Adem in adem uit

“Haal diep adem en houdt uw adem zo lang mogelijk vast”. Met een klem op mijn neus, ontbloot bovenlijf, een 3D bril op mijn hoofd, een snorkel in mijn mond, mijn armen omhoog in twee steunen en in mijn hand een knop om een apparaat te starten, kijk ik naar de lijn op het schermpje voor me die mijn adem weergeeft. Omdat mijn linkerborst bestraald moet worden, leren ze me een ademhaling die de afstand tussen mijn borstwand en mijn hart vergroot en daarmee de hoeveelheid bestraling van mijn hart verkleint. Ik adem in, houd de blauwe lijn dertig seconden boven de groene lijn en adem uit.

Bij de nacontrole is mijn chirurg tevreden met haar werk, net als ik. Ik vraag haar wanneer ik weer aan yoga mag doen. Yoga helpt me zo fit mogelijk en rustig te blijven en geeft structuur aan mijn dag nu ik mijn wereld nog zo klein is. Nog een paar weken wachten, nu nog geen downward facing dog, wandelen mag. “Het duurt een jaar voordat je weer op je oude niveau zit”, zegt ze, “neem tijd voor je herstel”. Van lotgenoten hoor ik dat ze nooit meer de oude zijn geworden. Mijn oude leven van vlak voor de diagnose was zo fijn dat ook 90% daarvan nog steeds fantastisch zou zijn geweest.
 

Sinds het goede nieuws gaan er weer allerlei laatjes voor de toekomst open. Ik voel de frustratie dat ik niet bij de inhoud kan. Ik kan er snel even in kijken en blij worden van wat ik zie voordat ze weer op slot schieten.

Relaxed blijven gaat makkelijker nu mijn vertrouwen in de medische wetenschap zo ontegenzeggelijk is bekrachtigd. Ik blijf me verwonderen over de kunde. Als je in een half jaar tijd tien tumoren kan laten verdwijnen, zal je ook wel weten wat je doet als je me nog vijftien bestralingen laat ondergaan.

Ik zet mentaal de knop om voor deze volgende fase. Het heerlijke idee dat ik binnenkort weer helemaal zelf achter de knoppen zit valt nog niet samen met het besef dat de meeste knoppen niet meteen uitkomen. Die gaan nu de grond in en komen straks weer bloeiend tevoorschijn.

Dankzij meditatie en yoga ademhalingstechnieken weet ik mezelf rustig te houden. Golven van emoties blijven gewoon komen en gaan, net als voordat ik kanker kreeg. Het verschil is dat kanker zulke heftige emoties oproept dat je wel een manier moét vinden om ermee te dealen, simpelweg omdat je anders niet te behandelen bent.

Als je aan een infuus ligt, een operatiekamer wordt binnengereden of de zoveelste tunnel in wordt geschoven kun je wel huilen, boos worden op iemand anders of gaan stampvoeten dat je het niet zo wil, je zal wel moeten. Kanker is een snelcursus emotieregulering waar geen meditatietraining tegenop kan.

“U doet het heel goed, fijn dat u zo relaxed bent”, zegt de verpleegkundige bij radiotherapie als ik de knop loslaat. Bij relaxed denk ik aan beetje Netflixen op de bank, een luie zondagochtend, witte wijn in de zon of een yin yoga les. Niet aan deze zoveelste nieuwe steriele omgeving. Ik adem in en adem uit. Dat zal wel ze bedoelen.

2 reacties