WARME DEKEN

Annemiek duwde mij voort, met opgeheven hoofd en met tranen in haar ogen.

Mijn benen dekte zij toe met een warme deken.

Ik voelde me beschermd.

Alsof ik nog steeds dezelfde was; ‘Haar Minneke.’

Voorheen kon ik deze troetelnaam niet verdragen.

Ik herkende het nog niet als een uiting van tederheid, van liefde.

Gekluisterd aan mijn rolstoel echter viel het pantser van mij af.

Al zou ik nooit meer hebben kunnen lopen ...

Ze duwde mij voort, met opgeheven hoofd en met tranen in haar ogen.

Ik deinde mee. In de wetenschap dat ik voor altijd haar Minneke zou zijn.

 

 

 

 

4 reacties