Week 9
Een zonnig en lang weekend Texel met de (klein-)kinderen deed wonderen met ons humeur. We hebben er allemaal van genoten. Er was ruimte voor fijne gesprekken en we hebben vaak samen gegeten.
Hoewel de groenten Jim steeds meer tegenstaan, kon hij in het restaurant -waar we het experience-menu van de kok beleefden- alles juist makkelijk eten. Het waren vele gangen kleine hapjes. Helaas ben ik niet culinair aangelegd, maar in smoothies kan ik groenten wel zodanig vermommen dat Jim ze kan innemen.
Mensen vragen vaak of Jim zijn bucketlist afstreept en vreemd genoeg is die er bij ons niet. Misschien omdat we al jaren leven vanuit het idee dat later nu is. Jim heeft 11 jaar geleden een open hartoperatie gehad. Ik realiseerde me in die tijd dat ik maar een ding wenste; dat alles gewoon weer was zoals het was. De dagelijkse dingen.
En dat gevoel heb ik nu ook. Ik geniet van het dagelijkse gebeuren als iets waarmee ik me rijk voel. Dat is gewoon al het gerommel in huis. Samen-zijn thuis. Mijn thuis is samen met Jim en ik kan me helemaal niet voorstellen hoe het ooit zonder hem zal zijn. Mijn maag draait om als ik daaraan denk. Soms word ik in de nacht wakker met dat onheilspellende gevoel, dat ik gelukkig wel kan kalmeren. Maar in Texel lukte het om alles los te laten. Jim droomde s’nachts dat hij een vliegtuig bestuurde en genoot van het vliegen. Dat leidde ertoe dat hij die dag met alle kleinkinderen een rondvlucht boven Texel heeft gemaakt. Heerlijk als dromen zo spontaan bewaarheid worden.
Dinsdag spraken we onze casemanager van het Spaarne ziekenhuis en de contactpersoon van de lyricsstudie waar Jim aan meedoet. In deze studie wordt onderzocht hoe neuropathie van handen en voeten als bijwerking van de chemo verminderd kan worden. Jim is gelukkig ingeloot bij de groep waar het middel wordt gebruikt waarbij niet teveel neuropathie te verwachten is. En Jim ervaart ook geen bijwerkingen in die richting.
Woensdag kwam uit de resultaten van de bloedtest naar voren dat de waarden van de ‘tumormarkers’ een dalende lijn inzetten. De daling van de waarde van een tumormarker schijnt een indicatie te zijn van het mogelijk aanslaan van de behandeling. Aan het blije gezicht van de oncoloog assistente te zien, was dit heel positief. Dit is wat ons betreft boven verwachting.De hoop en het vertrouwen in de tijd die Jim gegeven is nemen toe. Al realiseer ik me ook dat het per week bekijken is hoe het zich ontwikkelt.
De weldoener
In het ziekenhuis zie ik voor de chemotherapie-stoel waar Jim zijn infuus krijgt een grote man staan. Een soort zeeman. Terwijl het infuus druppelt is hij geboeid in gesprek met Jim. Ik wacht in de ‘huiskamer’ van de oncologie-afdeling met de medicijnen tot Jim klaar is.
Nadien komt de man naar mij. Hij voegt zich makkelijk, drentelt met een kop koffie en stelt zich voor als vrijwilliger van Adamas. Niet het medisch gebeuren, maar het ‘hoe gaat het’ kan hij met patiënten en hun familie bespreken. En wat mij betreft is hij geen vrijwilliger, maar een weldoener.
Binnen 10 minuten kom ik al veel van hem te weten. Hij heeft F16 gevlogen in Bosnië en doet nu iets met ICT en na zijn ziekte besloot hij anderen te steunen. Dat doet hij nu dus, eenmaal per week. Hij weet mij binnen die 10 minuten ook te vertellen dat onderzoek uitwijst dat mannen met kanker gemiddeld 3 maanden nodig hebben om zich te realiseren dat er ook een partner of familie naast hem staat en dat dat voor vrouwen met kanker gemiddeld een maand duurt. En daarmee slaat hij meteen de spijker op de kop. Had ik dit eerder geweten, dan had het me minder geraakt in die eerste weken, waarin ik me geen raad wist omdat alle ‘wij’ opeens uit zicht leek te raken en de ziekte een op handen zijnde scheiding leek.
Jim evalueerde onze relatie toen met een ‘ we hebben het 24 jaar goed samen gehad’ terwijl ik dacht; Een belangrijk deel van onze relatie gaat nu nog komen. We zijn nog lang niet klaar.
‘s-Avonds laat Jim me weten dat hij trots op me is en op hoe we het samen doen. Dat roert me. Het woord ‘wij’ is weer terug. Met dank aan de weldoener.
1 reactie
In België zweren ze bij hand- en voetkoeling tegen neuropathie. In Nederland dus niet. Er zijn geen echte onderzoeken hiernaar gedaan, hoewel men wel voor hoofdhuidkoeling gaat tegen haaruitval. Mijn oncoloog zag er niet de toegevoegde waarde in, maar zodra ik aan de beurt ben voor chemo, een setje koel handschoenen en sloffen heb ik zelf al geregeld.