Gemis van werken
Al op jonge leeftijd ben ik begonnen met werken. Als 13-jarig meisje ging ik al met mijn oudste broer mee naar zijn vakantiewerk. Volgens de wet nog te jong om te werken, maar ik vond het leuk om te doen en dat je er wat mee verdiende was mooi meegenomen. Sindsdien heb ik eigenlijk, met uitzondering van het jaar dat ik in het buitenland heb gewoond, altijd gewerkt. Eerst verschillende soorten vakantiewerk, daarna verschillende bijbaantjes en uiteindelijk het volledig werkende leven.
Op het moment dat de borstkanker-uitdaging op onze weg kwam, was ik werkzaam bij een gemeentelijke overheidsinstelling. 32 uur per week zocht ik samen met mijn collega’s naar betaalde-, vrijwilligers-, leer- en ervarings-werkplekken voor mensen die een uitkering ontvangen. We waren een dynamisch team en hadden een intense samenwerking met onze directe collega’s en collega’s van andere organisaties.
Mijn laatste werkdagen voor de borstkanker-uitdaging kan ik me nog goed herinneren. Het was begin december 2014. Een tijd van terug- en vooruit kijken, het bijstellen van lopende projecten, het bedenken van nieuwe projecten en nieuwe doelstellingen bepalen. Ik had op dat moment een aantal lopende projecten en openstaande vacatures waar ik druk mee bezig was. Daarnaast had ik projecten, plannen en ambities voor 2015.
Op het moment dat ons verteld werd dat het knobbeltje in mijn rechterborst foute boel was, werd ons ook al snel duidelijk gemaakt dat dit ook veel invloed zou hebben op mijn werkende leven. De eerste dagen en weken zouden vol ziekenhuisafspraken staan, gevolgd door een operatie, ivf-behandeling en chemotherapie. Al met al werd me duidelijk gemaakt dat we met deze kanker-uitdaging wel een jaartje zoet zouden zijn en van werken er maar weinig terecht zou komen. Ik vond dat zo bizar en raar. Het was maar moeilijk te bevatten. Van het ene op het andere moment wordt je uit je normale en werkende leven getild, bungel je even in het luchtledige rond, om daarna in een wereld van ziekte en ziekenhuizen gedropt te worden. Van een gepassioneerd werkende vrouw, naar een onzeker bestaan als patiënt. Een schakeling die ik maar moeilijk kon maken. Vanaf het moment dat we te horen kregen dat we een borstkanker-uitdaging hadden aan te gaan heb ik, los van het overdragen van mijn werkzaamheden, geen minuut meer in mijn functie kunnen werken.
Vooral het loslaten van mijn werkzaamheden viel me zwaar. Niet omdat ik mijn collega’s mijn werkzaamheden niet toevertrouwde, ik wist zeker dat het bij hun in goede handen was. Maar omdat ik niet wist of en zo ja wanneer ik zou kunnen terugkeren in deze dan wel een andere functie binnen de organisatie. Ik had een tijdelijk contract op payroll basis.
Heel bewust ben ik vanaf het begin open geweest over mijn situatie. Mijn leidinggevende was op de hoogte dat ik naar het ziekenhuis zou gaan en waarom. Een dag later heb ik haar telefonisch verteld dat het knobbeltje in mijn rechter borst foute boel was en wat ons allemaal te wachten stond. Op mijn verzoek heeft zij dit aan de collega’s verteld. Later heb ik begrepen dat het nieuws toen veel indruk op mensen heeft gemaakt. Dit resulteerde in onwijs veel lieve en bemoedigende steun van mijn collega’s.
Dezelfde avond nadat mijn manager het bericht op de werkvloer had verteld, kregen wij ’s avonds van 3 onwijs lieve collega’s een ontzettend lieve en lachwekkende videoboodschap toegestuurd. Toad en ik zaten op de bank, nog beduusd van het slechte nieuws dat we de dag ervoor hadden gekregen, met een spanningsboog van 1,5 het tv-programma ‘Erika op Reis’ te kijken. Erika zat op dat moment goedlachs ergens in de rimboe, toen ik een berichtje op mijn mobiele telefoon kreeg. Het was een videobericht van 3 minuten. Al binnen 3 seconden liepen de tranen over mijn wangen. Eerst tranen van de emotie en het onwijs warme gevoel dat ze me gaven en later tranen van het lachen. Een week later zouden we op het werk tijdens de kerstborrel een foute miniplaybackshow hebben. Deze 3 lieve collega’s zouden Push It van Salt-N-Pepa uitvoeren. Ze hadden hun repetitie voor ons opgenomen en naar ons opgestuurd, zodat we wat te lachen zouden hebben en ons daarmee hopelijk wat te kunnen opvrolijken. En dat is meer dan gelukt. Het was hilarisch. We hebben het filmpje die avond, en ook later nog, meerdere keren bekeken. Toad noemt deze 3 collega’s sindsdien de Salt-N-Pepa-girls. Vanaf dat moment krijg ik iedere keer als ik het liedje Push It van Salt-N-Pepa ergens hoor, een enorme glimlach op mijn gezicht.
De foute miniplayback show zou een week later zijn. Ondanks alle ziekenhuisverplichtingen wilde ik daar perse bij zijn. Niet alleen omdat ik zelf mee zou doen. Maar omdat ik me met de energie van mijn lieve collega’s wilde opladen en even het leven als patiënt wilde ontglippen. Gelukkig konden we met het ziekenhuis regelen dat ik die donderdagmiddag geen ziekenhuisverplichtingen zou hebben, zodat ik met mijn foute kersttrui aan naar de kerstborrel kon. Het eerste weerzien, eerst met mijn manager en later ook met de collega’s, was in het begin wel wat emotioneel. Maar het was heel goed en fijn er te zijn. Tijdens de foute miniplaybackshow was het heerlijk het kanker-gebeuren even volledig naar de achtergrond te drukken en ongegeneerd de deelnemende collega’s uit te kunnen lachen. En natuurlijk mezelf. Samen met twee collega’s zouden we Daddy Cool van Boney M. uitvoeren, wat we zonder het te hebben kunnen oefenen hebben opgevoerd.
We hebben heel wat verschillende vormen van steun van mijn collega’s mogen ontvangen. … Vele, vele kaartjes, soms zelfs met een kerstmuziekje waar niet alleen wijzelf maar, ook onze kat Tosti heel blij van werd. … Lekkere en gezonde Turkse fruitmand. … Voor de operatie van de dubbele borstamputatie heb ik van mijn collega’s een tas vol cadeaus gekregen, waaronder 4 paar fluorescerend gekleurde sokken. Ik heb deze 4 paar onderling gecombineerd zodat ik elke keer 2 verschillende fluorescerend gekleurde sokken droeg. Om vrolijk van te worden. Bij alle onderzoeken, ziekenhuisverblijven, chemo-toedieningen en alles wat met de borstkanker te maken had, droeg ik deze sokken. En elke keer kwam weer de opmerking van de verpleegkundige danwel arts of ik wel gezien had dat ik 2 verschillende sokken aan had. Waar je wel niet allemaal lol van kunt hebben. Als je bij iemand op bezoek gaat die ziek is en je weet niet wat je diegene moet geven, gezellige sokken zijn altijd goed. … Een collega heeft van de foute miniplaybackshow een mooi fotoboek gemaakt met daarin een beeldverslag van het hele gebeuren. … Twee lieve collega’s hadden begrepen dat ik tijdens de chemotherapie veel eieren at en daarnaast bitterballen heel lekker vond. Dit gaf hun het idee zelfgemaakte eierballen voor ons te gaan maken. Voor degene die dit niet kennen, dit is een soort hele grote bitterbal met een gekookt ei erin. De lieverds hebben onwijs veel werk gehad aan het zelf maken van 10 eierballen en deze voor ons gemak alvast ingevroren. Toen ze dit bijzondere idee met de collega’s deelden, gaf een collega aan dat gekookte eieren die bevroren zijn geweest niet lekker meer zijn. Na een test eierbal uit de vriezer te hebben gehaald, bleek inderdaad dat een ei na het ontdooien smurrie en niet lekker wordt (nooit geweten). Weg 10 lekkere en bovenal liefdevolle eierballen. Zo onwijs jammer. Maar zo’n onwijs lief idee en wat een werk! Om stil van te worden. Uiteindelijk hebben ze voor ons eierballen bij de lokale snackbar gehaald. … Mijn manager stond een keer met een grote, zware voorjaarsmand met veel verschillende bloembollen voor de deur. We hebben hier meer dan vier maanden plezier van gehad. En afgelopen voorjaar weer. … En er is nog veel meer, maar te veel om allemaal op te sommen.
Mijn manager heeft ook veel voor me betekend. Regelmatig belde ze me op om te vragen hoe het met me ging en te vertellen over de ontwikkelingen op de werkvloer. Ze heeft onwijs veel kaartjes gestuurd, in het bijzonder een hele serie lavendelkaarten. Het is een te lang verhaal om het waarom van de lavendelkaartjes hier uiteen te zetten, maar lavendel afbeeldingen hebben een bijzondere betekenis gekregen. In het begin vertelde mijn manager er een hele klus aan te hebben gehad lavendel kaartjes te vinden, maar na een tijdje stroomde de lavendelkaartjes in alle hoedanigheden binnen. Nooit geweten dat ik zo blij kon worden van een fout lavendelkaartje van mijn manager.
Tijdens de verschillende (telefoon)gesprekken heeft mijn manager meermalig dingen tegen me gezegd waaraan ik in het ziekteproces en het gemis en loslaten van mijn werk veel steun heb gehad. Ze kan op hetgeen ik haar vertel soms heerlijk verhelderend en nuchter reageren. Deze wijselijke woorden gaven me steun en beschermden me soms tegen mezelf en het geen ik allemaal van mezelf verwachtte. Ziek of niet. Zo heb ik een keer tijdens een telefoongesprek aangegeven dat ik het, ondanks mijn kanker-uitdaging, moeilijk vond niet aan het werk te zijn. Haar nuchtere antwoord hierop was dat je er niet voor kiest om ziek te worden, maar dat dit je overkomt. Deze uitspraken zorgden ervoor dat ik het hele gebeuren omtrent mijn loopbaan beter in perspectief kon zien. Maar ook waren er verschillende soorten tips. Zoals de tip bij veel nachtelijk chemo- of opvliegzweten op een handdoek te gaan slapen. Daarnaast heeft mijn manager er voor gezorgd dat mijn payroll-contract, ondanks mijn borstkanker-uitdaging en alles wat daarbij kwam kijken, niet meteen afliep. Hoe fijn en bijzonder is dat? Iets waarvoor ik haar nog steeds dankbaar ben.
De reis van huis naar mijn werkplek duurt zo’n drie kwartier. Iets wat me een tijd lang door de gevolgen van de behandelingen zelf niet lukte. Mama-Knor heeft me een aantal weken na de operatie een keer gebracht. Maar tijdens de chemotherapie was ook dat te zwaar voor me. Omdat ik mijn collega’s wel miste en het me tijdelijk niet lukte zelf naar het werk toe te gaan, heb ik uiteindelijk maar besloten de collega’s naar mij toe te laten komen en hebben we thuis een borrel georganiseerd. 2 Maanden na de chemotherapie lukte me het me eindelijk weer voor de eerste keer zelf naar mijn werk te rijden voor een kopje koffie. Al koste deze onderneming me op dat moment nog onwijs veel energie. Maar ik had het er voor over. Bij thuiskomst ben ik niet verder dan de bank gekomen. Onwijs moe, maar zeer voldaan. De glimlach was niet van mijn gezicht te krijgen.
Op dit moment ben ik nog (steeds) niet aan het werk. Ik heb hier de energie, kracht, stressbestendigheid en bio-stabiliteit op dit moment helaas nog niet voor. Mijn payroll-contract is inmiddels al weer een jaar geleden tot zijn eind gelopen. En inmiddels zijn we al zover in de ziektewet dat we een WIA-aanvraag hebben moeten indienen. Iets waar ik het, zeker in het begin, moeilijk mee heb gehad. Ik wil niet ziek zijn. Ik wil niet thuis zitten. Ik wil aan het werk. Ik wil terug naar mijn collega’s. Ik wil mijn energie terug. Ik wil, ik wil, ik wil. … Maar helaas heb ik hier niet zoveel in te willen, maar te dealen met hetgeen er wel is.
Los dat ik het werken zelf mis, het nuttig zijn en voldoening hierin mis, mijn collega’s mis en 30% van mijn eerdere inkomsten mis, heb ik het aan het begin van dit hele kanker-proces het meeste gemist dat ik geen ‘normaal’ afscheid van dit alles heb kunnen nemen en heb kunnen afsluiten zoals je normaliter doet als je ergens stopt met werken. Ik blijf het bizar vinden dat mijn laatste uur werken in mijn laatste functie, zonder dat we ons dit op dat moment beseften, al geweest was. Maar gelukkig is het verlopen van de tijd en het fijne contact met mijn collega’s en manager hier heilzaam in geweest en heb ik het voor mezelf kunnen afsluiten. En wat de toekomst brengt? Dat is iets voor de toekomst. Want zoals een lieve collega me alweer een tijd geleden vertelde; Op dit moment ben ik bezig met het belangrijkste project in mijn leven.
Eerst zorgen dat ik mijn energie, kracht, stressbestendigheid en bio-stabiliteit weer meer terug verover. Hopelijk kan het vrijwilligerswerk dat ik sinds kort 2 keer per week 2 uur doe op een zorgboerderij bij dit terugveroveren bijdragen. Maar daar een andere keer meer over.
Voor nu: Lieve collega’s (zover als jullie dit zullen lezen), onwijs bedankt voor de mooie tijd dat ik jullie collega heb mogen zijn. Maar nog meer bedankt voor al jullie hartverwarmende steun en kracht die we van jullie hebben mogen ontvangen. Dank jullie wel hiervoor. Het heeft mij/ons onwijs gesteund tijdens deze uitdaging.
Zoals het met een natuurlijk verloop van de tijd gaat na het eindigen van een werkrelatie, zie en spreek ik jullie minder dan voorheen. Zo gaat dat nu eenmaal en daar is niets mis mee. Het leven gaat door. Ik vind het hartverwarmend en bijzonder wat jullie voor ons betekend hebben en ik weet dat wanneer ik jullie zie het goed is en het nog steeds goed bij jullie voelt. Ik zal zeker nog af en toe de werkplek onveilig komen maken 😉 Jullie zijn allemaal lieverds.
En lieve manager, bedankt voor al je steun, goede adviezen en handige tips die je me/ons gegeven hebt. Ik blijf het bijzonder vinden hoe je met deze situatie bent om gegaan. Je gaf zelf aan dit normaal te vinden, maar het is bijzonder wat je allemaal voor mij gedaan en betekend hebt gedurende deze uitdaging. Dit wordt enorm gewaardeerd. Dank je wel. Je bent een lieverd.
Op het moment dat de borstkanker-uitdaging op onze weg kwam, was ik werkzaam bij een gemeentelijke overheidsinstelling. 32 uur per week zocht ik samen met mijn collega’s naar betaalde-, vrijwilligers-, leer- en ervarings-werkplekken voor mensen die een uitkering ontvangen. We waren een dynamisch team en hadden een intense samenwerking met onze directe collega’s en collega’s van andere organisaties.
Mijn laatste werkdagen voor de borstkanker-uitdaging kan ik me nog goed herinneren. Het was begin december 2014. Een tijd van terug- en vooruit kijken, het bijstellen van lopende projecten, het bedenken van nieuwe projecten en nieuwe doelstellingen bepalen. Ik had op dat moment een aantal lopende projecten en openstaande vacatures waar ik druk mee bezig was. Daarnaast had ik projecten, plannen en ambities voor 2015.
Op het moment dat ons verteld werd dat het knobbeltje in mijn rechterborst foute boel was, werd ons ook al snel duidelijk gemaakt dat dit ook veel invloed zou hebben op mijn werkende leven. De eerste dagen en weken zouden vol ziekenhuisafspraken staan, gevolgd door een operatie, ivf-behandeling en chemotherapie. Al met al werd me duidelijk gemaakt dat we met deze kanker-uitdaging wel een jaartje zoet zouden zijn en van werken er maar weinig terecht zou komen. Ik vond dat zo bizar en raar. Het was maar moeilijk te bevatten. Van het ene op het andere moment wordt je uit je normale en werkende leven getild, bungel je even in het luchtledige rond, om daarna in een wereld van ziekte en ziekenhuizen gedropt te worden. Van een gepassioneerd werkende vrouw, naar een onzeker bestaan als patiënt. Een schakeling die ik maar moeilijk kon maken. Vanaf het moment dat we te horen kregen dat we een borstkanker-uitdaging hadden aan te gaan heb ik, los van het overdragen van mijn werkzaamheden, geen minuut meer in mijn functie kunnen werken.
Vooral het loslaten van mijn werkzaamheden viel me zwaar. Niet omdat ik mijn collega’s mijn werkzaamheden niet toevertrouwde, ik wist zeker dat het bij hun in goede handen was. Maar omdat ik niet wist of en zo ja wanneer ik zou kunnen terugkeren in deze dan wel een andere functie binnen de organisatie. Ik had een tijdelijk contract op payroll basis.
Heel bewust ben ik vanaf het begin open geweest over mijn situatie. Mijn leidinggevende was op de hoogte dat ik naar het ziekenhuis zou gaan en waarom. Een dag later heb ik haar telefonisch verteld dat het knobbeltje in mijn rechter borst foute boel was en wat ons allemaal te wachten stond. Op mijn verzoek heeft zij dit aan de collega’s verteld. Later heb ik begrepen dat het nieuws toen veel indruk op mensen heeft gemaakt. Dit resulteerde in onwijs veel lieve en bemoedigende steun van mijn collega’s.
Dezelfde avond nadat mijn manager het bericht op de werkvloer had verteld, kregen wij ’s avonds van 3 onwijs lieve collega’s een ontzettend lieve en lachwekkende videoboodschap toegestuurd. Toad en ik zaten op de bank, nog beduusd van het slechte nieuws dat we de dag ervoor hadden gekregen, met een spanningsboog van 1,5 het tv-programma ‘Erika op Reis’ te kijken. Erika zat op dat moment goedlachs ergens in de rimboe, toen ik een berichtje op mijn mobiele telefoon kreeg. Het was een videobericht van 3 minuten. Al binnen 3 seconden liepen de tranen over mijn wangen. Eerst tranen van de emotie en het onwijs warme gevoel dat ze me gaven en later tranen van het lachen. Een week later zouden we op het werk tijdens de kerstborrel een foute miniplaybackshow hebben. Deze 3 lieve collega’s zouden Push It van Salt-N-Pepa uitvoeren. Ze hadden hun repetitie voor ons opgenomen en naar ons opgestuurd, zodat we wat te lachen zouden hebben en ons daarmee hopelijk wat te kunnen opvrolijken. En dat is meer dan gelukt. Het was hilarisch. We hebben het filmpje die avond, en ook later nog, meerdere keren bekeken. Toad noemt deze 3 collega’s sindsdien de Salt-N-Pepa-girls. Vanaf dat moment krijg ik iedere keer als ik het liedje Push It van Salt-N-Pepa ergens hoor, een enorme glimlach op mijn gezicht.
De foute miniplayback show zou een week later zijn. Ondanks alle ziekenhuisverplichtingen wilde ik daar perse bij zijn. Niet alleen omdat ik zelf mee zou doen. Maar omdat ik me met de energie van mijn lieve collega’s wilde opladen en even het leven als patiënt wilde ontglippen. Gelukkig konden we met het ziekenhuis regelen dat ik die donderdagmiddag geen ziekenhuisverplichtingen zou hebben, zodat ik met mijn foute kersttrui aan naar de kerstborrel kon. Het eerste weerzien, eerst met mijn manager en later ook met de collega’s, was in het begin wel wat emotioneel. Maar het was heel goed en fijn er te zijn. Tijdens de foute miniplaybackshow was het heerlijk het kanker-gebeuren even volledig naar de achtergrond te drukken en ongegeneerd de deelnemende collega’s uit te kunnen lachen. En natuurlijk mezelf. Samen met twee collega’s zouden we Daddy Cool van Boney M. uitvoeren, wat we zonder het te hebben kunnen oefenen hebben opgevoerd.
We hebben heel wat verschillende vormen van steun van mijn collega’s mogen ontvangen. … Vele, vele kaartjes, soms zelfs met een kerstmuziekje waar niet alleen wijzelf maar, ook onze kat Tosti heel blij van werd. … Lekkere en gezonde Turkse fruitmand. … Voor de operatie van de dubbele borstamputatie heb ik van mijn collega’s een tas vol cadeaus gekregen, waaronder 4 paar fluorescerend gekleurde sokken. Ik heb deze 4 paar onderling gecombineerd zodat ik elke keer 2 verschillende fluorescerend gekleurde sokken droeg. Om vrolijk van te worden. Bij alle onderzoeken, ziekenhuisverblijven, chemo-toedieningen en alles wat met de borstkanker te maken had, droeg ik deze sokken. En elke keer kwam weer de opmerking van de verpleegkundige danwel arts of ik wel gezien had dat ik 2 verschillende sokken aan had. Waar je wel niet allemaal lol van kunt hebben. Als je bij iemand op bezoek gaat die ziek is en je weet niet wat je diegene moet geven, gezellige sokken zijn altijd goed. … Een collega heeft van de foute miniplaybackshow een mooi fotoboek gemaakt met daarin een beeldverslag van het hele gebeuren. … Twee lieve collega’s hadden begrepen dat ik tijdens de chemotherapie veel eieren at en daarnaast bitterballen heel lekker vond. Dit gaf hun het idee zelfgemaakte eierballen voor ons te gaan maken. Voor degene die dit niet kennen, dit is een soort hele grote bitterbal met een gekookt ei erin. De lieverds hebben onwijs veel werk gehad aan het zelf maken van 10 eierballen en deze voor ons gemak alvast ingevroren. Toen ze dit bijzondere idee met de collega’s deelden, gaf een collega aan dat gekookte eieren die bevroren zijn geweest niet lekker meer zijn. Na een test eierbal uit de vriezer te hebben gehaald, bleek inderdaad dat een ei na het ontdooien smurrie en niet lekker wordt (nooit geweten). Weg 10 lekkere en bovenal liefdevolle eierballen. Zo onwijs jammer. Maar zo’n onwijs lief idee en wat een werk! Om stil van te worden. Uiteindelijk hebben ze voor ons eierballen bij de lokale snackbar gehaald. … Mijn manager stond een keer met een grote, zware voorjaarsmand met veel verschillende bloembollen voor de deur. We hebben hier meer dan vier maanden plezier van gehad. En afgelopen voorjaar weer. … En er is nog veel meer, maar te veel om allemaal op te sommen.
Mijn manager heeft ook veel voor me betekend. Regelmatig belde ze me op om te vragen hoe het met me ging en te vertellen over de ontwikkelingen op de werkvloer. Ze heeft onwijs veel kaartjes gestuurd, in het bijzonder een hele serie lavendelkaarten. Het is een te lang verhaal om het waarom van de lavendelkaartjes hier uiteen te zetten, maar lavendel afbeeldingen hebben een bijzondere betekenis gekregen. In het begin vertelde mijn manager er een hele klus aan te hebben gehad lavendel kaartjes te vinden, maar na een tijdje stroomde de lavendelkaartjes in alle hoedanigheden binnen. Nooit geweten dat ik zo blij kon worden van een fout lavendelkaartje van mijn manager.
Tijdens de verschillende (telefoon)gesprekken heeft mijn manager meermalig dingen tegen me gezegd waaraan ik in het ziekteproces en het gemis en loslaten van mijn werk veel steun heb gehad. Ze kan op hetgeen ik haar vertel soms heerlijk verhelderend en nuchter reageren. Deze wijselijke woorden gaven me steun en beschermden me soms tegen mezelf en het geen ik allemaal van mezelf verwachtte. Ziek of niet. Zo heb ik een keer tijdens een telefoongesprek aangegeven dat ik het, ondanks mijn kanker-uitdaging, moeilijk vond niet aan het werk te zijn. Haar nuchtere antwoord hierop was dat je er niet voor kiest om ziek te worden, maar dat dit je overkomt. Deze uitspraken zorgden ervoor dat ik het hele gebeuren omtrent mijn loopbaan beter in perspectief kon zien. Maar ook waren er verschillende soorten tips. Zoals de tip bij veel nachtelijk chemo- of opvliegzweten op een handdoek te gaan slapen. Daarnaast heeft mijn manager er voor gezorgd dat mijn payroll-contract, ondanks mijn borstkanker-uitdaging en alles wat daarbij kwam kijken, niet meteen afliep. Hoe fijn en bijzonder is dat? Iets waarvoor ik haar nog steeds dankbaar ben.
De reis van huis naar mijn werkplek duurt zo’n drie kwartier. Iets wat me een tijd lang door de gevolgen van de behandelingen zelf niet lukte. Mama-Knor heeft me een aantal weken na de operatie een keer gebracht. Maar tijdens de chemotherapie was ook dat te zwaar voor me. Omdat ik mijn collega’s wel miste en het me tijdelijk niet lukte zelf naar het werk toe te gaan, heb ik uiteindelijk maar besloten de collega’s naar mij toe te laten komen en hebben we thuis een borrel georganiseerd. 2 Maanden na de chemotherapie lukte me het me eindelijk weer voor de eerste keer zelf naar mijn werk te rijden voor een kopje koffie. Al koste deze onderneming me op dat moment nog onwijs veel energie. Maar ik had het er voor over. Bij thuiskomst ben ik niet verder dan de bank gekomen. Onwijs moe, maar zeer voldaan. De glimlach was niet van mijn gezicht te krijgen.
Op dit moment ben ik nog (steeds) niet aan het werk. Ik heb hier de energie, kracht, stressbestendigheid en bio-stabiliteit op dit moment helaas nog niet voor. Mijn payroll-contract is inmiddels al weer een jaar geleden tot zijn eind gelopen. En inmiddels zijn we al zover in de ziektewet dat we een WIA-aanvraag hebben moeten indienen. Iets waar ik het, zeker in het begin, moeilijk mee heb gehad. Ik wil niet ziek zijn. Ik wil niet thuis zitten. Ik wil aan het werk. Ik wil terug naar mijn collega’s. Ik wil mijn energie terug. Ik wil, ik wil, ik wil. … Maar helaas heb ik hier niet zoveel in te willen, maar te dealen met hetgeen er wel is.
Los dat ik het werken zelf mis, het nuttig zijn en voldoening hierin mis, mijn collega’s mis en 30% van mijn eerdere inkomsten mis, heb ik het aan het begin van dit hele kanker-proces het meeste gemist dat ik geen ‘normaal’ afscheid van dit alles heb kunnen nemen en heb kunnen afsluiten zoals je normaliter doet als je ergens stopt met werken. Ik blijf het bizar vinden dat mijn laatste uur werken in mijn laatste functie, zonder dat we ons dit op dat moment beseften, al geweest was. Maar gelukkig is het verlopen van de tijd en het fijne contact met mijn collega’s en manager hier heilzaam in geweest en heb ik het voor mezelf kunnen afsluiten. En wat de toekomst brengt? Dat is iets voor de toekomst. Want zoals een lieve collega me alweer een tijd geleden vertelde; Op dit moment ben ik bezig met het belangrijkste project in mijn leven.
Eerst zorgen dat ik mijn energie, kracht, stressbestendigheid en bio-stabiliteit weer meer terug verover. Hopelijk kan het vrijwilligerswerk dat ik sinds kort 2 keer per week 2 uur doe op een zorgboerderij bij dit terugveroveren bijdragen. Maar daar een andere keer meer over.
Voor nu: Lieve collega’s (zover als jullie dit zullen lezen), onwijs bedankt voor de mooie tijd dat ik jullie collega heb mogen zijn. Maar nog meer bedankt voor al jullie hartverwarmende steun en kracht die we van jullie hebben mogen ontvangen. Dank jullie wel hiervoor. Het heeft mij/ons onwijs gesteund tijdens deze uitdaging.
Zoals het met een natuurlijk verloop van de tijd gaat na het eindigen van een werkrelatie, zie en spreek ik jullie minder dan voorheen. Zo gaat dat nu eenmaal en daar is niets mis mee. Het leven gaat door. Ik vind het hartverwarmend en bijzonder wat jullie voor ons betekend hebben en ik weet dat wanneer ik jullie zie het goed is en het nog steeds goed bij jullie voelt. Ik zal zeker nog af en toe de werkplek onveilig komen maken 😉 Jullie zijn allemaal lieverds.
En lieve manager, bedankt voor al je steun, goede adviezen en handige tips die je me/ons gegeven hebt. Ik blijf het bijzonder vinden hoe je met deze situatie bent om gegaan. Je gaf zelf aan dit normaal te vinden, maar het is bijzonder wat je allemaal voor mij gedaan en betekend hebt gedurende deze uitdaging. Dit wordt enorm gewaardeerd. Dank je wel. Je bent een lieverd.
Liefs Knor ♥ Toad
Dit bericht is in oktober 2016 gepubliceerd op www.knorrr.nl
Over het filmpje: Al is de foute miniplaybackshow alweer bijna twee jaar geleden, ik word hier nog steeds vrolijk van 🙂