Jodelahietie of Zwitserland here I come (Dagboeknotities va 20 januari)
Weekend 24 jan (* is verwijzing naar ander blog)
Ik was toch echt blij. Optimistisch en positief gestemd was ik. In een raar soort vakantiestemming, maar het voelde goed. En nu, een aantal dagen na m'n (hopelijk) laatste ziekenhuisbezoek voor vertrek naar Zwitserland, ben ik moe, energieloos. Onbegrijpelijk. Ik probeer een analyse te maken, zet op een rijtje waar ik als eerste fysiek last van heb, echte last:
- Oorsuizen. Ik heb sinds 2011 Tinnitus, dus stilte is een voor mij onbekend fenomeen. Ik hoor voortdurend gesuis in een hoge pieptoon. Daar kun je aan wennen, met voldoende afleiding merk je er zelfs nauwelijks iets van. Sja, afleiding, die ontbreekt al maanden, das pech. En in al die herrie heeft zich sinds een paar weken een nieuw bijgeluid genesteld: woesj woesj, mijn hartslag. Helaas is dat gewoesj gebleven nadat ik m'n oren schoon heb laten maken. Speciaal twee ziekenhuizen op één dag, ik moest ook naar mijn vaste stek, naar gynaecologie, ging in de ochtend langs het lokale voor m'n oren. Geen verandering. Dankzij het feit dat ik sinds ik kanker heb een vaste bezoeker ben van het internet, afdeling kwalen en kwaaltjes, weet ik dat het gewoesj ook een vorm van Tinnitus is, een extraatje dus. En laat nu uitgerekend mijn oogdruppels als bijwerking hebben...jawel Tinnitus. De dubbele herrie dank ik dus zeer waarschijnlijk aan die druppels. Heb bedacht dat ik naar de apotheek ga morgen. Wil af van die bijwerking, wil andere druppels, want ook de volgende is behoorlijk ingrijpend:
- Vieze smaak, rare eetlust, craving als een zwangere. Ik werd ziek vlak voor kerst, tot voorbij begin januari*. Vanaf het moment dat ik überhaupt weer trek kreeg in eten, tot op heden, ervaar ik vreemde eetgewoonten. Nog steeds walg ik van de meeste groenten, wat funest is voor een kankerpatiënt. Voor m'n vaste havermoutontbijt heb ik sinds vandaag een oplossing gevonden. Bruine suiker en roomboter erdoor, zo kan ik het eten. De smaak van Stevia, de gedachte alleen al maakt me misselijk. Ik voel me vaak misselijk, met name tussen maaltijden door. Een lege maag geeft nu een vieze smaak. Ik verlang naar zoet, maar niet naar chocola, wat voor mij bijzonder is. Ook eet ik graag koolhydraten, voorheen nauwelijks, brood in de vorm van een tosti of een pannenkoek en liefst met kaas en vet vlees als spek. Zout en vet trekken me erg aan en ik ga over grenzen heen om dit binnen te krijgen. Varkensvlees eten als flexitariër is idioot natuurlijk. Maar naar de markt voor een haring hoef ik niet meer, ook de kibbeling deed het uiteindelijk niet. Gelukkig verdraag ik af en toe een beetje zalm door de slobbergroente*. Ik word geleidelijk aan steeds zwaarder door alle gezoete soyayoghurt met cruesli, de vettige tosties ed. En gezien ik niet meer sport (zo kun je het beetje wandelen nauwelijks noemen) ben ik dit extra gewicht niet één twee drie kwijt. Met als gevolg psychisch lijden, waarover later meer. Pas recentelijk las ik de bijwerkingenfolder van mijn oogdruppels nog eens en wat stond in de lange rij? Juist, verandering van smaak en misselijkheid...
- Pijn*. Even leek het of die verdwenen was, of in elk geval zo ver weg dat ik mijn volledige bewegingsvrijheid terug had. Tot ik een week geleden op de grond ging liggen voor een yogapoging. Het ging niet, ik had de pest in. Een nieuwe plek, diep in m'n rechterzij die me ook hindert als ik iets op wil vegen of m'n schoenen aan- en aantrek. Als ik wandel, stevig doorstap, gaat m'n bovenrug op zeker moment in brand staan. Normaal heb ik geen last. Is mijn rug nu moe van het niets doen of zit het stelletje pesttrollen daar al langere tijd in stilte te wachten tot ik me enthousiast in beweging zet. En zijn zij het die dan zorgen voor het BAM effect, je hebt kanker dus denk maar niet dat je lekker kunt bewegen zoals je voor oktober deed. Ik heb geen idee, maar raak ontmoedigd. Een goeroe op gebied van "chi-running" gaf tips op Facebook. Het hielp best om voorafgaand aan een wandeling een korte meditatie te doen (doe ik nooit, dus ik deed maar wat) en tijdens het lopen een mantra te herhalen. Ik verzon op een marsritme: Dit gaat Lek-ker, Ik loop Makkelijk en heb Nergens Last van. Na afloop moet ik flink m'n rug rekken, maar dan blijft het branderige gezeur beperkt. De volgende dag voelt alles weer normaal
Ik wil me fit voelen. Ik wil havermout eten en vier of meer ons groente. Ik wil verlangen naar een haring. ik wil met intrinsieke motivatie naar buiten of op de vloer om te bewegen, te zweten liefst. Kom ik ooit nog op het niveau dat ik had? Ik durf niet hardop te hopen. Wil graag sterk zijn, kracht tonen om uit de impasse te komen. Ik vind die kracht niet, vind mezelf een slappeling. Zoveel voorbeelden van mensen die zichzelf redden op eigen kracht en ik zit op de bank. Ik lijk vast te zitten, verlamd, bijna letterlijk.