DE GEWONDE GENEZER

Arnoud strompelt naar binnen. Hij steunt zwaar op de aluminium kruk aan de niet aangedane zijde. De  linkerarm hangt af,

’ Dood stuk vlees,’  galmt zijn stem door de oefenzaal.

Om over zijn linker been nog maar niet te spreken. Gisteren bleef hij achter de drempel haken.

‘Viel zo op mijn snufferd,’ hinnikt Arnoud van het lachen.

Ik lach mee, al prikken de tranen in mijn ogen.

Al gaan mijn gedachten terug in de tijd, herinner ik  mij mijn eigen vermeende positivisme.

Mijn collega is zich van geen kwaad bewust en prijst hem juist om zijn positiviteit...

Ik hou wijselijk mijn mond.

 

 

 

 

 

2 reacties