50. The heart of the family
50. The heart of the family
De dagen erna zijn een beetje van alles. Vooraf hadden de artsen gezegd dat deze operatie gek genoeg weinig pijnlijk is. En dat is bijzonder want ze snijden toch je hele keel open en leggen zenuwen bloot. Maar omdat ze een groot aantal zenuwen doorsnijden voelt het de dagen erna vooral dik en dood aan. Iets wat nog weken zal blijven. De huid in mijn nek is niet normaal gezwollen, maar dat neemt in de weken erna af. En de dode zenuwen zijn eigenlijk wel fijn want bijvoorbeeld het uithalen van een drain is daardoor compleet gevoelloos. Na een paar dagen geef ik dan ook aan dat ik wil dat ze de pijn medicatie stop zetten. Ik heb een hekel aan medicatie die niet perse nodig is en ik voel geen pijn, dus waarom zou ik daarvoor iets krijgen.
De eerste dagen na de operatie voel ik me steeds euforisch. De pijn valt me zo ontzettend mee en eigenlijk valt deze hele operatie me wel mee. Ik ben zo opgelucht, dat gevoel heerst zit enorm. Ik ben er gewoon nog en dit kan ik. Ik kom hier bovenop en ga weer mijn leven terug krijgen. Dat gevoel heb ik heel sterk die eerste dagen.
Het besef van wat er is gebeurt komt pas dat weekend, na een dag of drie. Ik heb dromen over het weer kunnen praten en in die dromen verlies ik ook allerlei dingen. Ik kan niet meer zwemmen in mijn dromen bijvoorbeeld, wat ik ook probeer. De dromen gaan duidelijk over het leven ervoor en het leven erna. Overdag voel ik sterk dat ik ook verdriet heb om wat ik verlies en wat allemaal niet meer kan. Ik voel nog steeds opluchting, maar merk ook dat ik duidelijk slechtere dagen heb dan die eerste twee dagen.
Ik mis Zoƫ ontzettend. Zij is op kamp met korfbal en dat betekend dat ik haar een week niet zie. We hebben hier bewust voor gekozen. De eerste dagen was het niet goed dat me zou zien. Ik was nog te moe, te dik en blauw en ze had dit niet goed getrokken denken we. Daarna startte het korfbal kamp en we hebben besloten met elkaar dat het goed is dat ze hierheen gaat. Daar heeft ze voldoende afleiding en dan kan ze me zien wanneer ik iets meer ben hersteld. Een goede keuze zou later ook blijken. Neemt niet weg dat ik haar erg mis en ik verlang naar haar aanwezigheid.
In deze periode heb ik veel gehad aan de bezoeken van mijn directe familie. Ik heb altijd gezegd, als je valt sta je op. Het hoeft niet meteen, maar je staat op. Je maakt wat van je leven en je vecht je erdoorheen. Maar ook, dat hoef je nooit alleen te doen. Ik zou dat ook nooit alleen kunnen doen. Ik heb daarbij ontzettend hard Mike nodig en daarnaast ook mijn directe familie. De mensen met wie ik groot ben geworden en die me al talloze keren zo ziek hebben gezien. De mensen bij wie ik mezelf kan zijn, me nooit hoef te schamen en heel hard kan lachen, maar ook heel hard kan huilen. En het is er allemaal in die dagen. Ook zij merken meteen zaterdag dat ik vandaag anders ben en hebben, zo hoor ik later, nauw contact dat ik slechtere dagen heb. En zij zijn er. Ze doen geen grote dingen, maar ze zijn er. Ze houden mijn hand vast, knuffelen me, doen spelletjes met me om de tijd te doden en ze zitten naast me. Steeds weer, elke dag. Ze vinden ook niets spannend van wat er met mij gebeurt. Een drain die eruit moet, de tube en het gat wat schoon wordt gemaakt door de verpleging of een prik die wordt gezet. Ze zijn overal bij en kijken en stellen vragen. Dat lijkt niets, maar onderschat dit niet. Dit betekend namelijk dat ik me nooit ergens voor schaam waar zij bij zijn. Over het feit dat ik bijvoorbeeld enorme diarree heb, omdat ik antibiotica en sondevoeding krijg. Maar ook over het gat wat ik vanaf nu heb in mijn keel. Ik heb me nooit geschaamd en ook niet weggehouden voor ze. De zusters maken dit hoe dan ook schoon, of zij er nu bij zitten of niet. En hun reactie op alles maakt dat ik me geen dag heb geschaamd. En onderschat niet hoe helpend dat is geweest.
Dank lieve ouders. Dank lieve broers en zussen. Die eerste week, daar hebben jullie me echt doorheen gesleept. En ook hierbij geld weer dat ik niet in woorden kan uitdrukken hoeveel dit heeft betekend. Dat je kan vallen, wetende dat je opgevangen wordt en geholpen wordt met opstaan. Dat is ongelooflijk veel waard en ik ben jullie daar eeuwig dankbaar voor. En een ieder van mijn zeven broers en zussen heeft een andere rol en betekenis voor me. Maar ik zou zonder geen ieder kunnen.