3e AC chemo kuur

17 mei stond er weer een consult op de planning, dit maal met mijn verpleegkundig specialist.

Ondanks de loeizware week die ik achter de rug had met de neulasta pijn en mijn kapotte mond moet ik toch glimlachen als ik haar zie. Deze dame straalt geruststelling uit. 
Samen met mama bespreken we alle nieuwe bijwerkingen die ik heb ervaren. Het rapport van de spoedeisende hulp had ze ook al gelezen. Waar ik telkens weer van opkijk is hoe goed mijn bloedwaardes blijven. Terwijl voor mijn gevoel mijn lichaam langzaam kapot gaat.

De verpleegkundige specialist had vandaag ook extra tijd voor me uitgetrokken, zo hebben we ruim 45 minuten gepraat dat voelde fijn. In goed overleg hebben we de volgende kuur met 2 dagen extra uitgesteld om mijn mond wat meer tijd te geven om te helen. En ik kon die 2 dagen ook echt wel gebruiken! Ook is er ditmaal besloten om de dosis te reduceren naar 75% omdat mijn slijmvliezen er teveel onder lijden. Voor mijn slapeloosheid heeft ze me lorazepam voorgeschreven die ik zo nu en dan een keer kan nemen om eens goed door te slapen.
Met frisse moed verlaat ik het ziekenhuis. Die zelfde avond probeer ik zo’n slaaptablet. Ongelofelijk, 8 uur doorgeslapen en ik werd wakker als een totaal ander mens. Wat een verademing.

23 mei is het dan weer tijd voor de 3e kuur. Ditmaal had ik een andere zuster. Ik heb haar uitgelegd over de laatste keer infuus prikken en hoeveel last ik daar nog steeds van had en dat ik daardoor nu angst had. Ze deed het echter perfect! Wat een topvrouw. Soms verbaas ik me over alle lieve mensen die ik tegen kom tijdens mijn traject. Vandaag was m’n beste maatje mee. Ik merk dat het m’n mama goed doet om soms even break te nemen.

Voor ik het weet zit het er weer in. De volgende dag weer een heerlijk fijn etentje met m’n dierbare vrienden. Zoals alle andere keren zet mijn maatje ook weer de prik voor mij. Een vast ritueel met zoveel betekenis. Mijn hart zwelt op van zoveel steun en liefde.

Je zou denken dat je nu ondertussen weet wat je zou moeten verwachten wat er komen gaat. Toch overvalt me in de nacht alweer de pijn van de neulasta, het went simpelweg niet. Ondanks de pijnmedicatie blijft het een hel. 

Mijn mond blijft ditmaal echter beperkt tot een vieze tong met wat pijnlijke plekjes en een vieze zoute smaak. Als een militair met een strak regime, poets, spoel en schraap ik om de boel schoon te houden zodat ik kan blijven eten.

Maar dan sinds maandag 27 mei dienen er zich nieuwe bijwerkingen aan. Ditmaal duizeligheid, flauwvallen en de extreemste vermoeidheid. Ik zit soms uren op een stoel proberend niet knock out te gaan. Op dinsdag heb ik voor het eerst over moeten geven, puur van de duizeligheid. Mijn lijf begint wat op te raken. Mijn moeder moet me helpen met alle kleine dingetjes, zoals ook aan en uitkleden. Ik heb er moeite mee om me daar aan over te geven.

Intens verdriet begint de overmacht te krijgen. Verdrietig over dat simpele dingen ineens moeite kosten. Ik geef me over aan de vermoeidheid. Maar die zelfde dinsdag avond gaat het even niet goed …