Rust en onrust
De laatste nacht van dit jaar begint voor mij onrustig: de hond is ziek, dus ik moet het nodige lopen opruimen. Bovendien blijkt een van de katten zich te hebben verstopt in de kledingkast uit angst voor het vuurwerk dat al weken wordt afgestoken maar nu behoorlijk heftig is. Zieke hond schrikt van bange kat die tevoorschijn komt en blaft alles bij elkaar. Theo krijgt gelukkig niets mee van dit alles: zijn plaspauzes vallen op andere momenten. Het gaat nog goed met hem. Door het slechte weer en een hond die niet buiten wil lopen uit angst voor het vuurwerk zijn we veroordeeld tot thuis zitten. Ik ga boodschappen doen, Theo loopt buiten zijn rondje en doet zijn oefeningen en we doen wat huishoudelijke taken, maar verder houden we ons gemak. Theo zit met rode wangen te glimmen in de stoel, weggedoken in een boek. Dat het lezen weer lukt vindt hij erg fijn. We eten voor de lunch een lekker soepje dat ik uit de vriezer heb gehaald. Theo’s broer heeft tijdens zijn bezoek bakjes met basissoep en rundvlees bij ons achter gelaten die schoonzus voor ons heeft gekookt, erg lief.
Vandaag moet er weer een prik worden gezet om de productie van de witte bloedcellen op te schroeven. Onze dochter zou dit eigenlijk komen doen, maar ze is ziek geworden. Nu moeten we dus zelf aan de slag. Theo schuift het nog even voor zich uit tot na het avondeten. De hazenpeper staat op het menu, toch maar een dag naar voren geschoven. Theo weet niet of het moet smaken zoals hij het proeft, maar het is in ieder geval lekker. Een half uur voordat de prik wordt gezet, moet deze uit de koelkast worden gehaald. Theo besluit de prik zelf te zetten. Na het doornemen van de instructies zet hij zich over zijn prikangst heen en laat de naald in zijn buikplooi verdwijnen. Geen centje pijn.
Terwijl buiten de wind stevig door de bomen waait en het vuurwerk voor de nodige onrust zorgt, ook omdat de hond er steeds van moet blaffen, proberen we de oudejaarsconference te volgen. Bitterballetje erbij, geen oliebollen voor Theo dit keer, en om twaalf uur proosten we met een kop warme chocolademelk. We moeten toch wat tranen laten: wat een tijd hebben we erop zitten en wat staat ons in het nieuw jaar nog te wachten? Kunnen we volgend jaar 2024 samen verwelkomen? We gaan het zien.