Hand van God

 

 

De neurochirurg staart naar het beeldscherm.

Zijn  kruidige aftershave  roept  onbewust herinneringen op. ‘Weet niet of ik al het tumorweefsel heb kunnen  weghalen.’  stamelde hij destijds.

Zijn ogen vernauwen zich wederom tot spleetjes.

Mijn laatste Ct scan flikkert op het beeldscherm.

Annemiek knijpt mijn hand zowat fijn.

Het schrikbeeld van een leven als kasplant doemt eens te meer in mij op. Ik  hou mijn adem in, Anemiek houdt haar adem in. Dr. G. draait het beeldscherm plots naar ons toe.

‘De hersenkamers zien er mooi slank uit.’

Annemiek en ik kijken elkaar alleen maar aan.

Ik druk een kus op zijn hand.