24. Tuin Blues 5. Voor 'Hazelnoten' Kees de berg op?

Zaterdagavond, na deelgenomen te hebben aan de uiterst interessante discussie die Herman op zijn blog is gestart, realiseerde ik me opeens dat ik het discussiƫren over belangrijke onderwerpen zo heb gemist. Sinds de dood van Kees, mijn 'Sparring mate' zijn de dagelijkse discussies over belangrijke zaken des levens met hem, uit mijn leven verdwenen. De herinneringen aan 'Hazelnoten' Kees bleven echter ook de volgende dag nog door mijn hoofd spoken en omdat het prachtig weer was, besloten we naar het jaarlijkse Parkpop te gaan om weer eens lekker ouderwets uit ons dak te gaan op de muziek. Na uitgebreid genoten te hebben van de muziek, het weerzien met enkele, uit het oog verloren, oude bekenden gingen we moe, maar voldaan richting huis. Op de terugweg, 'wandelde' Kees toch weer met me mee en gevolg gevend aan een plotselinge impuls, besloot ik om zijn graf, na lange tijd weer eens te bezoeken.

Ik schrok bij de aanblik van het anders zo keurig verzorgde graf, het onkruid had het volledige graf overwoekerd en het prachtige zeilbootje dat zijn zoon daar ruim drie jaar geleden had neergezet, was omgevallen en lag treurig weg te zinken in de zee van onkruid. Ik onderdrukte de neiging om het onkruid te verwijderen, het was immers niet aan mij om dat te doen. Die taak was toebedeeld aan zijn weduwe en zijn twee kinderen, wel zette ik het zeilbootje weer overeind. Kijkend naar het graf, deed het me aan de ene kant zoveel pijn dat het zo'n vergeten indruk maakte en aan de andere kant realiseerde ik me ook dat het leven gewoon weer verder ging. Deze tekenen van verwaarlozing zou er immers ook op kunnen duiden dat zijn vrouw en kinderen de draad van het gewone leven weer hebben opgepakt. Bij thuiskomst liep ik direct door naar de Hazelnotenstruik die ik geplant heb als levende herinnering aan Kees en zoals gewoonlijk gaan daarbij mijn gedachten weer terug in de tijd...

Ik leerde Kees ruim 36 jaar geleden kennen op mijn werk en vanaf het begin was er een vreemde klik tussen ons. Hoewel ons leven er totaal verschillend uitzag; hij toen nog vrijgezel, kwam uit een hecht, zwaar kerkelijk gezin waarbinnen de regels duidelijk vastgelegd waren. Ik was net getrouwd, kwam uit een minder harmonieus gezin zonder enige geloofsovertuiging met regels die net zo veranderlijk waren dan het weer. Al heel snel na onze kennismaking, gingen de gesprekken in de lunchpauze's over de verschillen tussen ons en ontaarden langzamerhand in pittige discussies over religie en veel later over alles wat ons bezig hield. Of het nou over wereldzaken, politiek, boeken, films of documentaires ging, geen enkel onderwerp werd geschuwd.

We genoten beiden van het 'spel' dat vraag en antwoord heette en vooral hoe elk antwoord weer leidde naar ontelbare nieuwe vragen en even zoveel antwoorden. Als het weer het toeliet, zaten we in de middagpauze buiten, op een lege krat in de nabijheid van een reusachtige Hazelnotenstruik. Kees was dol op hazelnoten en zodra deze rijp waren werden onze discussies vergezeld van de knakkende geluiden van de schil in de knuisten van Kees, afgewisseld door de het zo kenmerkende eetgeluid.
Ik overdrijf niet als ik stel dat hij met gemak de volledige oogst tot zich nam, hij had altijd honger, naar eten, naar vragen en naar antwoorden...

Die honger naar vragen stopte abrupt toen hij de diagnose kanker kreeg. Een doodvonnis omdat hij zo'n zeldzame vorm had, dat daarvoor geen behandeling ontwikkeld was en met een levensverwachting van ongeveer zes maanden, ervaarde hij dat als de doodstraf waartegen niets was in te brengen. Hij ging elke discussie over een second opinion en mogelijk alternatieve behandelingen uit de weg en wilde zich alleen nog maar bezighouden met het regelen van zijn begrafenis. Onze dagelijkse discussies veranderde in wekelijkse, de locatie van Hazelnotenstruik naar ziekbed en de onderwerpen van alles wat er in het leven gebeurde, naar alles wat er na de dood zou gebeuren.

Een maand of drie na zijn doodvonnis, vergezelde ik hem op zijn afscheidstournee door het bedrijf waarin hij ruim dertig jaar had gewerkt. Het deed hem zichtbaar pijn te zien dat een ander zijn werk had overgenomen en nog veel meer pijn toen we voor het laatst plaatsnamen op een lege krat op ons vaste stekkie. Terwijl we herinneringen ophaalden en bij allebei de tranen rijkelijk vloeiden, viel er opeens een diepe stilte waarin we tegelijkertijd het piepkleine stekje opmerkte dat zich dapper oprichtte tussen de enorme hoeveelheid gevallen hazelnoten. Voor ik er erg in had trok ik voorzichtig het stekje uit de grond en plantte dat in mijn lege koffiebekertje met de mededeling dat het een plekje in mijn tuin zou krijgen als levende herinnering aan hem...

Nog geen twee maanden na dit gedenkwaardige moment is Kees overleden, hij was slechts 51 jaar en het stekje is inmiddels uitgegroeid tot een flink exemplaar waarvan ik vorig jaar de oogst van negen hazelnoten mocht plukken en die nog altijd in een schaaltje liggen te wachten op de oogst van dit jaar. Hopelijk ben ik volgend jaar fit genoeg om de Alpe d'HuZes te beklimmen, de oogst van de Hazelnoten in mijn rugzak te dragen en die als eerbetoon aan mijn maatje achter te laten op de top van de berg....

en verder.... de foto van Kees op ons vaste stekkie, de hazelnotenstruik die in mijn tuin groeit en het schilderij dat ik maakte vlak na zijn dood ; Kees, in zijn bootje, wegvarend over een zee van vragen met als einddoel, het ultieme antwoord waar geen discussie over mogelijk is.....

P.S. De hazelnotenstruik op ons vertrouwde stekkie is niet meer, op die plek staan nu gigantische oud ijzer containers en het levendige geluid van onze stemmen is nu verruild voor het dode geluid van staal op staal...

De toegevoegde link laat een boodschap horen, die Kees had uitgekozen en gedraaid werd op zijn afscheidsdienst.

http://www.top40.nl/ronan-keating/ronan-keating-if-tomorrow-never-comesā€¦

* Dit blogbericht is geheel of gedeeltelijk te lezen in mijn boek; Ontwortelen.

https://www.kanker.nl/rita1958/blog

12 reacties