7 januari 2023. Een beetje relativeren helpt
Eén van de bijkomstigheden van mijn ziekte zijn hoestbuien. Niet te controleren en soms op momenten dat je ze extra kunt missen. En dan doel ik op die momenten waarin ik mij op hou in de buurt van wildvreemden met name in de supermarkt. Sta je daar op je dooie gemak te puzzelen voor een schap met etenswaren waar de lettertjes op de toch al kleine etiketjes nauwelijks leesbaar zijn en dan kruipt er zo'n geniepig orkaantje naar boven. Voor je het weet geef je een eenmansvoorstelling met als thema : "Bronstijd op de Veluwe". Op zich te dragen maar houding, gedragingen en blikken van de mij omringende medemensen zeggen vaak meer dan woorden kunnen vertolken. Op zo'n moment bekruipt mij de haast onbedwingbare drang om minzaam te zeggen: "Maakt u zich niet druk mevrouw, het is echt geen Corona, het is gewoon longkanker. Piëteit met die medemens heeft mij hier tot nu toe van weerhouden. Een beetje relativeren met humor helpt.
Gisteren was het bioptdag. Zo tegen tweeën hongerig en dorstig zette Lief mij af bij het ziekenhuis. Ik mocht vanaf 's morgens acht uur niets meer nuttigen dus met knorrende maag naar de afdeling bloedafname en daarna naar de ziekenhuis apotheek voor het feestje van volgende week, een soort anti-kater medicatie. Vroegtijdig melde ik mij op afdeling waar de graafwerkzaamheden plaats zouden vinden.
Vrijwel direct na aanmelding werd ik opgehaald en kreeg ik een bed toegewezen. Het ZV (ziekenhuis vervoer) vind nog ouderwets met menskracht plaats. In tegenstelling tot het OV gaat hier alles op tijd. Zelden files en als er anderen bij de lift staan te wachten heb je als bedlegerige verkeersdeelnemer voorrang, ook al lig je met je kleren aan in bed. Nog nooit ben ik een beschonken of bellende beddenrijder tegen gekomen. En als er een spoedje is, krijgt die alle ruimte die nodig is.
Eenmaal ter plekke, werd er eerst een lijntje voor het infuus aangelegd, althans dat was de bedoeling. De verpleegster dacht een ader te vinden in mijn rechterhand maar de naald bleek blind gelijk een paard die de was niet kon doen. Een anesthesist bracht het lijntje even later moeiteloos aan, op links wel te verstaan.
Een jaar geleden, tijdens een soortgelijk avontuur brachten ze me volledig onder zeil, omdat de behandeling redelijk veel tijd in beslag zou nemen. Nu waren het een plaatselijke verdoving en een roesje die mij rustig moesten houden. Na verdoving van keel, stembanden, een stevige sedatie en het aanbrengen van een "bekklem" werd de slang in stelling gebracht waardoor de benodigde apparatuur zonder kans op verlies en beschadiging kon worden ingebracht. Geen pijnlijke of vervelende ervaring, maar ik was blij toen de Patholoog zei dat hij voldoende materiaal had voor zijn hobby. Na een compliment van de staf dat ik "zo'n grote jongen" was geweest en een compliment terug "de eerste keer deden jullie het beter", terug naar de uitslaapzaal. Was natuurlijk een grapje!
Zoals elke gemeenschappelijke zaal in een ziekenhuis is de entourage des ziekenhuis, komt er van alles over de vloer en zijn de huismeesteressen voorkomend en hulpvaardig. Ik heb nooit de neiging om medepatiënten aan te spreken of om uitgebreide antwoorden te geven op hun vragen. Ik luister liever naar de intake gesprekken met de huismeesteressen en probeer een inschatting te maken van het geestelijke wel en wee van de betrokken persoon. Enerzijds beroepsdeformatie, anderzijds leidt het eerlijk gezegd ook een beetje af van mijn persoonlijke situatie.
Lief haalde mij op op de afdeling. Maar goed ook want helemaal koersvast was ik nog niet. Eenmaal thuis gekomen veranderde het "appeltje eitje" in een "redelijke aanslag". Lief adviseerde een gang naar de echtelijke sponde en dat liet ik me geen twee keer zeggen. 's Avonds nog een paar boterhammen naar binnen gewerkt met het idee, "morgen is er weer een dag". En dat bleek vandaag ook zo te zijn.
1 reactie
Wat fijn geschreven! Ik moest af en toe luidop lachen, dank daarvoor.
Maar wat een aanslag elke keer... het is geen pretje.
Ik geloof ook in humor! zou iets geestigs willen schrijven maar dat laat ik wijselijk aan jou over, ieder zijn plek zoals mijn moeder zou zeggen.
Bonne chance!