Niet één maar twee keer kanker

*verwijst naar een eerder blogbericht

Zaterdag 14 feb (hoezo Valentijnsdag?)

Donderdag de 12de was een goeie voorbode voor vrijdag de 13de. Donderdag zat ik, nog redelijk nuchter, met een blocnootje tegenover de internist. Achteraf begrijp ik wel waarom ze haar assistente tegen mij liet zeggen dat het beter is iemand mee te nemen. Ik ging inderdaad zo ongeveer naar mijn doodvonnis.

Het is foute boel in mijn bloed. Daar zijn valse plasmacellen bezig de aanmaak van rode bloedcellen tegen te houden. Teveel eiwit in mijn bloed toont dit aan. Vermoeidheid, het hijgen tijdens het wandelen komt allemaal door de bloedarmoede. Het gewoesj* in mijn oren ook. Ik heb een vorm van bloedkanker zei de internist. Nieronderzoek, dagopname, is op dit moment niet relevant, een beenmergpunctie wel. Ik sta geboekt voor half negen de volgende dag, vrijdag de 13de.

Ik ben droog bij de internist weg gegaan en daarna in shock op de fiets naar huis. Twee kankers, wat heb ik in godsnaam verkeerd gedaan dat ik op deze manier gestraft word? Want zo voelt 't, als een enorme straf. Ik bel de mensen van wie ik weet dat ze zitten te wachten op nieuws. Het wordt elke keer akelig stil aan de andere kant van de telefoon. De rest van de dag verdwijnt in een roes. Hoewel ik verlang naar wegkruipen onder m'n dekbed hang ik verlamd op de bank. De komst van mijn zoon in de namiddag doet goed. We houden ons allebei een beetje in denk ik. Praten over mij maar ook over koetjes en kalfjes, wat goed is. Hij geeft me hoop wat betreft de kleinkinderen*, hoop waar ik juist nu behoefte aan heb. 's Avonds sleep ik me naar boven. De gigapijn onder m'n linkerborst gooit er nog een schep bovenop.

Vrijdag de 13de vroeg, zit ik op weer een andere afdeling van het ziekenhuis, nu tegenover de hematoloog. Vanaf haar eerste woorden stromen de tranen m'n ogen uit. Weg nuchterheid van gisteren, door de ongelooflijke en voor mij totaal onbekende empathie die ze uitstraalt en uitspreekt. Ook bij de beenmergpunctie blijven mijn ogen tranen produceren, meer dan ik me uit de afgelopen maanden kan herinneren. Dit is echt de afdeling zielig, hier gaat het om kanker en zijn de medewerkers ontzettend lief. De arts legt tijdens de voorbereidingen uit aan de verpleegkundige hoe erg het is voor mij, de vreselijke ontdekking van twee kankers, dat ik al bijna op weg was naar Zwitserland, afijn, volledige inleving, volledig begrip. Waarop de verpleegkundige mijn rug en arm begint te aaien, mijn hand vastpakt en zegt dat ik zo hard mag knijpen als ik wil. Gelukkig blijkt dat niet nodig, dat knijpen, maar het gevoel is fijn om even als het ware als een kind door papa en mama getroost te worden.

Er wordt weer bloed afgenomen en een vrijwilliger loopt me met me mee naar radiologie voor een röntgenfoto van mijn bovenkant. De chronische pijnen die ik al maanden heb, worden hier serieus genomen. Die zouden kunnen komen door de kanker die ik nu waarschijnlijk erbij heb, Kahler (multipel myeloom)

Dinsdag is er intern overleg met al mijn uitslagen op tafel. Woensdag wordt met Leiden overlegd. Daar ben ik bang voor, want ik krijg sterk de indruk van de hematoloog dat ze het vreemd vindt dat niet eerder op een scan of uit bloed is ontdekt dat ik zieker ben dan alleen met irismelanoom. Mijn huisarts heeft me gemaild met een eendere mededeling van de internist. Leiden is in last als ze echt zulke grove steken hebben laten vallen. Dat zou het toppunt van nalatigheid zijn, van alle blunders* de meest schrijnende. Vrijdag de 20ste zit ik weer tegenover de hematoloog. Ik hoor dan de bevestiging van Kahler en we bepalen prioriteit voor behandeling, het oog of het bloed (beenmerg). Gezien het feit dat ik mijn oog praktisch vergeet, lijkt mij dat ik eerst op weg moet naar fit zijn, weg met de bloedarmoede en vooral weg met de pijn.

's Middags ben ik in Zandvoort gaan wandelen met m'n vriendin. We waren allebei iets stiller dan normaal, maar het was fijn. Qua tempo liggen we nu gelijk (...) en de zon en de zee waren prachtig.

Eenmaal thuis was ik kapot. Zo moe en last van de prikplek die uit de verdoving wakker werd. Bewusteloos in slaap gevallen tot acht uur. Daarna wederom verlamd op de bank.

Vandaag heb ik m'n 24 uur ik ben zielig opgenomen. De put* is smaller geworden, dieper en geen spoor van een touw. Hoewel ik er middenin zit, kan ik de fase herkennen waarin ik me nu bevindt. De fase van is dit echt? De fase van de scheutmomenten* is terug maar dan vele malen heftiger. Want pas nu heb ik kanker in de vorm van levenslang. De oogbehandeling heeft een genezingspercentage van 98%. De kans, statistisch gezien op uitzaaiingen zeer klein. Kahler is een heel ander verhaal. Heb nog maar kort durven googelen, maar it's a bitch. Niks wordt meer zoals het was, ik word nooit meer wie ik was. Ik ben boos, op Leiden en ik ben verdrietig. Misschien neem ik wel meerdere keren 24 uur ik ben zielig op. Twee kankers, zoveel tegenslag, daar kan ik voorlopig nog niet tegenop.

.

3 reacties

Beste Adj,

Ik heb je blog bijna vanaf het begin gevolgd, en vind dat je je er met heel veel moed probeert door heen te slaan. Bij mij is er half oktober 2014 een oogmelanoom geconstateerd, je denkt aan een netvliesloslating o.i.d., maar bij het Oogziekenhuis hebben zij ons heel snel uit de droom geholpen en wilden het oog direct verwijderen. Na een second opinie in het Eramus M.C. konden zij het oog gelukkig stereotactisch bestralen (hetgeen half november gebeurd is). Wilden ook naar Zwitserland, maar zij vonden het verschil (in dit geval) zo miniem, dat zij ons afraden dit traject af te gaan leggen. Natuurlijk nog steeds heel veel spanning en angst.

Weet dat ik heel erg met je meeleef en je mag me altijd een berichtje sturen.

cosa2

Laatst bewerkt: 29/06/2017 - 19:51