Ander weer op komst?
Die griep van november waar ik het in de vorige blog over had, die heeft zes weken geduurd. Uiteindelijk moeten we vaststellen dat het waarschijnlijk een infectie was zoals de rest van de bevolking ook last van heeft. De huisarts heeft nogmaals een rondje Dymista voorgeschreven en net voor de kerst waren de oren weer vrij.
Ik had even de angst dat het weer een lange winter zou gaan worden; net als de afgelopen tien jaar. Vorig jaar was een goed jaar want toen moest iedereen afstand houden vanwege Corona en dit was ook het eerste jaar dat ik niet voortdurend verkouden of ziek was. Toen eind september de eerste ziekteverschijnselen zich aandienden en ik dus in november weer niet lekker was, zag het er niet goed uit.
Hoe ziet het er nu uit? Goed. Heb al zes weken nergens noemenswaardig last van en daar bovenop gaf de hematoloog afgelopen week ook nog eens goed nieuws! Mijn bloedbeeld is heel gezond en mijn IgM is zelfs gezakt naar 2,85. Dat is heel goed nieuws. Zelfs het beste nieuws in jaren!
Ik kreeg op het consult ook nog een gratis preek van hem. Normaal gesproken is de dokter geen uitgesproken persoon. Tijdens het lichamelijk onderzoek vroeg hij: ‘Hoe is het op het werk?’ Onveranderd, dus niet best. De werkgever heeft er nog steeds enorme moeite mee dat ik chronisch ziek ben. Ik moest hem echter aangeven dat ik maandag een sollicitatiegesprek heb. Ja, u bent vast ook verbaasd. Het zit zo: er bleek ergens een cv van mij op het internet rond te zwerven en dat had een recruiter gevonden. Ze stuurde me een vacature door per mail. Deze zag er netjes uit en dat bood ook kansen voor mij maar ik had ook twijfels bij de plannen van het bedrijf. Ik vroeg me namelijk af of de investeringen die ze wilden doen niet alleen voor de korte termijn zouden zijn. Verder vond ik dat ik een nieuwe werkgever iets over mijn gezondheidsituatie zou moeten vertellen en dus besloot ik de recruiter terug te mailen dat het interessant was maar dat ik ervan afzag. Daar nam ze niet meteen genoegen mee en na de kerst mailde ze me terug met de vraag of ik zou kunnen verklaren waar mijn twijfel zat. Daar was ik wel toe bereid en ik kreeg prompt een mail terug dat ze mijn twijfel begreep en dat dit precies niet de situatie was. Uiteindelijk stuurde ze me, in overleg met het bedrijf, de strategie door en vroeg of ik wilde heroverwegen om me beschikbaar te stellen. Aangezien ik me goed voelde en altijd mijn gezondheidssituatie nog kon benoemen heb ik er uiteindelijk mee ingestemd wat tot een eerste kennismaking leidde. Ze vond mij uiterst geschikt en zag verder nog wel meer toekomstperspectief. Verder wilde ze aangeven dat het bedrijf ook heel enthousiast was en ze mij als topkandidaat wilde bestempelen. Komende maandag heb ik dus een gesprek bij dit bedrijf. Maar wat te doen met mijn gezondheidsituatie? Eerlijk gezegd geniet ik van de aandacht en de positiviteit dus ik had me voorgenomen om aan het einde van het aanbiedinggesprek (als we daar ooit zouden komen) mijn gezondheid op tafel te leggen en het oordeel aan de nieuwe werkgever over te laten. ‘Dat gaan we niet doen,’ sprak de dokter. ‘Er is geen reden om dit te doen!’ Hij sprak fel en vervolgde: ‘Als ze naar je gezondheid vragen, keihard ontkennen. Mocht je het toch willen vertellen, dan pas na de proeftijd. Wij hebben hier een nieuwe collega gekregen die al anderhalf jaar weg is. Bleek zwanger. Ze mogen er niet naar vragen en jij hoeft het niet te vertellen. Erg vervelend voor de werkgever maar zo is het.’ Inderdaad allemaal waarheid maar ik zal toch weer een keer behandeld moeten worden. Mijn huidige werkgever vroeg bij diagnose me op de man af of ik van mijn ziekte wist toen ik mijn contract tekende. ‘Dat mag niet! Altijd ontkennen! Als die behandeling komt dan zien we wel verder,’ zei hij vol vuur en vlam. Ik moest hem zelfs afremmen want de tijd was al weer ruim op. Over vier maanden kom ik weer terug voor onderzoek en dan wilde hij weten hoe het was gegaan.
We kennen elkaar nu zo’n vijf jaar en elke keer als het over mijn werk ging dan trok hij een vies gezicht maar zei niets. Hij nam de situatie voor kennisgeving aan. Iemand die bloedlink werd van mijn werkgever was onze praktijkondersteuner bij de huisartsenpraktijk. Een man die dicht tegen zijn pensioen aanzit en die een brede ervaring heeft als psycholoog en ARBO-deskundige. ‘Wij moeten met die werkgever van je gaan praten’, zei hij regelmatig. Ik zag daar geen nut in want ze zijn overtuigd van hun eigen gelijk. Toen ik hem vertelde over het consult bij de hematoloog, reageerde hij positief. ‘ Wat goed!’, zei hij. ‘Ik zag het meteen aan je. Aan je houding, handdruk, eigenlijk alles!’ Dat is denk ik niet zo vreemd. Ik voel me ook goed. Dat staat los en in verband met de goede gesprekken over een eventuele nieuwe baan. ‘Ik denk dat je er gewoon voor moet gaan. Het is je gegund. Ondanks dat je niets mag verzwijgen denk ik dat je het verdiend hebt. Stuur me maandag een bericht!’
Iedereen blij en positief. Ook thuis. ‘Moet je het vertellen?’ Tja, dat is het dilemma. Ik denk dat ik nu het risico neem. Dan ben ik weg bij de huidige werkgever en heb ik een nieuwe uitdaging (het is werk dat ik kan en al ooit heb gedaan). Eerlijk is eerlijk: je tijd uitzitten en je eigen werk maken omdat het er niet is maakt je geen vrolijker mens. Het is lastig want je moet jezelf motiveren en je gaat geen direct plezier uit je werk halen. Dat moet je dus ergens anders gaan vinden. Ben daarmee bezig maar dat is een langlopend traject.
’Ga je teleurgesteld raken als het niet doorgaat?’ vroeg de praktijkondersteuner. Nee is het antwoord. Ik heb uit de afgelopen periode veel plezier gehaald en ik weet wat ik nu heb. Dat wil zeggen dat ik al blij ben dat het op gezondheidgebied een stuk beter gaat. Dat geeft me voor nu een lijntje naar de toekomst en een nieuwe baan zou dat alleen maar completer maken. Laten we komende maandag eerst maar eens proeven en snuffelen. Dat is van beide kanten. Daarna zien we wel verder. Ben eerlijk gezegd ook wel benieuwd hoe een eventuele opzegging gaat verlopen. Waarschijnlijk is het huis dan te klein en ben ik heel hard nodig.
Maar goed. Laat ik besluiten met het bericht dat ik erg blij ben met mijn huidige gezondheid en dat is het belangrijkste. De rest is alleen maar bonus. In mei gaan we weer meten en laten we hopen dat ik me dan nog steeds zo voel!