinds de dag van het controleonderzoek een soort hand om de keel. Om me tegen mezelf en alle gevoelens en vooral hersenspinsels te wapenen probeer ik soms mezelf even uit te zetten en ga ik als toeschouwer naar mezelf kijken en de omgeving daar om heen en dan gebruik ik mijn ik om hier doorheen te komen. Ik zie mezelf als het ware als derde persoon en roep mezelf steeds tot de orde als mezelf aan de haal gaat met mezelf. Anderen kunnen dat niet voor je doen, in ieder geval niet voor mij, want die goedbedoelde steuntjes in de rug doen juist zo’n pijn. “Tuurlijk ben je niet ziek, je hebt zoveel energie.” “Het komt goed, want je bent sterk.” “De kans is groter dat het niet terugkomt dan dat het wel terugkomt.” Dat moet een ander niet zeggen, maar dat mag ik wel tegen mezelf zeggen.
Vanmorgen liepen we dus door de gang en trokken mijn echtgenoot en ik mezelf mee. We kwamen een oude bekende tegen. “Goh, wat ben ik blij dat ik je zie, ik hoorde dat je ziek bent, maar dat ben je niet meer want je ziet er fantastisch uit!”. Mezelf kromp ineen maar ik ging staan en zei: “Ik voel me ook geweldig, maar dat zegt natuurlijk helemaal niks, grote kans dat het goed is, maar ook grote kans dat het foute boel is”. Vervolgens naar de wachtruimte waar ik zo al kon zien dat er nog een paar ikken zaten, maar vooral mezelven. Ik keek rond, observeerde en stond niet toe in mezelf te zitten. We werden gehaald. Het eerste wat ze zei was: de uitslag is goed. Mijn echtgenoot is blij, ik ben blij. Mezelf liet ik tijdens dit gesprek nog niet toe, dit is te groot, te veel en ik moest mijn vragen nog kwijt. Nu zijn we een paar uur later en ontdooit mezelf langzaam, de hand om mijn keel wordt iets losser. Ik kan mezelf bijna weer toelaten en ga ditzelfde weer toepassen over een half jaar.
4 reacties
Mooi geschreven en oh zo herkenbaar
Hoe mooi heb je deze blog geschreven, hoe herkenbaar ...ik zit met tranen in m'n ogen te lezen , zo herkenbaarWat kan ik me dat gevoel goed herinneren, en de allesverterende angst,bij de uitslagen iedere keer. De films die zich in mijn hoofd afspeelden. Ik heb van controle naar controle geleegd en ben er doorheen gekomen, nu 5 jaar.. Ik gun het je enorm dat het bij jou ook zo zal gaan, zodat je weer kunt genieten .
Ik gun je ook dat je erkent wordt in je ziekte en angst , maar ik begrijp ook wel dat mensen gewoon niet weten wat ze moeten zeggen, voor anderen ook heel lastig, uit angst je pijn te doen. Mij deed het pijn dat sommige vrienden me gingen mijden, of dat juist onbekenden me gewaagde of lompe vragen gingen stellen. Waardoor ik niet meer naar buiten durfde.
Wat me nu nog zeer doet is dat ik er blijkbaar niet meer over mag praten. Want ik ben toch beter? Maar de mentale pijn die het me gekost heeft omdat ik niet kon delen zit er nog.
Ik duim voor jou dat het iedere keer een goede uitslag mag zijn , en dat je hoe dan ook goede steun krijgt van familie en vrienden om je heen.
Liefs, Linda
Mezelf, mezelf, ik en zij.... je komt ze elke dag tegen. Net als jij heb ik zojuist weer een aantal controles gehad. Moet de uitslagen ook nog krijgen. Vreemd genoeg maken mensen in je omgeving zich vaak zorgen om die daadwerkelijke controles, die vinden ze eng. Maar bloedprikken, scannen etc. doet me niks meer, dat heb ik geaccepteerd en laat het gebeuren. Mezelf neemt achteraf een gebakje bij de koffie als beloning en gaat weer door. Al zeven jaar lang.
Nee, het is de tijd naar ... en de uitslag van ...die mij angst aanjaagt. Bovendien krijg ik een steeds grotere hekel aan 'naar het ziekenhuis gaan'. Dat meewarig kijkend, stiekem loerend, meelijwekkende blikken gevend publiek. Ik gruw ervan, zeker op zo'n beladen moment wanneer je het kamertje verlaat, vaak als geestelijk wrak met tranende ogen.
Als ik zelf in de wachtkamer zit verdiep ik me in m'n E-reader om andere patiënten maar niet met zo'n blik aan te hoeven kijken. Ik erger me dood aan alle - vaak triviale - gesprekken over dood en lijden. Ja, ik ben er dan even niet! Misschien onaardig, maar voor alle partijen op dat moment het beste.
Tegenwoordig los ik het anders op. Ik vraag om een telefonische afspraak om uitslagen door te geven. Ik spreek met mijn arts met mijn patiëntendossier open voor me op het scherm. Lekker ik en mezelf in de vertrouwde omgeving van ik en mezelf om lekker te kunnen janken met ik en mezelf. Dat werkt voor mij uitstekend en bevalt mijn artsen ook goed.
Ik incasseer de steeds slechter wordende uitslagen, kan die in alle rust verwerken met diegenen die me lief zijn, zonder commentaar gevende pottenkijkers. Het bespaart me ook twee stressvolle lange autoritten (om een openbare treinrit zonder zitplaats al helemaal te vermijden). Met mijn oncoloog maak ik een nieuwe face-to-face afspraak om behandelingen door te spreken mocht dat nodig zijn. In de tussentijd kunnen ik en mezelf alles verwerken en eventueel nieuwe besluiten nemen. Mijn dokters kunnen behandelingen gaan zoeken. Ergo, bij beide kampen rust in de tent.
Naar buiten toe zijn ik en mezelf open en eerlijk over mijn ziekte en niet bestaande toekomst. Maar dat open zijn kent nadelen: velen verwachten namelijk ook te kunnen genieten van mijn leed, en van het feit dat zij de oplossing menen te weten van mijn problemen, niet beseffende dat dat juist utopisch is.
Het echte leed, dat echte lijden en de onzekerheid is voorbehouden aan mezelf, mijn geest en enkele gelieven. Dat beeld, die kleine zwakheid, toon ik niet aan de buitenwereld, het blijft in mijn cocon. Het is namelijk alleen van mij! Ik heb daar als mens (alleen)recht op. Alles wordt op den duur door die kanker van me afgenomen, maar dat ene, dat mezelf ... niet.
Ik ben hier nieuw, maar fijn om te lezen dat er ook telefonisch contact mogelijk is. Het is - weet ik - een crime om Amsterdam te bereiken. Tot nu toe varieerde de reistijd tussen twee en half uur (ramp) en 35 minuten (wat een verademing). Ik ben inmiddels 5 keer in het AvL geweest, prachtig ziekenhuis, lieve mensen, maar kom er hoe dan ook liever niet. Maar lievere broodjes worden helaas niet gebakken.