Woensdag 24 juli... de dag van de borstsparende operatie.
Vandaag moet ik me 's ochtends melden in het Alrijne Leiderdorp. Mijn ouders brengen Peter en mij en zetten ons voor de ingang af.
Voordat ik naar de verpleegafdeling ga krijg ik eerst radioactieve vloeistof in mijn borst gespoten. M.b.v. deze vloeistof en speciale apparatuur kan de chirurg de poortwachtersklier tijdens de opetatie lokaliseren. In mijn informatiemap stond een hele andere uitleg, waarbij je een dag eerder langs moest komen hiervoor, dus ik had niet verwacht dat ik op de ochtend van mijn operatie deze injectie kreeg en ik had al helemaal niet verwacht dat ik binnen 2 minuten klaar zou zijn.
Veel vroeger dan verwacht stapte ik dus samen met Peter de verpleegafdeling op, waarna we mochten gaan zitten en even moesten wachten op verdere instructies . Voor de zekerheid vraag ik nog even aan de baliemedewerkster of het wel klopt dat ik alleen een injectie heb gekregen en dat er verder geen foto's zijn gemaakt, zoals beschreven in de brochure. Zij twijfelt en gaat het even navragen. Even later komt de zaalarts met een hele delegatie (stagiaires en een nieuwe collega die moet worden ingewerkt) naar me toe om mij gerust te stellen en uit te leggen dat alles goed gaat. Kort daarna word ik opgenomen voor een snelle medische check en word ik naar mijn kamer gebracht, waar nog een dame en een heer liggen. Het 4e bed is leeg. Ik heb nog ongeveer 2 uurtjes tot aan mijn operatie en krijg het prachtige blauwe operatiejasje, een pilletje tegen evt. misselijkheid en de instructie om kort voor de operatie nog even te plassen. Ik berg mijn spulletjes op en neem afscheid van Peter die met de bus naar huis gaat. Ik ben minder zenuwachtig dan ik had verwacht, maar vind alles nog wel erg onwennig. Het is voor mij de eerste keer dat ik ben opgenomen in een ziekenhuis, eerste operatie ooit en dus ook mijn eerste narcose.
Ineens staat er een jongeman aan mijn voeteneind met de mededeling dat ik al aan de beurt ben. Een uur eerder dan verwacht. Ik hijs me in mijn pakje en heb geen tijd meer om Peter een berichtje te sturen dat ik al aan de beurt ben. Ik neem de pil en ga snel nog even plassen en voor ik het weet word ik door de gangen van het ziekenhuis gereden naar de ruimte waar ik een infuus krijg.
In deze ruimte staan een stuk of 6 bedden en het is een soort lopende band werk van infuus aanbrengen, bloeddruk en temperatuur opmeten en plakkers aanbrengen voor de hartmonitor. Ik word geholpen door een vriendelijke man en we kletsen wat over familie, talen en reizen. Het infuus gaat gelukkig in 1x goed en doordat alles ineens zo snel ging heb ik ook nog geen tijd gehad om zenuwachtig te worden. Wel denk ik aan Peter, die zich wellicht afvraagt waarom hij niks meer van mij hoort.
De 1 na de andere patiƫnt wordt van de lopende band weggereden naar de OK, ik ben de enige die achterblijft. De verpleger die mij eerder heeft klaargemaakt voor de operatie komt af en toe even kletsen om de tijd te doden. Hij laat weten dat ik waarschijnlijk toch pas geopereerd ga worden op de oorspronkelijke tijd, dus daar lig ik dan. Hij vertelt over het ijsje dat ik krijg na de operatie en dat ik aan leuke dingen moet denken als ze me onder narcose brengen. Daar schijn ik lekker van te gaan dromen. De anesthesist komt ook nog even langs en dan is het eindelijk zover en word ook ik richting de OK gebracht. Eenmaal op de OK stellen de chirurg Peter Nijenhuis en zijn assistent Sanne zich aan mij voor en ik beantwoord voor de zoveelste keer die dag de vragen: wie ik ben, wat mijn geboortedatum is en waar ik voor kom en aan welke kant. Als ik helemaal in positie lig op de operatietafel blijkt de anesthesist nog in geen velden of wegen te bekennen, dus vraagt Sanne of ik een leuk muziekje wil horen. Ze zet iets op van John Mayer ofzo, waarop 1 van de andere aanwezigen aan Sinterklaas moet denken. Wij kunnen de link niet leggen, maar al snel gaat het over pepernoten en chocoladeletters. Lekker dan als je zelf al heel wat uurtjes nuchter hebt moeten zijn en best een beetje trek hebt. Haha! Gelukkig doodt het de tijd wel en dan is het eindelijk zover. Ik vond het inslapen niet echt prettig, het deed pijn aan mijn armen, maar gelukkig was ik ook zo vertrokken, dus lang heb ik er geen last van gehad.
En dan word je wakker op de vercouver en blijk je niet zo goed tegen de narcose te kunnen. Draaierig en kotsmisselijk ben ik. Ik krijg een ijsje en probeer dat op te eten. Er worden extra medicijnen toegediend tegen de misselijkheid, maar helaas helpt dit niet. Aangezien mijn bloeddruk en alles verder goed zijn word ik teruggebracht naar de verpleegafdeling, waar ik de rest van de middag als een zombie in mijn bed lig. Zodra ik mijn hoofd beweeg of mijn ogen open, begint alles te draaien en dat maakt me misselijk. de verpleegster komt af en toe langs met water, paracetamol en meer middeltjes tegen de misselijkheid. Ze biedt aan om Peter even te bellen namens mij, omdat ik me echt nog niet goed genoeg voel daarvoor. Tijdens het middagbezoekuur komt Peter langs met bloemen en een ballon. Helaas heeft ie heel weinig aan me, want ik wil nog steeds alleen maar met mijn ogen heel stil blijven liggen. Ik kan veel hebben, maar misselijkheid vind ik echt zoiets verschrikkelijks, vraag me niet waarom?! Peter blijft nog een tijdje bij me zitten om me gerust te stellen. Na een half uurtje gaat hij weer op huis aan.
Aan het begin van de avond komen mijn moeder en zusje ook nog even langs. Het lukt me om af en toe even de ogen te openen en wat te kletsen, maar het gaat allemaal nog niet van harte. Op dat moment is er nog een klein beetje hoop dat ik toch naar huis mag die avond, maar kort na het vertrek van mijn bezoek hakt de zuster de knoop voor me door dat ik beter een nachtje kan bijkomen in mijn ziekenhuisbed. Ik heb op dat moment namelijk nog niets gegeten, ben nog niet zelf naar het toilet geweest en ik lig ook nog steeds in mijn operatiepakje. ze helpt me samen met de nachtzuster die haar over gaat nemen in mijn sport BH en het lukt me om zelf naar de wc te strompelen. Ik neem nog wat pijnstilling en duik weer terug mijn bedje in. Aan eten moet ik echt nog niet denken.