Beenmergpunctie bij de ziekte van Waldenström
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonBij een beenmergpunctie haalt de hematoloog wat beenmerg weg uit een van je botten. Hij of zij kijkt of er kankercellen in zitten. Je krijgt het onderzoek om erachter te komen of je de ziekte van Waldenström hebt.
Bij de ziekte van Waldenström zit er een lymfoom in je beenmerg. Een lymfoom is een gezwel van witte bloedcellen. Heel soms zit er ook een lymfoom in je lymfeklieren of je milt of je lever.
Om te onderzoeken of er een lymfoom in het beenmerg zit, krijg je een beenmergpunctie. De hematoloog onderzoekt of er kankercellen in het beenmerg zitten.
Hoe gaat een beenmergpunctie?
De hematoloog prikt met een dunne, holle naald door het bot heen tot in het beenmerg. Daarna zuigt de hematoloog wat cellen op uit het beenmerg.
Je krijgt een verdoving, maar een beenmergpunctie blijft een naar onderzoek. Meestal voel je tijdens de punctie heel kort een venijnige pijn en een vreemd, trekkerig gevoel.
Onderzoek in het laboratorium
De patholoog in het laboratorium onderzoekt het weggehaalde beenmerg. Als er kankercellen in zitten, kan dit betekenen dat je de ziekte van Waldenström hebt. Of een ziekte die er erg op lijkt.
Daarom doet de patholoog vaak ook DNA-onderzoek in de kankercellen. Bij de ziekte van Waldenström komt een bepaalde fout in het DNA voor die er niet bij andere ziektes is. Bijvoorbeeld een fout in het gen MYD88.
Als je deze fout in het DNA hebt, betekent dit vaak dat je de ziekte van Waldenström hebt. Maar soms komt deze fout ook voor bij andere vormen van lymfeklierkanker. Daarom bekijkt de patholoog het totaalplaatje van alle onderzoeken.
Lees verder over onderzoek van het beenmerg op hematon.nl.