23. Kanker heb je samen.
23. Kanker heb je samen.
Na dagen die bol stonden van emoties is er rust. Rust omdat de één het heeft geaccepteerd en omdat de ander de strijd opgeeft. Kanker heb je niet alleen, maar samen. Iedereen die om je heen staat deelt het verdriet, de onmacht en hopelijk ook soms de vreugde met je mee. Jij bent degene die de strijd voert, maar niet alleen. Voor de mensen om je heen is de strijd net zo hard, net zo pijnlijk en net zo frustrerend als die voor jou kan zijn.
Helaas betekent het niet altijd dat je het proces op een zelfde manier doorloopt. Sterker nog, je bewandeld de paden vaak op een heel andere manier. Daar waar de één al strijdlustig is, zit de ander nog in de ontkenning en weer een ander geeft al op.
Theoretisch gezien weet ik dat ik de strijd kan winnen. Het is een beginnende vorm van kanker, er zijn behandelmogelijkheden en ik ben niet opgegeven. Niet door anderen om mij heen en niet door de artsen, maar wel door mezelf. Ik weet dat ik het ga verliezen. Verliezen van de kanker en verliezen van de fanconi. Een tijd lang dacht ik dat dit nog heel lang zou gaan duren, misschien zelfs jaren en kreeg ik weer hoop. Hoop dat ik mijn dochter volgend jaar zelf naar de basisschool kan brengen op haar eerste dag. Hoop dat ik dit jaar kerst uitgebreider dan ooit kon vieren. Hoop dat ik volgend jaar nog eenmaal Italie zou kunnen zien.
Die hoop is in één klap vervlogen. De dood die komt steeds dichterbij en heeft me steeds meer in zijn greep. Voor mensen in je omgeving is het verliezen van hoop, van moed en van de wil om te leven ongrijpbaar en ongelooflijk zwaar. Juist diegene die de strijd moet voeren moet hoop houden en de wil om te leven. En toch is deze even weg en ben ik het aan het opgeven. Opgeven, omdat ik niet meer weet hoe ik moet vechten, hoe ik de pijn moet doorstaan, hoe ik weer moet opkrabbelen en hoe ik ooit weer vertrouwen kan hebben in mijn lichaam en in het leven. Dan is opgeven toch veel makkelijker.
Dat je niet gelijk oploopt in de fases van rouw en verwerking is lastig, maar nodig. Want wat als iedereen om mij heen zou ontkennen of ook zou opgeven? In plaatst daarvan zijn zij strijdlustiger dan ooit en bouwen ze een kring om mij heen van liefde en steun. Maar werpen ze ook een blokkade op waarin zij steeds maar zeggen; 'opgeven is geen optie'.
Wanneer je ernstig ziek bent is je omgeving belangrijker dan ooit en dan heb ik het niet eens over de praktische dingen. Elk steuntje in de rug in de vorm van een kaartje, een bloemetje of een gesprek is er weer één. Één die mij doet realiseren dat er zoveel mensen zijn die niet willen dat ik opgeef. Die geloven in een goede afloop en die de kring steeds groter maakt. Een kring vol moed, vertrouwen, hoop en geloof. Precies de dingen die ik even niet meer heb.
Wanneer je als naaste iemand kent die kanker heeft weet je soms niet waar diegene behoefte aan heeft en waar diegene op zit te wachten. Dit kan leiden tot afwachten, uitstellen en tot slot het laten. Iets wat pijnlijk is voor beide kanten. Het is soms moeilijk om de juiste woorden te vinden om iemand een hart onder de riem te steken, maar weet je, soms zijn er ook geen woorden. Er valt soms ook niets te zeggen, maar zeg dat maar gewoon. Het is niet erg als je niets weet te zeggen of het verkeerde zegt. Weet dat elk kaartje, elke gedachte en elke bloem de kring groter maakt voor ons. De kring die we zo hard nodig hebben om zo af en toe wel te kunnen opgeven.
Ik vind mijn moed, kracht en hoop wel weer. Voor nu geef ik het even op, wil ik ontkennen dat het er zit en heb ik geen vertrouwen meer. Mijn omgeving heeft die wel voor mij en wanneer ik er aan toe ben delen ze die met mij. Geven ze die aan mij. En dan ga ik de strijd aan, met hun. Dus stap in de kring en maak mijn strijd niet mijn strijd, maar onze strijd.
4 reacties