Week 2 ;na de diagnose

Week 2

De paniek en storm van vorige week is in mij  tot rust gekomen.

Ik wil wat  huiselijke taken en verantwoordelijkheden overnemen zodat Jim ze los kan gaan laten. De groenbak zet ik voortaan buiten. Ik snoei de tuin. Er komt een schuursleutel aan mijn sleutelbos. Ik wil een poes.

Wat betreft de emoties realiseer ik me dat ik de ruis wil scheiden van wat primair is. De angsten over de toekomst bijvoorbeeld, die me de eerste week overvielen. Jim is er nu. Jim is er nog. Het is fijn de kalmte van de liefde te voelen.

Er zijn heel veel lieve mensen om ons heen. Zowel Jim als ik zijn open over wat er speelt. Er wordt veel steun aangeboden. Emotioneel en praktisch. Dat voelt fijn. We zullen het nodig gaan hebben. Jim troost mensen die er verdrietig om worden als hij het bericht deelt. Zelf kan hij het nog niet voelen. Het voelt irreëel , onwerkelijk. 

Ook ik heb de neiging het bericht te verzachten, ronder te maken dan het is. ‘Binnen de omstandigheden gaat het goed met ons’ zeg ik dan. En dat voelt als een tefallaagje, waar alles op afglijdt.

Deze week hebben ook de kinderen van Jim en ik contact met elkaar gehad.  We staan naast elkaar, we laten elkaar niet los. We staan rondom Jim, ik hoef het niet alleen te doen.

Mijn vriend(inn)en bieden aan me te zullen  steunen als het nodig is. Bij hen kan ik terecht met wat er in mij leeft, met angsten voor de toekomst of de zelfzorg die nodig is om in de komende tijd erbij te blijven.

 Er komt een poes. 

2 reacties