La canicule (de hittegolf)

Ik begrijp dat dit eentonig begint te worden. Mijn eindeloze gebitch over het werk, mijn geliefden, de hitte, het ziekenhuis. Ik word er zelf ook moe van. Het is duidelijk dat ik niet beschikte over de positieve instelling, die zoveel mensen hier wel lijken te hebben. Ik lees met bewondering hoe ze hun diagnose aanvaarden. Hoe ze besluiten er gewoon helemaal voor te gaan, de kanker te lijf. Leven in het nu, accepteren wat niet meer kan en dankbaar voor de hulp en de behandelmogelijkheden.

Helaas, niet voor mij. Schoppend en gillend ben ik naar de eindstreep gesleurd. Ik was er eigenlijk nooit helemaal van overtuigd dat deze behandelingen nodig waren, dat er echt iets bedreigends in mijn borst zat. Rationeel wel, en daarom heb ik mij iedere week weer voor de chemo gemeld. Maar emotioneel voelde de prise en charge (de behandelingen) in het ziekenhuis als een aanranding, een vijandige overname, een invasion of the Body Snatchers. Ik raakte mezelf langzaam kwijt. Dankbaarheid was ver te zoeken.

Ik ben er niet trots op, maar zo heb ik het ervaren. We zijn over de helft. Hier komt er nog een.

Het is zo ongelofelijk heet, de canicule (hittegolf) houdt maar niet op. Ik trek dat normaal gesproken al slecht, maar nu is het helemaal erg. Zeker in een keuken zonder airco in de volle zon waar ook nog eens een gril, 2 ovens, 4 gasbranders en een frituurpan aanstaan. Ik kan geen korte, dunne kleding dragen. In de zon verbrandt mijn bleke chemohuid direct en in de keuken houd ik mezelf ook liever goed bedekt om ongelukken te voorkomen. 

Ik voel me gevangen in de hitte en in het strakke werkschema. Dat kan niet anders, we draaien 40, 50, 60 couverts per dag. Ik doe de planning, de voorraadbeheer en ik kook de gerechten voor de kaart. Ik werk 3 uur, rust 3 uur, werk 3 uur, rust 3 uur. Mijn man, zwager en schoonzus rusten niet, ze doen de rest van de voorbereidingen, de bediening, de schoonmaak, het hotel, de bar, de praatjes met de gasten. Ze werken keihard. Ik houd me zoveel mogelijk uit het zicht. 

Chemodag voelt bijna als een uitje. Ik leun mijn hoofd tegen de koele lederen bekleding van Nassims ge-airco-de Mercedes. We babbelen wat. Hij vraagt, zoals altijd, ook hoe het met mijn man en de zaak gaat.

Ik heb vandaag een afspraak met een verpleegkundig specialist (of is het een specialistische verpleegkundige?). Die zie je in ieder geval niet veel in dit ziekenhuis. Het is hier heel anders georganiseerd. Ze vraagt hoe het mentaal met me gaat. 'Wel ok', zeg ik, 'maar het is erg warm.' 'We hebben het allemaal warm, hè', zegt ze vriendelijk. 

Hahaha!

Chemo 9

8 reacties

Ik vrees dat niemand gemaakt is om anderen invasief in je leven toe te laten. En dat gebeurt zonder dat we weten wat de gevolgen zijn. We kennen er te weinig van, maar hebben nauwelijks keuze. Maar respect voor wat je presteert in jullie zaak, in de hitte.  Je bij momenten wegcijferen, chapeau.

Laatst bewerkt: 16/05/2024 - 20:51

Lieve Niene, ik denk dat je jezelf tekort doet. Jij werkt zoveel meer en harder dan de meeste anderen in een vergelijkbare situatie. Een situatie die afschuwelijk is met een behandeling die logica te boven gaat. Grappig en herkenbaar dat jij je stoort aan de nietszeggende opmerkingen van de gespecialiseerde verpleegkundige. Ach, op onze eigen manier proberen we allemaal het beste ervan te maken. Heel vermakelijk zoals jij het beschrijft. Ik kijk weer uit naar de volgende “aflevering”.

Gr. Houdtje

Laatst bewerkt: 17/05/2024 - 07:52

Dat schoppen en gillen gebeurde me ook hoor, alleen inwendig omdat ik direct de kans kreeg in rustmodus te gaan. Iets wat jou totaal niet gegund is en wat ik nog steeds niet begrijp. Hoe speel je het allemaal klaar? En amai, in die omstandigheden is gillen en schoppen echt wel aangewezen en acceptabel. Ook typisch jij dat je op een rechtstreeks vraag weer ontwijkend antwoordt... was je kans geweest om te zeggen "k**t, ik trek het niet meer". Al snap ik ook wel dat het vertrouwen er misschien niet was, omdat je nooit weet hoe ze daar in het ziekenhuis reageren. (P.S. Bij mij vragen ze letterlijk nooit hoe het mentaal gaat, enkel fysiek).

Laatst bewerkt: 17/05/2024 - 10:56

Ze vragen het niet, Clemence, omdat ze er niets mee kunnen, met je mentale toe tand, denk ik. Ik zie dat toch echt wel als de belangrijkste taak van de patiënt zelf. Zeker niet de makkelijkste en minder in protocollen te vangen dan de fysieke behandeling. Je hebt er bijna een dagtaak aan.

Laatst bewerkt: 21/05/2024 - 12:03