17. De angst na het overleven

17. De angst na het overleven

21 augustus zal de dag zijn dat ik opnieuw op de operatietafel zal liggen. Een kijkoperatie om te zien of de kanker nog steeds weg is, of dat hij zich opnieuw een weg aan het wurmen is om mij en mijn leven kapot te maken. Die 21e, die maakt me nerveus en weerhoud me ervan om mijn leven op te pakken. Want waarom je leven oppakken als de kanker weer terug is of terug kan komen?

Toen ik na de periode op de intensive care wakker werd vertelde de arts me dat de kanker weg was. Dat bleek uit het stukje weefsel wat was opgestuurd naar het lab. Ik wist het al, ik voelde het. Maar echt geloven deed ik niet. Natuurlijk was het nu weg voor nu, maar hoe lang zou dat duren? En hoe weet een arts dat zo zeker? Het blijft mensen werk. De afgelopen periode heeft mijn focus met name op herstel gelegen. Langzaam maar zeker krabbelde ik op en kon ik weer leven in ademen. En dan komt het moment dat je weer je oude leven wilt oppakken. Werken, sporten, uitgaan. Alles passeert de revue en ik ben alles weer gaan proberen. In soms hele kleine stapjes en soms in wat grotere stappen, zoals een pittige sportles om te zien in hoeverre ik nog wat kon op sportgebied. Dit werd overigens een flinke overwinning.

Ik merk dat sinds de brieven van Leiden weer binnen komen en de kijk operatie dichterbij komt, ik steeds minder het dagelijks leven durf op te pakken of voort te zetten. Voor mijn gevoel sta ik op een kruispunt en kan ik naar links of naar rechts. Invloed heb ik er niet op. Het is alsof een wind me in een bepaalde richting gaat duwen. Die richting kan kanker of geen kanker zijn. Aan de ene kant staat het leven me op te wachten en aan de andere kant ziekenhuizen, behandelingen en de nasleep van kanker. De 21e zal ik het weten. Is de kanker echt weg, kan ik mijn leven echt gaan oppakken nu of is het toch stiekem gebleven of is hij terug geslopen en zal het leven opnieuw moeten wachten?

Wat ik zeg, het kan twee kanten op en het maakt dat ik nu niet goed het leven durf op te pakken. Want wat als ik dat wel doe en ik wordt weer keihard omver geblazen door de kanker. Dan moet ik opnieuw zoveel stop zetten en wordt mijn leven opnieuw volledig in zijn greep gehouden door de kanker en de behandeling die volgt met alle angsten en zorgen erin. En nog meer; ik moet het daarna weer opnieuw gaan oppakken. En hoe vaak kan een mens zijn leven oppakken? Als de kanker weg is dan durf ik weer te geloven. Geloven in de toekomst, in het leven voor de komende periode. In ieder geval tot de volgende kijkoperatie, drie maanden verder. Ik zal het direct na de operatie weten. Als er geen biopt wordt afgenomen tijdens de operatie ziet alles er rustig en goed uit en kan ik ademen. Echt opgelucht ademen.

Ik realiseer me daarnaast ook steeds meer dat ik opnieuw weer op de OK zal liggen. Daar waar ik zoveel herinneringen heb. Daar waar ik de laatste keer met zoveel angst in slaap werd gebracht met de gedachte dat ik zou worden ingetubed en ik enkel dacht, ‘schiet op, ik haal geen adem meer’.

De gedachte dat ik daar straks weer lig, met boven mij een handvol mensen die over mij heen buigen, me aan apparaten leggen, de operatie met elkaar doornemen en me blijven zeggen kalm te zijn. Het felle licht van de lamp, het moment dat ik misselijk wordt, het moment dat ik me slap begin te voelen en de slaap voel aankomen. Dat alles, daar draait mijn maag van om. Het zet aan tot nare dromen en slapeloze nachten. Ik zal weer vast liggen, net als op de IC en in mijn dromen trek ik alles eruit. Het infuus, de plakkers op mijn borst en sla ik wild om me heen. Immers, de laatste keer dat ik op die tafel lag zou ik zes dagen later wakker worden na zes dagen beademing. Zou ik maanden moeten herstellen, zou ik nachtmerries en hallucinaties krijgen en zou mijn eigen dochter niet bij me willen zitten, omdat ze me nauwelijks herkent.

21 augustus komt elke dag een beetje dichterbij. Een kijk operatie van luttele minuten met een angst van uren, dagen, weken. Dit is dus het hebben van kanker, het overleven van kanker. De angst voor wat er komen gaat, de angst voor het leven, de angst voor de pijn. Dat kanker hand in hand gaat met angst realiseerde ik me pas toen ik daadwerkelijk kanker kreeg. De kanker is dan misschien weg. De angst? Die blijft.