11. Herstellen van beademing en kanker
11. Herstellen van beademing en kanker
Na de week van beademing heb ik veel opnieuw moeten leren. Als je je spieren een dag niet gebruikt, vallen deze al voor 50% uit, zo heb ik me laten vertellen. Moet je voorstellen wat er gebeurt als je een week geen enkele spier gebruikt. Ik heb opnieuw moeten leren slikken, praten, zitten, omdraaien, aankleden, trap lopen en noem maar op. Niets kon ik meer, omdat ik er allereerst geen kracht voor had, maar daarnaast omdat ik simpelweg niet meer wist hoe het moest.
Van mijn jongste zusje leerde ik slikken zonder mezelf te verslikken en kreeg ik meer vertrouwen in mijn lichaam om weer de dingen te doen die voor anderen zo gewoon zijn. Je kunt je niet voorstellen hoe gemakkelijk de dingen je in je gewone leven afgaan. Kleine dingen zoals sokken aantrekken, je haar kammen of een boterham smeren. Ik kon het niet. Een glas drinken vast houden? Het ging altijd om. Anderen moesten mijn plastic bekertje vast houden zodat ik met een rietje wat kon drinken. De eerste keer dat ik weer een beetje op mijn benen kon staan en mijn schoenen aan moest trekken dacht ik alleen maar; ‘hoe werkt dit? Hoe begin ik en welke handeling moet ik uitvoeren?’ Toen ik bij thuiskomst de trap af liep viel ik naar beneden, omdat ik niet meer snapte hoe het werkt, een trap aflopen. En toen ik voor het eerst weer zelf moest douchen van de verpleging heb ik me in de douche 10 minuten lang afgevraagd hoe je je haar in zeept en hoe je de zeep er dan weer uit krijgt. Maar ik ging ervoor.
Ik stelde voor mezelf elke dag 1 doel. 1 doel dat was het. Aan het begin was een slokje water al een doel en zo breidde zich dat uit. Net zolang totdat ik alles weer zelf kon. De dag dat ik mijn dochter weer zag in het ziekenhuis, na ruim een week wist ik; ‘dit ga ik winnen’. Het was ik versus de kanker, de ic, mijn lichaam. Ik was zo zwak toen ik haar zag en kon haar niet in mijn armen sluiten. Ik wist dat ik haar die woensdag weer zou zien en het enige wat ik dacht was; ‘ik wil haar vasthouden, zelf, zonder hulp’. En dat lukte. Die woensdag had ik genoeg kracht om haar vast te pakken, op schoot te nemen en te knuffelen. Maar wat viel het vaak ook tegen.
De dag dat ik naar huis mocht was ik ongelooflijk gelukkig, maar wat werd ik al snel met mijn neus op de feiten gedrukt toen ik mijn dochter niet kon oppakken en mee naar beneden kon nemen na haar slaapje. Ze was te zwaar en ik had te weinig kracht. Mijn dochter huilde boven aan de trap en ik huilde van binnen mee. Wat was dit confronterend voor ons beiden. Ik kon niet eens mijn eigen kind optillen. Zij had haar mama niet terug en ik was wel thuis, maar was verre van wie ik was en wilde zijn. Er was nog zo’n lange weg te gaan. Ook de pijn en de moeheid viel erg tegen thuis. Het leek soms eindeloos lang te duren en de stapjes die ik maakte waren soms zo klein. Er waren dagen dat ik blij was met elk minuscuul stapje, maar ook dagen dat ik vreselijk gefrustreerd was.
Na maanden van herstel kan ik zeggen dat ik er weer bovenop ben. Mijn dagen hebben ups en downs, maar de ups zijn echt in de meerderheid. De periode op de IC hoop ik nooit meer te hoeven meemaken. Dat het ziekenhuis nog steeds niet weet waar de verdikking vandaan kwam maakt me bang. Want dat betekent voor mij dat de kans op herhaling aanwezig is. De komende maanden zullen bestaan uit het voor zijn van de kanker. Wat ik eerder al schreef is voor mij het krijgen van chemokuren of bestraling geen optie. Opnieuw kanker krijgen kan voor mij direct de dood betekenen, terwijl voor anderen wellicht deze vorm van kanker niet dodelijk zou zijn. Sterker nog, de overlevingskans is groot. Voor de komende twee jaar zal ik daarom elke 3 maanden kijkoperaties krijgen waarbij ze onder volledige narcose de cellen in de gaten houden.
Kanker is en blijft verweven in mijn leven. Dat ik dit heb overwonnen betekend niet dat het klaar is. Ik laad me op voor een volgende keer, ik maak me klaar en ik ben strijdlustig. De kanker zal nimmer mijn leven beheersen. Tot mijn laatste snik zal ik altijd proberen de kanker te beheersen, in hoeverre dat kan.
Mensen vragen mij vaak hoe het toch kan dat ik altijd zeg dat ik een mooi en gelukkig leven heb. Ik vind oprecht mijn leven fijn en mooi en ben erg gelukkig. Dat heeft ermee te maken dat ik zie wat een voordelen eraan zitten dat je tegenslagen kent in het leven. Ik heb het te doen met mensen die altijd maar klagen, nimmer gelukkig zijn, blijven hangen in een baan die ze ongelukkig maakt of denken dat het gras groener is aan de overkant. Het leven is niet mooi. Voor niemand niet. En het gras is daarom ook niet mooier aan de andere kant. Natuurlijk is mijn leven heel vaak ingewikkeld, maak ik me veel zorgen over de toekomst en ben ik verdrietig over wat ons als gezin overkomt. Maar dat betekend wel dat ik elke dag alles uit de dag haal en in alles het mooiste zie.
Ik kan zo gelukkig worden als mijn dochter een nieuw woordje erbij leert, een bloem voor me plukt, de zon door de wolken tevoorschijn komt, mijn man komt aanrijden na zijn werk, ik van een goede maaltijd kan genieten of als ik tijd doorbreng met vrienden en familie. Er zijn zoveel momenten dat ik even stil ben, kijk naar wat ik voor me zie en bedenk hoe gelukkig mij dat specifieke moment maakt.
Geniet, leef je leven ten volle, haal eruit wat er in zit en kijk. Kijk naar wat je voor je ziet als je met je geliefde, met vrienden, je familie of je kinderen bent. Kijk naar wat je ziet en neem het in je op. Want in the end zijn de herinneringen het enige wat overblijft.
1 reactie
Veel sterkte met alles , stay strong