Diagnose Week 1
Er zijn bij Jim onderzoeken gedaan naar een plekje bij de slokdarm. 8 februari krijgen Jim en ik de uitslag. We monterden elkaar op met opportunistische gedachten…”Je bent er vast snel bij…je bent immers altijd zo goed in contact met wat er in je lijf speelt…je voelt je verder goed en bent niet afgevallen”.
Toch verwacht ik dat er ‘iets niet goed’ zal zijn als we aanschuiven voor het bureau van de vriendelijke maag darm en lever- specialiste. Jim zit in het zicht van de specialist. Ik zit ernaast, op de stoel achter de computer.
“We hebben wel wat te bespreken…” start de specialiste met bezorgd gezicht het gesprek. Ik voel me klein worden en stil, wil meer naast Jim schuiven, voel dat het hem aangaat. Dan volgt het bericht.
Slokdarmkanker, uitgezaaid, laatste stadium (=4e), geen genezing mogelijk. Palliatieve fase. Onomkeerbaar. Prognose gemiddeld enkele maanden tot een jaar. Mogelijk remmende behandeling maar daar wordt nog onderzoek naar gedaan.
Alsof ik in een zinkhole zak. Twee beteuterde mensen zijn we. Onthutst, verpletterd. Onwerkelijk. Van alle verwachtingen die we hadden, was deze het niet. En toch ook wel. Maar het is zo concreet. Het laat geen vluchtweg open. Het gaat voorbij- het is voorbij. Jim gaat dood. We gaan allemaal dood. Maar Jim weet nu dat en hoe hij dood gaat. Ik wil die gedachten niet. Maar ze zijn er wel. Schrik en schok.
We rijden op de scooter terug naar huis, en weren deze nieuwe werkelijkheid af door een vette feestpaling te kopen en harinkjes.
Thuis is het stil tussen ons. En tegelijkertijd vraagt het om een snel handelen. Jim gaat eerst de kinderen bellen.
In deze week voel ik me ergens in de kern heel rustig en krachtig. Ik voel me bereid om dit aan te gaan. Zoals het komt.
Aan de andere kant, en eromheen woedt een storm van paniek en angst en woede en verdriet… ik baal ervan dat ik soms huil als we s’nachts in bed liggen en Jim niet huilt. We liggen twee nachten wakker en spreken een nacht over ons, hoe we moeten communiceren, ook als het heet onder de voeten wordt. Uit blijven spreken wat er is en naar elkaar blijven luisteren. Zoveel mogelijk, zover mogelijk… tot hoever, waar laat je los?
De tweede nacht besteedt Jim aan vaststellen wat hij nu wel en niet wil. Helder en duidelijk, zoals hij dat meestal is, geen twijfel, wel intuïtie en als hij iets in zijn hoofd heeft, haal ik het er niet zomaar uit. Dat wil ik ook niet.
Jim zal in de regie zijn over zijn eigen proces. En ik er rondom…. Hoe sta ikzelf hierin?
Na 2 nachten wakker is het me welletjes en neem ik een slaappil. Heerlijke nacht bijslapen. Ik neem me voor te zorgen voor mijn slaap, eten en het in beweging blijven. Wegzakken in mijn matras voelt als een gevaar. Ik sta op om 7 uur en doe mijn dagelijkse meditatiebeoefening en schrijf, schrijf, schijf.
2 reacties
Wat een verschrikkelijk nieuws om te krijgen! Goed om alles van je af te schrijven, je moet een manier zoeken om er mee om te gaan, want dat lukt in het begin maar nauwelijks. Een vriend van ons is overleden aan slokdarmkanker, dus het voelt dichtbij. Heel veel sterkte😘
Dankjewel voor je invoelende reactie. Het is nu 2 maanden verder en de overrompeling van het eerste uur is achter ons. Het schrijven blijft.
Vriendelijke groet