Mijn verhaal (4) – Wachten, wachten, wachten

De dag van de longpunctie begon met heel veel lieve berichtjes om me sterkte te wensen. Zelf zag ik er niet zo tegenop. Punctie, paar uur plat en dan weer naar huis. Het was mooi weer, windstil en warm. Als alles goed ging, konden we misschien nog wel naar het strand ’s avonds.

Had ik het even mis!

De punctie duurde bijna een uur. Een prikroute vinden, vanaf de zijkant van mijn borst tussen mijn ribben door, bleek op zijn zachtst gezegd een uitdaging. Dat lukte het beste als ik uitademde, maar bij ver uitademen moest ik hoesten. Ik weet niet hoe vaak ik de CT scan in en weer uit ben geweest, voordat ze begonnen met prikken. Ook toen de naald stukje bij beetje naar binnen ging, verdween ik tussendoor met regelmaat in de scanner. Door de plaatselijke verdoving ging het eerste deel redelijk pijnloos. Tót ze bij het longvlies kwamen. Dat voelde niet fijn. En dat is een gigantische understatement.

Ze gingen door het longvlies en namen een hapje van de tumor. Te weinig weefsel. De naald werd verplaatst, ik moest uitademen, maar voelde dat ik moest hoesten en kreeg het Spaans benauwd. Nog een hapje. Weer te weinig weefsel.

Bij poging drie moest ik heel hard uitademen. Ik deed mijn best en probeerde uit alle macht niet te gaan hoesten. Pijn, benauwd, laat het alsjeblieft klaar zijn! Poging drie bleek gelukkig de winnaar. Het weefsel werd “veilig gesteld” en de naald verwijderd. Nog één keer hard uitademen. Pijn. Mijn longvlies was duidelijk niet blij met al het gerommel.

Terug naar de zaal van de dagbehandeling, nog een uur plat. Na een uur een röntgenfoto. De pijn die was weggezakt, kwam in volle hevigheid terug toen ik opstond voor de foto. Terug op de zaal moest ik nog steeds blijven liggen, maar ik mocht eindelijk eten en drinken, iets wat ik tot dan toe – het was inmiddels tegen haf twee – nog niet had gedaan. Een uur later bleek de foto goed te zijn en mocht ik naar huis.

Thuis ging alles prima in ligstand. Bij overeind zitten of staan bleef er een scherpe pijn in mijn zij en achter mijn schouder. Ik voelde continu een hoestkriebel, maar kon niet hoesten. Nu begreep ik waarom ze in het ziekenhuis bijna moesten lachen toen ik vooraf vroeg of ik ’s avonds naar het strand mocht. Misschien morgen.

De woorden van één van de aanwezigen tijdens de punctie lieten me thuis niet los: “U bent nog zo jong hiervoor…”
Waarvoor dan? Zou zij al gezien hebben wat het was? Degene die de punctie deed, gaf wel aan dat het een “mooie, ronde tumor” was… Iets wat normaal gesproken goed nieuws is. Maar ze zei ook dat we verder maar de uitkomsten van de pathologie moesten afwachten.

Dat wachten was wel de rode draad de afgelopen periode. De dagen kropen voorbij richting de dag van de uitslag, terwijl de rest van de wereld door raasde. Het niet weten, dat is het ergst van alles. ’s Avonds belde een collega en haar gepraat over werk leidde me eindelijk af. Ik had nog een paar dagen vakantie, maar keek ernaar uit om weer te gaan starten. Vakantie bood niet genoeg afleiding om niet na te denken.

Zie ook: https://www.hoevrouwendenken.nl/2020/08/28/mijn-verhaal-4-wachten-wacht…