In de wachtkamer

Koud en guur fietste ik deze decemberochtend naar de PET-PSMA-SCAN toe . Al zes weken niet meer op m'n vertrouwde zorgplek geweest. In een mum van tijd nam een verpleger mij mee om het infuus toe te dienen wat het scan-apparaat in staat zou stellen al mijn lichamelijk falen bloot te leggen. Deze informatie zou de oncologen moeten helpen  een nieuw behandelplan voor mij te  ontwikkelen.

Kanniewachten; kom maar op...
Toch anders als een man zo'n spuit gaat zetten; je wordt weliswaar op basis van gendergelijkheid behandeld maar dat moet je bekopen met aanzienlijk meer prikgehannes dan het gemiddelde vrouwelijke  equivalent teweeg brengt. Zes dagen later voel ik nog precies waar het fout ging.
Maar goed, de volgende fase wordt interessant; met minimaal drie mannen 1,5 uur je eigen prostaatinfo uitwisselen in de wachtkamer voor de PET-SCAN. Niet omdat het zo druk is, maar het radioactieve infuus moet z'n weg door je lijf weten te vinden en dat  kost de nodige tijd. Met z'n drieën is dat verrassender  dan alleen en ook veiliger voor de omgeving.
Aanvankelijk  viel het tegen; het praten werd bemoeilijkt door een lotgenoot die luidkeels  een programma over dhr. van Gaal ongevraagd met ons aan het delen was.  Als lotgenoot was de nationale arbiter hier natuurlijk op z'n plek, maar de inhoud van het verhaal veel minder. Althans niet in mijn verwachtingspatroon.
Toen de luidruchtige deler na korte tijd ingewisseld werd om in de PET geschoven te worden kwamen we al gauw los.
De ingewisselde nieuwkomer -met een boodschappentas vol luiers- legde uit waarom dit hulpmiddel noodzakelijk was om droog van Boxmeer hier in Nijmegen aan te komen. Mijn nachtelijk plasproblemen werden vervolgens getackeld door onze derde lotgenoot die duidelijk maakte als oplossing voor een veelvuldige stoelgang één borreltje per avond te nemen. Met die aanpak kwam hij met één plasje de nacht door. Dat het andere deel van deze schijnbaar aantrekkelijke oplossing een medisch ingebracht slangetje met een kraantje vanaf de blaas was,  temperde ons aanvankelijk enthousiasme dan ook danig.
Het verhaal van de volgende ingeruilde man -met darmkanker en prostaatkanker tegelijk- kreeg van ons extra spreektijd; deels vanwege de ernst en omvang van de diagnose, en zeker ook vanwege de humor in zijn verhaal.
Nadat ons gezelschap uitgegroeid was tot vier lotgenoten ontstonden er twee subteams:  één clubje van mannen met een PSA van ergens tussen de 0,1 en 0,5  versus de PSA-ers van boven de 10.  Ik kan drie keer uitgelegd krijgen dat beide gevallen even ernstig kunnen zijn, maar het blijft een ongemakkelijk te doorgronden verschil voor mij.

Langzaamaan naderde mijn afscheid van dit gezelschap; op mijn valreep kwamen we tot de conclusie dat deze vorm van lotgenotencontact minstens zo waardevol was als de PET-SCAN zelf. Met dat tevreden gevoel liet ik mij inschuiven...

Moer

 

2 reacties

Het lijkt haast wel een inloopuurtje bij een prostaatkankerstichtinginloophuis. Ik heb mij daar nog niet toe kunnen zetten, om daar eens heen te gaan, dus geen ervaringsdeskundige daarin. Je moet je per mail inschrijven, dus dan wordt het een moeten en ik wil niet meet moeten. Als ik mij daartoe wil verleiden, dan moet dat spontaan gaan.

Terugkomend op jou, ik hoop van harte dat de scan een goed resultaat laat zien, in de zin dat er niets te zien is. Wat dan wel weer jammer is voor je lotgenotencontact.

Laatst bewerkt: 10/12/2022 - 09:39