Kanker kun je hebben

https://atevegter.wordpress.com/2019/06/21/1449-kanker-kun-je-hebben/

Het is nog vroeg en een prachtige dag. Ik stap in de auto en rijdt niet naar mijn werk, maar naar de parkeergarage onder de Stopera. Ik heb een training in de Boomspijker aan de Rechtboomsloot in het oude hart van Amsterdam. Ik kan veel beter met de bus gaan, maar ik durf dat niet meer zo goed omdat ik tegenwoordig steeds vaker moet plassen.

Het is een prachtige dag en ik loop al genietend van het Waterlooplein naar de Rechtboomsloot en maak foto’s van de oude stad. Het is een training over vitaliteit en ik weet dat er veel ruimte is om iets te delen en ik heb besloten dat ik vandaag wil bespreken waarom ik het zo moeilijk is om met anderen over mijn ziekte te praten.

We zitten in een kring en iedereen krijgt uitgebreid het woord en nadat ik al drie keer naar de wc geweest ben, ben ik aan de beurt. Ik vertel dat het met mij wel goed gaat en dat mijn werk een vertrekkend circus is en welke dingen ik nog wil doen voor mijn pensioen.

Dan vertel ik dat het met mijn lichaam helemaal niet goed gaat en ik vertel over de oplopende psa en de scans in het AVL op mijn verjaardag en de uitslag daarvan. Dat de hormoonbehandeling, hoeveel opvliegers je er ook van krijgt, toch niet voldoende aanslaat en dat er iets anders moet gebeuren. Dat ik nu de volgende stap moet zetten in plaats van over een paar jaar, dat er uitzaaiingen zijn in de botten, dat dat precies is wat prostaatkanker normaal doet en dat ik nu overga van urologie naar oncologie en dat ze daar beslissen over aanvullende hormoonbehandelingen en chemo. En dat het lastig is om dat aan mensen te vertellen.

En dan gebeurt er iets wat ik nog niet eerder heb gehad in de afgelopen jaren. Ik begin te huilen en het stopt niet meer. De groep draagt het verdriet en ik laat mijn tranen komen en stromen en komen en stromen en dan zeg ik door mijn tranen heen dat ik het wel kan hebben om kanker te hebben maar dat ik het lastig vind om de liefde te ontvangen die ik daarvoor terugkrijg van andere mensen. En dat is de kern en dat is waar het om draait. Ik ben er. Ik droog mijn tranen en snuit mijn neus.

En ik vertel dat ik mij gedragen weet door mijn vrienden en familie, door mijn dappere vrouw en mijn lieve, nog zo jonge dochter en als ik over haar begin, begin ik weer en de tranen blijven nog wel even lopen maar de top van de berg is nu gepasseerd en ik weet dat het gaat over liefde. Ook de anderen gaan open als klavertjes op een zonnige dag en sommigen delen over hún angsten en verdriet. Het is mooi, het reinigt en het loutert en er is een groot veld van aanwezigheid en wat is er mooier dan te delen over het leven en de dood?

Het is de laatste bijeenkomst van deze groep, maar we spreken af dat we elkaar nog een keer zullen zien, ook al bloeden dat soort plannen meestal snel dood, maar dan hoeven we vandaag tenminste geen afscheid te nemen, want wie wil er eigenlijk afscheid nemen?

Ik loop naar buiten, terug door die prachtige, oude stad en ik kom langs het Rembrandthuis, waar een groepje scholieren wordt toegesproken door een juf met harde stem en opeens realiseer ik mij dat ik nu een Museumkaart heb en ik loop aarzelend naar binnen om te kijken hoe dat dan gaat en ik krijg een kaartje voor niks en mag zo doorlopen. Dan troost ik mij aan de ragfijne lijnen van de grote meester.

Ate Vegter, 21 juni 2019

 

2 reacties