In den beginne was er de collega (of hoe het eigenlijk allemaal begon)
In den beginne was er de collega. Een extravagant type, die tijdens een tweegesprek op een studiedag plots uitriep: "Hee, jij hebt twee verschillende ogen, hee kom es allemaal kijken, Anneke heeft twee verschillende ogen!"
Dat was in juli. Ik ben bekeken en heb even zelf in een handspiegeltje gekeken. Achteraf makkelijk praten, maar ik heb me toen totaal geen zorgen gemaakt. Ben ook niet direct naar een dokter gehold. Gewoon op zomervakantie gegaan, de vriendin die kwam logeren heeft niets bijzonders opgemerkt. Ik had nergens last van, sterker nog, ik las en deed van alles zonder bril. Tien jaar geleden heb ik me een leesbril laten aanmeten, maar die heeft daarna vrijwel ongebruikt in een laatje gelegen.
In augustus kwam een andere vriendin bij me op bezoek. Door ons werk (zij is machinist, ik werk in het onderwijs) hadden we elkaar zeven maanden niet getroffen. Zij zei direct bij aankomst, jij hebt twee verschillende ogen. Vanaf dat moment nam ik mijn oog serieus en ben ik naar de huisarts gegaan. Ik dacht overigens totaal niet aan kanker. Of dit nu onbewuste zelfbescherming was, of naïviteit, geen idee tot nu toe. Mijn huisarts keek en zei het lijkt wel pigmentvorming. Ik heb wat ik noem een onrustige huid, met sproeten en veel andere vlekjes en vlekken. Dus toen m'n huisarts dit zei dacht ik aan een moedervlek in mijn oog. En ik weet ook nog dat ik dacht hoe krijg je die eruit? Maar kanker, nee.
Ik werd met spoed naar het dichtstbijzijnde academische ziekenhuis gestuurd. Er ging geen alarmbel rinkelen. In het ziekenhuis was ik de goedmaker van de dag voor vele artsen en anderen in een witte jas. De één na de ander werd gebeld en de kamer ingehaald om naar mijn oog te kijken en niemand wist er een naam aan te geven. Het was voor al die mensen duidelijk spannend en nieuw. Er werden foto's gemaakt, die ik te zien kreeg. Ik schrok ervan. Mijn gezonde oog, mooi blauw met een donkergrijze rand en dan een bruine puinhoop ernaast. Een soort minivijver waarin allemaal bruine stukken en stukjes leken te drijven. De man die me de foto liet zien (zeer aantrekkelijk, precies de goede leeftijd maar vast gelukkig getrouwd met heel leuke kinderen en kleinkinderen) was de eerste die het had over " goedaardig of kwaadaardig". Toen ging er een signaal naar m'n hersenen en legde ik voorzichtig de link naar kanker. Als het ware schreef ik die diagnose in potlood in m'n hoofd.
De permanent marker volgde in het gespecialiseerde ziekenhuis. Zie hoe het vanaf dat moment verder ging in " Lijst met missers"