Standje nul
Mijn maat komt net bij de kapper vandaan.
Zijn terugwijkende haargrens is een blijvend onderwerp van gesprek. Het is maar net waar je je zorgen om maakt.
‘Mr perfect,’ wordt hij in mijn vriendenkring genoemd.
Hij moet en zal er altijd onberispelijk uitzien.
Zijn uiterlijk is voor hem een vrijbrief voor zijn verworven oppervlakkigheid. Zijn onvermogen om voorbij de buitenkant te schouwen.Het lot was mij helaas minder gunstig gezind. In gedachten hoor ik nog altijd het geraas van de tondeuse. Standje nul, liet weinig tot niets aan de verbeelding over. In het onverbiddelijke licht der vergankelijkheid glom ik echter van trots.