Cancer du sein (borstkanker)

De week daarop is nog zwaarder. Het hotel is afgeladen vol en er zijn veel klanten voor het restaurant. Lange dagen voor ons en bijna geen privacy. Dit is hoe we het al 12 jaar doen. Maar nu vind ik het moeilijk om de hele dag met een glimlach op rond te lopen en te doen of alles ok is. Mijn borst is beurs en blauw, mijn hond is dood. We serveren ontbijt aan de hotelgasten, ruimen op, bereiden avondeten voor en rijden in de middag naar de kliniek. De radioloog ontvangt ons in een kantoor. Hij heeft zijn mondkapje voor mij afgedaan, maar ik vang weer alleen maar flarden op van zijn verhaal. Dat het hem spijt, dat het wel te behandelen is. Op een beeldscherm wijst hij naar bepaalde vlekken op een afbeelding vol met vlekken. Mijn man heeft mijn hand vastgepakt. 

De radioloog zegt dat er alleen nog een IRM gemaakt moet worden en dan zal hij zijn rapport doorsturen naar het ziekenhuis van onze keuze. Hij noemt er drie in de stad. Mijn man kiest de eerste die hij noemt, een gespecialiseerd ziekenhuis. De radioloog zegt dat hij de IRM voor morgen laat inplannen. Ik vraag wat een IRM is. Mijn man kijkt mij verbaasd aan, maar de radioloog staat op en neemt me mee naar een deur aan de overkant van de gang. Hij doet hem voor me open en laat me naar binnen kijken. Het is een MRI. Die Fransen draaien altijd alle afkortingen om.