Mijn verhaal (1) – Heftig  nieuws

Ik zit op de bank en denk terug… Wanneer is dit begonnen? Ik weet het niet meer. Vorig najaar heb ik maandenlang gehoest. Een paar keer heb ik de huisarts gebeld, maar die zei enkel dat het moest ‘slijten’. Dat lukte, redelijk. Maar helemaal weg ging het hoestje niet. Een kriebel en chronisch kuchje bleven, maar de grootste hoestbuien namen af, met een opleving aan het begin van dit jaar.

Eind maart begon ’t echter opnieuw, middenin de Coronatijd. Ik was toen ongeveer een maand lang 7 dagen per week lange dagen aan het werk. Bij de zorgorganisatie waar ik werk, draaide alles om Corona en ik vermoedde dat ook ik er door getroffen was. Ik sloot me thuis op en werkte vanuit huis door. Toen ik de huisarts belde, werd ik niet getest. Ook niet via mijn werk; ik werk niet in de directe zorg. Ik bleef hoesten en half mei kon ik eindelijk toch via mijn werkgever getest worden. Die test bleek negatief.

Langzaam kwam ik de deur weer uit. Ik kon het hoesten – ondanks het constante gevoel van irritatie/pijn/kriebel – het merendeel van de tijd tegenhouden. Alleen ‘s avonds niet, dan werd het erger en had ik het echt benauwd. Het gevoel dat er iets niet in orde was, groeide. Op mijn aandringen mocht ik bij de huisarts langskomen. Haar conclusie: een postviraal hoestje.
Toch niet helemaal gerust op de diagnose ging ik een paar weken later langs de teststraat. Weer negatief.

Mijn benauwdheidsklachten namen toe en ik belde de huisarts weer. Als het geen Corona is, wat dan wel? Ik mocht niet langskomen, maar kreeg een recept voor Ventolin. Dat zorgde wel voor hartkloppingen, maar bood geen verlichting.
In juni schreef ik een mail naar de huisarts. Of ik nu alsjeblieft wél langs mocht komen? Niet heel enthousiast maakte de assistente een afspraak.

Eenmaal bij de huisarts legde ik uit dat ik het niet vertrouwde. Misschien was het de stress van vier maanden lang extreem veel werken, maar ik bleef benauwd en wilde zeker weten dat het niet iets anders is. Ze besloot uiteindelijk toch maar tot een uitgebreid bloedonderzoek, inclusief antistoffen voor Corona, en longfoto’s. Meer ter geruststelling voor mij dan dat zij dacht dat er iets aan de hand was.

De foto’s werden op donderdag gemaakt en ik zou op maandag gebeld worden voor de uitslagen, ook van het bloedonderzoek. Op vrijdag belde haar collega echter: “Er is een vlek te zien op je long, je krijgt een verwijzing naar de longpoli.” Gezien de ijzige manier waarop het me werd medegedeeld, maakte ik me nog niet echt zorgen. Dat kwam de maandag erop pas, toen de eerste huisarts belde met de bloeduitslagen, maar het gesprek startte met: “Zo, dat is heftig nieuws, hè?”

Ik zat midden in mijn werk en dacht even dat haar opmerking daaraan gerelateerd was. Ik vroeg wat ze bedoelde.
“De uitslagen van het longonderzoek.”
“Oh, bedoel je dát?” was mijn eerste reactie. “Een vlekje en een verwijzing naar de longpoli toch?”
“Ja…” Haar stem klonk aarzelend.
“Moet ik me zorgen maken?”
“Nou…” Ze zweeg even, maar net iets te lang. “Mééstal is het bij deze vorm niet kwaadaardig…”

zie ook: https://www.hoevrouwendenken.nl/2020/08/23/mijn-verhaal-1-heftig-nieuws/