Liefde!

BAF! Dat was weer een pak met kaartjes die door de brievenbus op de mat bij de voordeur viel. Sinds het verhaal van de kanker zijn ronde deed door de familie- en kennissenkring, door de school van de kinderen en door het dorp, vielen er regelmatig kaarten door de brievenbus. Soms met pakken tegelijk. Er werden bloemen gebracht. Veel bloemen. Prachtige bossen, soms zelfs inclusief vaas. Niets leek mijn vrienden, familie en kennissen te gek om mij te laten weten dat ze aan mij en mijn gezin dachten en met ons meeleefden.

De avond van de diagnose kwamen mijn twee broers naar me toe. Ik had er niet om hoeven vragen. Ze waren er gewoon. Ze konden op dat moment niet meer doen dan er simpelweg zijn. Dat zij dat aanvoelden en deden was geweldig. We hebben gewoon wat bij elkaar gezeten en gepraat en dat was goed. Het waren moeilijke uren en ik was zo blij dat zij er waren.
Ontroerend mooi waren de kunstwerken van de kinderen van de school van mijn dochters. De kinderen hadden zo hun best gedaan met prachtige schilderwerkjes en lieve woordjes.

Later in het ziekenhuis waren er de verpleegkundigen. Mijn EVV’er (Eerst Verantwoordelijke Verpleegkundige) was een prachtige vrouw met donker haar, rode lippen en een zachte stem. Ik voelde me fijn bij haar. Als het even rustig was kwam ze even mijn kamer in en hadden we fijne gesprekken. Omdat ik er veel lag, ontstond er een bijzondere band. Op een dag nam ze een heel mooi knalroze kussentje voor me mee. Een andere keer bracht ze als grapje een knuffeltje mee, een hondje, omdat ik haar had verteld dat ik zo graag een keer in mijn leven een hondje wilde hebben. Ik vond dat bijzonder.

Weer een andere verpleegkundige leende me haar boekje over hondenrassen. Zo kon ik me erop verheugen, mocht deze ziekte een goede afloop hebben,om zelf een harige viervoeter te hebben.
Toen ik niet mocht eten of drinken (en ik enorme dorst had), was er een zuster die me af en toe een perenijsje gaf waar ik dan even aan mocht likken. Dat was zo fijn.
De prachtige diepgaande gesprekken die ik soms had met de verpleegkundigen waren ook een kadootje. Het waren stuk voor stuk hele wijze mensen die door hun werk veel levenservaring hadden. Ze gaven me veel inzichten en handvatten die me hielpen om om te gaan met de moeilijke fase waarin ik mij bevond.

Mijn beste vriendin die BH’s voor me kocht omdat de oude niet meer pasten, en een keer het lekkerste gerecht van mijn favoriete Griekse restaurant bij mij bezorgde in het ziekenhuis. Mijn man die met een zelfgemaakte carpaccio, een tafelkleedje en ‘echt’ bestek naar het ziekenhuis kwam. Mijn zus die over kwam uit Afrika, waar zij woonde, om mijn man te helpen met de kinderen en het huishouden en om mij dagelijks urenlang te kunnen bezoeken. Wat was dat allemaal ongelofelijk lief!

Zelfs aan die vreselijke kanker zat een mooie kant. Om zoveel liefde te mogen ontvangen was hartverwarmend en overweldigend. Er is zo vreselijk veel liefde in mensen. Het voelde soms alsof ik door heel veel handen werd gedragen en door vele armen werd omarmd.

Het zal er vast mee te maken hebben gehad dat ik jong was en midden in het leven stond. Dan ken je veel mensen via sportclubs, de school van de kinderen, werk en hobby’s. En ik kom uit een groot gezin. Mijn broers, zussen, zwagers en schoonzussen zullen er altijd voor me zijn.Mijn ervaring is dat men graag iets voor je wil doen. Die hulp toe te laten vond ik soms moeilijk, maar ik deed er mezelf en de ander vaak een plezier mee.

Hoe is het met jou? Heb of had je lieve mensen om je heen? Heb je behoefte aan gesprekken of houd je je gevoelens liever voor jezelf? Durf je hulp toe te laten, of wil je mensen liever niet belasten?

Liefs en een hele mooie Kerst gewenst!

3 reacties

Als je ziek bent leer je de mensen wel kennen. Ik had totaal geen eetlust meer, de kilo's vlogen eraf. Niks smaakte me meer, totdat de man van een collega van mij elke week met een grote pan soep aan kwam. Mijn duo collega haalde de was op en bracht het weer gestreken terug.
Dan had ik een collega die me me kwam ophalen met de taxi als ik naar huis mocht na de chemo. (De behandelingen waren allemaal in Amsterdam en ik woon in Deventer, om de afstand van het taxiritje te verduidelijken).
Mijn vader kwam elke week in het AMC op bezoek als ik aan de chemo lag. 
En dan inderdaad alle lieve kaartjes. En Noosa chuncks. Ik wilde geen bloemen, in de weken van bestralingen lag ik alleen maar in bed. Vond het zonde van het geld, vroeg in plaats van bloemen een blijvende herinnering, met een eigen verhaal.
dan alle hulp in de huishouding niet te vergeten. Geweldig! En o zo liefdevol naar mijn gezin toe. De jongens waren toen 2 en 4 jaar oud.
Laatst bewerkt: 29/06/2017 - 19:51
Hi Sandra,

Nog steeds heb ik een schoenendoos halfvol kaartjes en die bekijk ik af en toe. Ze geven me nog steeds steun net als de mails die ik bewaarde en de reacties die ik kreeg op mijn blog. De FB-berichten en apps zijn moeilijker terug te vinden. Mensen willen inderdaad wel iets doen of geven, maar vaak kreeg ik toch niet wat ik echt nodig had. Heel gauw werd mijn verhaal overgenomen en moest ik weer naar andere verhalen luisteren terwijl ik zelf nog bomvol zat. Mensen denken heel gauw dat het voorbij is maar beseffen niet de impact ook van een kankervorm met minder fatale gevolgen (basaalcelcarcinoom in het gezicht). Ze willen vaak alleen uit een soort nieuwsgierigheid weten hoe het nu is, maar niet uit echte belangstelling naar mij toe. Er is wel een kern van mensen bij wie ik terecht kan en dat is mijn gezin (man en 3 pubers 13-15-17) en enkele vriendinnen. Ik ben zelf ook wel oplettender geworden voor leed van anderen. Professionele hulp (ziekenhuispsycholoog) vond ik ook soms flink tekort schieten. Misschien ben ik gewoon een moeilijk mens en verwacht ik teveel. Het lukt me steeds beter om dingen los te laten en te genieten van wat er wel is nu het qua gezondheid beter met me gaat.

Groetjes,

Dorothé
Laatst bewerkt: 29/06/2017 - 19:51