Nicky

Toen ik nog een klein Biancaatje was, hadden wij een caravan op Camping De Julianahoeve in Renesse. Dat was een vrij zorgeloze tijd. Mijn broertje en ik speelden zo'n beetje de hele dag buiten. We trokken veel op met 2 kinderen van het gezin schuin achter ons. Qua leeftijd kwamen we overeen. Ze hadden ook nog een kleiner zusje en er kwam later nog een broertje bij. Allemaal heel leuk. Tot het 3e kindje, het zusje, kanker kreeg. Ik zal een jaar of 7 geweest zijn toen ik mijn eerste ervaring had met kanker. Dat was nogal wat. Het meisje was heel ziek en het was ook niet zeker of ze wel beter zou worden. Ze was zelfs zo ziek dat ze er dood aan kon gaan. Als kind greep me dat enorm aan, maar ik was ook vreselijk nieuwsgierig want hoe zat dat dan? Heel onbevangen vroeg ik haar zus en moeder de oren van het hoofd. Aan het meisje merkten we niet heel veel. Ze was wel snel moe en ze had een oud gezichtje. Een beetje eng was dat in het begin, we durfden niet goed te vragen of ze kwam spelen. Maar als ze een keertje met haar zus op straat was, speelden we ook gewoon met haar. Ze was eigenlijk verder heel gewoon.
Niet heel lang daarna gingen ze van de camping af. Via via weet ik dat het goed gaat met de vrouw die het meisje geworden is. 


Mijn volgende ervaring met kanker was op dezelfde camping. De moeder van mijn beste zomervriendinnetje kreeg borstkanker. We waren, als ik het me goed herinner, een jaar of 12, zij ietsje ouder dan ik. Ze kwam uit de buurt van Rotterdam. We zagen elkaar altijd 3 zomervakantieweken per jaar. Mijn vriendin was dan bij haar opa en oma op de camping, de rest van het jaar schreven we elkaar brieven of we belden. Ik denk niet dat ik met haar veel over haar moeder sprak of schreef. Misschien vroeg ik wel hoe het ging en dan zei zij: “Goed",  of misschien ook wel: "Niet goed”, maar het kan ook best zijn dat we het er helemaal niet over hadden. Het  leven ging immers ook gewoon weer door. We hadden het over jongens en Duran Duran. We bouwden hutten, gingen naar het strand en speelden met onze barbies. Ik heb wel gesprekjes met haar opa gevoerd. Als ik hem, buiten die 3 weken van haar vakantie om, dan zag als hij water was gaan halen, moest ik toch altijd even vragen hoe het met mijn vriendin haar moeder was. Het ging steeds een beetje slechter. De kanker kwam terug, er waren geen goede behandelingen meer over, ze kon niet meer beter worden. Ik zag het verdriet en de pijn in zijn ogen als hij over zijn enige dochter sprak,


De jaren gingen voorbij. Wat er precies gebeurd is tussen ons weet ik niet. Ik denk dat we uit elkaar groeiden. Ze ging met een ander meisje om dat mij niet zo mocht, ik sloot me aan bij een andere groep. Uiteindelijk kwam ze niet meer naar de camping. 


Toen ik in Rotterdam ging studeren, ik was inmiddels 20, moest ik vaak aan haar denken. Ik twijfelde om contact op te nemen. Of het vanuit haar of mij kwam, ik ben het kwijt, maar ik weet wel dat we elkaar uiteindelijk spraken over de telefoon.
Haar moeder was inmiddels overleden. Het kwam pas halverwege het gesprek ter sprake. Ik durfde er niet goed naar te vragen. Zo'n olifant in de porseleinkast. Het ging inmiddels goed met mijn vriendin maar ze had een hele zware tijd achter de rug. Was compleet de weg kwijt geweest. Je moeder verliezen als puber is heftig. We spraken af elkaar opnieuw te ontmoeten. Kort voor onze afspraak zei mijn moeder dat ze afgebeld had. Ze ging liever een dagje op pad met haar vriend. We zouden een nieuwe afspraak maken. Dat is nooit gebeurd.

Sinds een tijd hebben we, heel sporadisch, weer contact via facebook. De afspraak die we elkaar beloofd hebben, is na al die jaren nog steeds niet gemaakt. Twee nieuwe pogingen liepen op niks uit. Het concert van Duran Duranwaar we samen naar toe zouden gaan, ging niet door vanwege een faillissement en de lunchafspraak die we daarna planden, zei ze wederom af.


Ze woont inmiddels ook in West-Brabant, haar dochter ben ik zelfs een keertje tegengekomen in de stad. Kennelijk had ze er vlak achter gelopen maar ik heb daar toen niet op gewacht. Geen idee hoe ik moest reageren als ik haar weer zou zien. Mijn ouders zijn haar wel tegengekomen en hebben haar gesproken. Ze herkende hen meteen en had het heel leuk gevonden hen te zien. Maar ondanks dat is er nog altijd die drempel. 


Toen ik 2 jaar geleden zelf kanker kreeg, moest ik weer veel aan haar denken. Ik zat met zoveel vragen. Haar moeder was jonger geweest dan ik, zij destijds iets ouder dan mijn zoon. Hoe was deze tijd voor haar moeder geweest? Hoe was het voor háár geweest dat haar moeder zo ziek was? Had ik haar destijds niet meer moeten steunen? Had ik haar überhaupt meer kúnnen steunen? Ik zie dezelfde gesloten houding namelijk terug bij mijn zoon. Liever heeft hij het er niet over. Het is nu toch goed? Enkele vriendjes van hem vragen wel eens heel voorzichtig hoe het met mij gaat. Ik zie in hun ogen dat ze hopen dat ik zeg dat het goed gaat. Dus dat is dan ook standaard mijn antwoord. Het gaat ook best goed.


Kanker kan verbinden. Maar soms zorgt het alleen maar voor een hele diepe kloof. Ik hoop, om het toch enigszins positief af te sluiten, dat ik haar toevallig een keertje tegen het lijf loop  in de stad. En dat we elkaar dan omhelzen en koffie gaan drinken. Dat hoop ik echt.

3 reacties

Mooi maar verdrietig verhaal weer zeg. Ik hoop dat je haar inderdaad nog tegen komt en jullie dan ook leuke herinneringen op kunnen halen. Je bent een mooi mens en ik weet zeker dat ook zij heel blij zal zijn jou te zien! Als kind was je al geïnteresseerd in mensen en dat is echt al heel bijzonder hoor. 

Laatst bewerkt: 06/07/2021 - 19:24