De wachttijd: de MRI-scan
De verpleegkundig specialist van het Flevoziekenhuis had me al gewaarschuwd. De komende weken gaat het wachten het ergste zijn. Het wachten op de vervolgonderzoeken en het wachten totdat de behandeling eindelijk begint.
Op 20 september 2022 kan ik al langskomen voor een MRI-scan in het AVL. Mijn man heeft al eerder een MRI-scan gehad van zijn hoofd en van zijn rug en geeft aan dat er echt niets aan is.
Wanneer ik meeloop met de assistente geeft ze aan dat ze een infuus moet aanbrengen. Hier schrik ik een beetje van. Dit komt totaal niet overeen met de verhalen die ik van mijn man heb gehoord. Tijdens het bloedafnemen in het Flevoziekenhuis heeft de prikker in beide armen moeten prikken. Mijn linkerarm heeft nog dagen pijn gedaan. De assistente vraagt mij plaats te nemen in een stoel en probeert een ader in mijn rechterarm te vinden om het infuus aan het brengen. De naald zit erin, maar er komt geen bloed uit. Ze probeert het links. Gelukkig lukt het daar wel. “Je aderen liggen diep en ze zijn nauw.”, zegt ze. Ze laat me weten dat er ook permanentere oplossingen zijn die aangelegd kunnen worden. "Zorg vooral dat je geen speldenkussen wordt”.
We gaan naar de kamer waar de MRI-scan wordt gemaakt. Ik ken het apparaat alleen van de series. Ik krijg twee oordopjes die ik in moet doen tegen het geluid. Daarna geeft de assistente aan dat ik op mijn buik moet gaan liggen. In de verrijdbare tafel zitten twee gaten waar mijn borsten in moeten komen te hangen, zodat hier goede foto's van kunnen worden gemaakt. Ik moet mijn armen gestrekt naar voren leggen. Ze zet bij mij nog een koptelefoon op met wat muziek erop. Daarna word ik in superman-houding het apparaat ingereden.
Ondanks de koptelefoon hoor ik het apparaat enorm piepen en bonken. De muziek is bijna niet meer te horen. Het apparaat geeft voor elke scan aan hoe lang de scan gaat duren. Ik doe mijn ogen dicht en tel bij elke scan de minuten af.
Als ik weer de wachtruimte inloop vertel ik mijn man over de superman-houding en de loshangende borsten. We kunnen er samen om lachen.