Feestmaand
2014 is voor mij het focking meest kloterige jaar ooit. En daar ik juist in de "feestmaand" december aan huis gekluisterd ben, heb ik alle tijd om na te denken, terug te kijken, kortom om te doen wat je in deze maand ook zou kunnen doen (naast je helemaal vol te stouwen met eten, je een kaakbreuk te glimlachen tijdens alle opgeprikte o zo gezellige samenkomsten en je budget te overschrijden met overbodige cadeaus), namelijk te reflecteren en te contempleren.
Ik heb geen familie meer. Dus heb ik sowieso niets te maken met bovengenoemde aspecten van de feestmaand december (toegegeven, ik heb me na de diagnose volgestouwd met alles waar de hartstichting niet blij mee zou zijn). Hoewel, er zijn een paar neven en nichten die ik voor het laatst zag bij de crematie van mijn moeder in 2009. En ik heb een zoon, die echter in mijn ogen zo onder invloed staat van zijn vrouw, dat ik die al bijna een jaar niet meer heb gezien, inclusief mijn drie kleinkinderen. Een apart verhaal, waarover misschien later meer. Kanker heeft het voordeel dat het sommige zaken versnelt (naast de dood), dus mijn zoon heb ik sinds oktober wel al een paar keer gezien en gesproken.
Elk jaar weer schiet ik in de spagaat bij de beelden van groepen volwassenen in zwart en goud gekleed, champagne in de hand, aan rijk gedekte tafels. Wil ik dit nu ook, is het de kift dat ik liefst weg wil zijn, of juist buiten de feestdagen om iets feestelijks wil doen? Ik weet wèl dat ik me dit keer meer alleen heb gevoeld dan ooit, waarbij alleen gerust kan worden vervangen door eenzaam. Ondanks lieve vriend(inn)en, op "Facebook, WhatsApp, Twitter, mail en sms-afstand". Ik houd ze zelfs af, want heb moeite met het idee dat ik nu opeens huisbezoek zou ontvangen, in plaats van een activiteit ondernemen, lekker lang wandelen, kunst kijken en dergelijke. Zo'n huisbezoek maakt mij zo mogelijk nog meer tot patiënt in mijn ogen. Moeilijk te bevatten voor sommigen uit mijn omgeving merk ik, maar ze zullen 't moeten accepteren. Ik bewaak mijn patiëntengrenzen op eigen wijze.
Wat mankeer ik dan, behalve irismelanoom? Volgens mijn bedrijfsarts heb ik last van PNS, para neoplastisch syndroom. In gewone mensentaal betekent dit dat een tumor op plek X je pijnen kan geven, lekker pesten noem ik 't, op plekken C en H, zonder dat er uitzaaiingen zijn op C of H. Ik kreeg eerst twee ijzeren borsten, waaraan magneten trokken als een soort extra zwaartekracht. Na bukken bijna niet meer overeind kunnen komen, omdat je door magnetisme naar de grond wordt getrokken. Of omgekeerd, bij in de hoogte reiken het gevoel dat een leger van trollen je borsten naar binnen magnetiseert. Daarom ook niet op je rug kunnen liggen en bij elke draai als het ware vastgeplakt zitten aan het onderlaken in de functie van magneet. Die brokken ijzer in mijn borsten verhuisden onvoorspelbaar van links naar rechts en overal. Mijn bovenrug heeft een tijd meegedaan en sinds twee weken kan ik bijna niet meer lopen, doordat een pesttrol zich in mijn linker kleine bilspier heeft genesteld. Ik ben nog op zoek naar het nieuwe werkwoord dat mijn manier van voortbewegen aangeeft. Tussen strompelen en slenteren in. Stronteren wordt 'm niet door voor de hand liggende associaties.
Deels spreek ik in de verleden tijd over die pijnen, want er is iets raars aan de hand. Ik ben "echt" ziek geworden, heb rond kerst drie dagen niet gegeten en amper gedronken. Een mooie statement aan de kerstindustrie dat wel, maar ik voelde me hondsberoerd. Ik was praktisch nooit ziek, noch als kind, noch als volwassene. Nu was er een virus of heeft ook dit beeld met de kanker te maken? Lastig te beantwoorden, niemand weet het echt. Het lijkt in elk geval niet op iets wat ik ken als griep, ik was en ben nog licht misselijk, heb op en af koorts en ben overgevoelig voor geuren. Daar walg ik van, van houtvuur tot rijpe banaan, van vis tot supermarkt. Daar ga ik met open mond zo snel mogelijk strompelend doorheen. In de herstelfase zit ik met grote aversie tegen m'n van oorsprong zo gezonde dieet. Ik eet al jaren volgens de Voedselzandloper, tot voor een week geleden nog. Nu word ik misselijk bij de gedachte aan een avocado of een struik broccoli. Havermout ril ik van. Nee, ik heb vreemde neigingen waar ik aan toegeef zolang het duurt. Ik geniet van liters soyayoghurt met foute cruesli. Eet witte zachte bolletjes brood met varkensvlees (ik ben flexitariër, eet nooit vlees!). Ik drink fruitsappen en kokoswater, voorheen alleen water koffie en thee. En nu komt 't, de ijzeren borsten zijn bijna weer tot vlees geworden. Nauwelijks last van. Helaas zit die trol nog wel in m'n bil, dus normaal lopen is niet mogelijk. Fietsen lukt wel, dus gelukkig kan ik me naar de supermarkt begeven om mijn mandje te vullen met al die etenswaren die ik jarenlang niet heb genuttigd.
Morgen de laatste dag van het jaar, waarin mijn kleine afscheidsritueel een totaal ander gezicht krijgt dan alle andere jaren.