Lekker dromen!
Geluk
Hoe vreemd is het dat je in je diepste dal nog momenten kunt hebben waarop je je gelukkig voelt.Het overviel me soms zomaar. Helemaal uitgeteld op je ziekenhuisbed liggen na een zeer uitputtende, maar o zo lekkere douche. Je favoriete verpleegkundige heeft net lekker schone lakens op je bed gedaan. Je kamer ruikt naar die lekkere deo die je net hebt opgespoten, de zon schijnt je kamer in en ineens is het er. Je voelt je gelukkig.En dat terwijl die kamer zo ongeveer de laatste plek op aarde -en ver daarbuiten- was waar ik graag wilde zijn! Gek toch?
Dromen
Soms probeerde ik mezelf gelukkig te dromen. Ik droomde dan van het huisje dat we eerder hadden geprobeerd te kopen in Frankrijk. Een klein Hans-en-Grietje huisje in mijn favoriete streek, waarvan het terrein omringd was door een metershoge heg die vol zat met tsjilpende mussen. Ik droomde er een strakblauwe lucht bij, een warme zon en een fijne veranda waar ik lekker in kussens en zachte schapevellen kon wegzakken. Mijn dochters zouden lekker liggen lezen in hun pyamaatjes: hun favoriete tijdsbesteding tijdens eerdere vakanties. O ja, en een hondje mocht er niet aan ontbreken. Ons lieve vakantiehondje Moosje, een eigenwijze Jack Russell, lag in mijn dromen lekker bij me.Mijn vrienden zouden op bezoek komen om te eten. We zouden muziek maken, de buurman zou aan komen rijden op zijn tractor en aanschuiven voor een wijntje en we zouden de tijd vergeten.
Grootse plannen
Soms maakte ik grootse plannen. Ik zou de mooiste liedjes schrijven en een eigen album opnemen. Dat zou het keerpunt worden in mijn leven. Ik zou worden ontdekt en alles zou goed komen. Nee wacht, alles zou nog beter worden dan voorheen. En we (man, dochters en ik) zouden nog meer van elkaar houden dan voorheen en nooit meer boos zijn op elkaar als ik dit zou overleven.
Normaal?
Achteraf lijkt het dromen wel een overlevingsstrategie. Of beter: een manier om niet gek te worden. Hoe kom je anders door zo'n fase? Inmiddels doe ik alweer een paar jaar mee aan de ratrace die wij het ‘normale’ leven noemen (de ironie!). Al race ik tegenwoordig een stuk minder hard. Ik ging langzaam van één wens terug naar honderdenéén en lijk het dromen behoorlijk verleerd te zijn. Hoog tijd om de laptop dicht te klappen en de binnenkant van mijn ogen te bekijken. (Quote: clown Bassie)
Lieve mensen die nu met kanker moeten dealen, blijf nog lang dromen. Dat kan zo fijn zijn in deze fase. Jullie zijn stuk voor stuk kanjers.
Liefs!
Hoe vreemd is het dat je in je diepste dal nog momenten kunt hebben waarop je je gelukkig voelt.Het overviel me soms zomaar. Helemaal uitgeteld op je ziekenhuisbed liggen na een zeer uitputtende, maar o zo lekkere douche. Je favoriete verpleegkundige heeft net lekker schone lakens op je bed gedaan. Je kamer ruikt naar die lekkere deo die je net hebt opgespoten, de zon schijnt je kamer in en ineens is het er. Je voelt je gelukkig.En dat terwijl die kamer zo ongeveer de laatste plek op aarde -en ver daarbuiten- was waar ik graag wilde zijn! Gek toch?
Dromen
Soms probeerde ik mezelf gelukkig te dromen. Ik droomde dan van het huisje dat we eerder hadden geprobeerd te kopen in Frankrijk. Een klein Hans-en-Grietje huisje in mijn favoriete streek, waarvan het terrein omringd was door een metershoge heg die vol zat met tsjilpende mussen. Ik droomde er een strakblauwe lucht bij, een warme zon en een fijne veranda waar ik lekker in kussens en zachte schapevellen kon wegzakken. Mijn dochters zouden lekker liggen lezen in hun pyamaatjes: hun favoriete tijdsbesteding tijdens eerdere vakanties. O ja, en een hondje mocht er niet aan ontbreken. Ons lieve vakantiehondje Moosje, een eigenwijze Jack Russell, lag in mijn dromen lekker bij me.Mijn vrienden zouden op bezoek komen om te eten. We zouden muziek maken, de buurman zou aan komen rijden op zijn tractor en aanschuiven voor een wijntje en we zouden de tijd vergeten.
Grootse plannen
Soms maakte ik grootse plannen. Ik zou de mooiste liedjes schrijven en een eigen album opnemen. Dat zou het keerpunt worden in mijn leven. Ik zou worden ontdekt en alles zou goed komen. Nee wacht, alles zou nog beter worden dan voorheen. En we (man, dochters en ik) zouden nog meer van elkaar houden dan voorheen en nooit meer boos zijn op elkaar als ik dit zou overleven.
Normaal?
Achteraf lijkt het dromen wel een overlevingsstrategie. Of beter: een manier om niet gek te worden. Hoe kom je anders door zo'n fase? Inmiddels doe ik alweer een paar jaar mee aan de ratrace die wij het ‘normale’ leven noemen (de ironie!). Al race ik tegenwoordig een stuk minder hard. Ik ging langzaam van één wens terug naar honderdenéén en lijk het dromen behoorlijk verleerd te zijn. Hoog tijd om de laptop dicht te klappen en de binnenkant van mijn ogen te bekijken. (Quote: clown Bassie)
Lieve mensen die nu met kanker moeten dealen, blijf nog lang dromen. Dat kan zo fijn zijn in deze fase. Jullie zijn stuk voor stuk kanjers.
Liefs!
4 reacties
Sterkte
Margŕeet
bedankt weer voor je mooie blog!