Hoe gaat het met je? Ingewikkelde vraag!
‘Hoe gaat het met je?’ vond ik vroeger een doodnormale vraag. Sinds mijn kanker-diagnose 2 jaar geleden niet meer. Vaak weet ik niet zo goed wat te antwoorden. En wanneer de vraag uitblijft, mis ik hem. Soms ben ik er zelfs verdrietig van.
Hoog tijd dus om over deze goed bedoelde vraag een blog te schrijven. Wat maakt deze vraag zo ingewikkeld? Wat zegt dat over de vraag? En over mij? En over de vraagstellers? Ben ik de enige die dit ingewikkeld vindt of hebben jullie dat ook?
In deze blog allereerst een aantal veel voorkomende varianten. De volgende blogs in deze reeks gaan over waarom deze vraag zo belangrijk is, wat deze vraag zo ingewikkeld maakt en over hoe hier als vraagontvangers en onze vraagstellers misschien beter mee om te gaan. Ben benieuwd of jullie dit ook herkennen! En zo ja wat jouw manier is om hier mee om te gaan!
HOE GAAT HET MET JE? INGEWIKKELDE VRAAG!
Veel voorkomende varianten
De afgelopen 2 jaar heb ik nogal wat ‘Hoe-gaat-het-met-je?’- vraagvarianten meegemaakt:
De klinische variant. Vaak gebruikt door medici. Meestal gericht op het verzamelen van feiten over je lichamelijke wel en wee en eventuele kwalen ten gevolge van je ziekte, behandelingen en medicatie. Wordt vaak gebruikt in combinatie met de welbekende 10 punts-schaal: ‘Kunt u op een schaal van 1 tot 10 aangeven hoeveel pijn u heeft? Hoe misselijk u bent? Hoe zwaar deze oefening voor je is? etc. Tijdens mijn behandeldagen en ziekenhuisopname werd de 10-punts schaal-vraag ettelijke keren op een dag gesteld door professionals van verschillende (para-)medische disciplines die tijdens een dag de ronde langs je bed maken. Totdat je het helemaal spuugzat bent. Ook mijn toenmalige oncologische wijkverpleegkundige en mijn oncologiefysiotherapeut, die ik allebei zeer hoog acht en graag mag, gebruik(t)en deze vraag regelmatig.
De empathische, meelevende variant. Vooral gebruikt door lieve familieleden, vriendinnen en vrienden. Vooral in de periode dat ik ernstig ziek was en tijdens het begin van mijn herstel. Vaak in combinatie met een warme, liefdevolle, enigszins bezorgde blik, een arm om m’n schouder, een aai over m’n rug, handje vasthouden of een stevige knuffel. Dat was vóór de Coronatijd. Toen aanraken nog mocht. Zo’n vraag waardoor je je geliefd en geborgen voelt en alles durft te vertellen wat er op dat moment in je omgaat. In het diepst van mijn ellende leidde dat meestal tot ellenlange, door medicatie enigszins verwarde opsommingen over hoe slecht ik me fysiek, mentaal en emotioneel voelde. Meestal in combinatie met huilbuien Voor mijn dierbaren een flinke oefening in empathie en engelengeduld. En ze hebben het fantastisch gedaan!
De therapeutische variant. Het woord zegt het al. Wordt vooral gebruikt door psychologen, therapeuten en aanverwanten. Mensen die er hun beroep van hebben gemaakt om aandachtig te luisteren naar de misère van anderen. Dit bedoel ik beslist respectvol. Vaak gecombineerd met mooie andere, open, uitnodigende vragen en meestal gevolgd door bemoedigende zinnen, fraaie beeldspraken en andere perspectief gevende opmerkingen. Motiverende gespreksvoering en positieve psychologie dus. Een warm professioneel bad en heel opbeurend om te ontvangen!
De snelle variant. Wordt meestal via social media gesteld. Bijvoorbeeld via een appje, een LinkedIn- of Facebook bericht. Omdat je de vraagsteller niet ziet is het over het algemeen lastig te peilen hoe groot iemands feitelijke interesse is. Dat maakt beantwoording ook lastig. Mijn initiële blijdschap met al die aandacht leverde daarom ook regelmatig een eenzaam gevoel op. Want over en weer getypte zinnetjes uitwisselen, soms met tussenpozen van dagen tussen de vraag en het antwoord, geven nou niet echt hetzelfde gevoel van contact, zoals in face-to-face. Toen ik zo ziek, zwak en misselijk was, had ik vaak ook niet de puf om überhaupt te reageren. Want typen was ten gevolge van verminderde spierkracht, conditie en concentratie te inspannend. Dus niet echt een geslaagde vorm van communicatie, hoe goed bedoeld ook door al mijn social media-connecties en mijzelf.
De non-verbale variant. Deze kenmerkt zich door een aandachtige, uitnodigende ik-heb-alle-tijd-van-wereld, je-mag-me-alles-vertellen houding. Als ik dit schrijf denk ik bijvoorbeeld aan een goede, welbespraakte vriend, die ondanks zijn drukke agenda met enige regelmaat tijdens mijn ziekteperiode langs kwam. Hij ging dan in de stoel aan het voeteneinde van de bank waarop ik overdag lag zitten en wachtte rustig en aandachtig tot ik uit mezelf begon te vertellen. Zonder dat hij überhaupt de vraag hoefde te stellen. Zo uitnodigend was zijn houding. En hij luisterde elke keer aandachtig zonder te oordelen of adviezen te geven. Iets dat hij in andere situaties heel goed kan.
De pro-forma variant. Gebruikers kan je meestal herkennen aan beperkt oogcontact en de blik op elders gericht. Ze zijn meestal onderweg naar iets maar voelen zich min of meer verplicht om, wanneer ze je bijvoorbeeld ergens in de stad tegenkomen, toch even kort te vragen hoe het met je gaat. Varianten hierop zijn ‘Hoe is tie?’ en ‘Alles goed?’. Ik ben er inmiddels achter dat deze categorie mensen overwegend vooral goed nieuws wil horen en zeker geen uitgebreide antwoorden. Het voor de hand liggende antwoord bij deze vraag is daarom ‘Ja hoor’, gevolgd door de wedervraag ‘En met jou?’. De gemiddelde toevallige voorbijganger kan daarbij net als jij volstaan met ‘Goed hoor’ en daarna vervolgt iedereen zijn/haar weg. Deze variant komt relatief veel voor wanneer je na langdurige, ernstige ziekte weer vaker in het openbaar verschijnt.
De onverwachtse variant. Deze komt, zoals het woord al zegt, vooral voor op onverwachtse momenten. En overvalt je dan. Bijvoorbeeld omdat die op een moment gesteld wordt waarop je eigenlijk helemaal geen puf hebt voor gesprekjes. Zoals bijvoorbeeld al die keren dat ik me niet goed voelde en mezelf toch naar de winkel sleepte om wat elementaire boodschappen te doen. En dan vraagt een kennis opeens ‘Hoe gaat het je?’ Het liefst zou je dan ter plekke in huilen willen uitbarsten. Maar je hebt al je energie nodig voor het tripje heen en terug, dus je probeert je flink te houden. Nou ja, de eerste keer lukte dat niet. Daarna was ik er op voorbereid. Want zoiets wil je anderen én jezelf niet nog een keer aandoen.
De niet-gestelde variant. Deze komt vooral voor nadat de ergste ziekteverschijnselen voorbij zijn. Dan gaan alle lieve mensen die zich eerder intensief om je hebben bekommerd weer over tot de orde van hun eigen gewone leven en verdwijn je als het ware van hun ‘wie-heeft-nu-even-extra-aandacht-nodig’-lijst. Dit bedoel ik beslist niet als schop achteraf tegen mijn dierbare intimi. Want ik snap het goed. Iedereen heeft ook zijn/haar eigen leven met eigen ups en downs en dat behoeft ook tijd en aandacht. Dus eindeloos en grenzeloos je aandacht aan zieke medemensen blijven geven is misschien iets te veel gevraagd. Maar oh, wat verlang ik ook soms nu nog - nu ik alweer 1,5 jaar kankervrij en behoorlijk zelfredzaam ben- naar die oprechte, warme, empathische ’Hoe gaat het met je?’-vraag. Wanneer die in contact met dierbaren uitblijft, maakt me dat af en toe verdrietig. Want persoonlijke betrokkenheid is en blijft, ook in deze herstelfase, fijn.
Kinderliedje: Hoe gaat het met je? (met dank aan juf Barbara Broothaerts)
Vraag aan jou
Beste lezer, vind jij de vraag ‘Hoe gaat het met je?’ ook zo ingewikkeld? Herken je als (ex-)(kanker-) patiënt deze varianten? Of ken je misschien nog andere? Of ben je naaste of hulpverlener van iemand met een langdurige ziekte of beperking? Wat is jouw favoriete vraagvariant in contact met hen? Leuk als je dat met ons wil delen!
In mijn volgende blogposts deel ik graag meer over mijn worstelingen met deze ingewikkelde vraag. En ik geef een aantal tips over hoe (misschien) beter met deze vraag om te gaan. Zowel voor vraagontvangers als vraagstellers.
Wil je meer weten? lees dan ook de volgende blogposts in deze HGHMJ-reeks.
Levendige groet,
Christa
4 reacties
Lieve Christa,
Ik heb het blog gelezen en herken zo'n beetje alle vormen van de vraag die je daarin beschrijft.
Zelf vind ik het vooral ingewikkeld als mensen er helemaal niet naar vragen; het krampachtig ontwijken. Misschien vinden ze het zelf te moeilijk, misschien willen ze mij ontzien. Maar mijn hele leven wordt bepaald door kanker helaas, dus het voelt voor mij heel leeg als het er niet over mag gaan. Als er wel aandacht voor is, geeft dat ook juist weer ruimte om over andere dingen te praten en volop aandacht voor de ander te hebben.
Gelukkig weten mijn dierbaren dat allemaal wel, en daardoor is het eigenlijk geen probleem meer.
Als je van 'na kanker' kunt spreken, is het natuurlijk weer anders. Dan vergeet men het op den duur denk ik sneller dan jijzelf, of vindt dat je er nu maar eens over op moet houden. Dat lijkt me ook heel ingewikkeld. Anderzijds kan ik me ook voorstellen dat je dat zelf juist zou willen, of dat er dan net iemand naar vraagt als jij er eens even niet aan dacht.
Het is en blijft een moeilijk onderwerp. Open zijn over wat je wel en niet wilt, werkt voor mij het beste. En voor jou?
Liefs, Hanneke
Lieve Hanneke, wat schept dat toch een geweldige band, die ingewikkelde vraag!Dankjewel voor het delen van jouw ervaringen.
Ik weet nog goed dat ik een keer bij vrienden at. Een paar dagen daarvoor had ik hen, evenals mn andere intimi, m’n whatsapp verzendlijst verteld dat ik 100% arbeidsongeschikt (wga, er is nog hoop) was verklaard. Het was op zich best gezellig, maar ik voelde me na afloop zo verdrietig omdat DE vraag niet was gesteld. En onbegrijpelijk ook, want dat WIA besluit hakte er voor mij flink in en ik dacht dat ze dat toch best wel snapten. Misschien was het vanuit hun kant een bewuste keuze om af te leiden, of bewust vermijden, geen idee. Na een paar dagen een vervelend gevoel en introspectie heb ik daaruit een belangrijke conclusie voor mezelf getrokken: niet meer lijdzaam gaan zitten afwachten, maar zelf het initiatief nemen.
De omgekeerde variant, mensen vragen steeds- heel goed bedoeld- hoe het met je gaat en zijn oprecht geinteresseerd. Maar soms is het juist fijn om es niet over al je kwalen te praten maar wil je gewoon als ‘ normaal mens’ bejegend worden ipv als mens met kwaal.
Dus het blijft vrees ik nog wel een beetje schipperen met deze vraag, zowel vanuit ons als onze vraagstellers. En dat begint bij, zoals jij schrijft: open zijn over wat je wel en niet wil. Dankjewel!
Ps ik heb ondertussen een aardig rijtje met tips aan mezelf en anderen over wat misschien helpt om anders met deze ingewikkelde vraag om te gaan , dus die vervolgblog komt er zeker.
liefs en hou je taai!
Christa
"Hoe gaat het met je" is synoniem geworden met: "Hoe gaat het met je kanker" terwijl ik niet mijnzelf probeer te definineren door mijn kanker. Mijn kanker is 1 ding, ik ben een ander. Toch proberen mensen mij die hoek in te duwen, en daar krijg ik jeuk van op hele nare plekken, zoals Ron zou zeggen :)
Gelukkig ben ik zelf redelijk standvastig, dus ook hier kom ik wel doorheen.
Hoi Alex,
Helemaal mee eens! je zegt het goed: wij zijn niet onze ziekte. Precies daarover ben ik ook wel eens boos geworden op een goede kennis. Want ik wil inderdaad net als jij niet altijd bevraagd worden over mijn (ex) kanker en alle restverschijnselen waar ik nog dagelijks mee te maken heb, maar gewoon als ‘ normaal’ mens’ / leuke vrouw.
ik zie dat je regelmatig mooie teksten post. Ik ga je volgen!