La panique (paniek)
Als we na zessen thuiskomen van de MRI, moeten we direct aan het werk. Le service de dîner (het avondeten), begint om 19:00 uur. Het wordt een chaos.
De restaurantzaal zit vol, ze hebben er zin in. Wij staan met z'n tweeën. Mijn man doet het ontvangst, de drankjes, bestellingen opnemen, serveren, afruimen, vaat bijhouden, afrekenen. Babbelen, geintjes aanhoren. Ik kook. Ik kom erachter dat mijn mise en place (voorbereiding) niet goed is. Ik ben vergeten de tournedos te portioneren, heb onvoldoende bijgerechten gemaakt, de saus is op. De bestellingen blijven maar binnenkomen. Ik moet improviseren. Stress. En dat kan ik nu ff niet zo goed hebben. Het mengt zich met angst voor de kanker en met oud verdriet, om mijn vader, mijn hond. Als ik eenmaal begin te huilen, houdt het niet meer op. Mijn man moet mij troosten en mij helpen om met een beetje tempo, en in de juiste volgorde, borden eten te blijven produceren. We moeten door. We kunnen moeilijk iedereen naar huis sturen omdat de kok een slechte dag heeft.
Tegen half elf is het eindelijk voorbij. Ze hebben gegeten, ze zijn weg. We hebben de vaat niet bij kunnen houden. Er wacht ons nu zeker twee uur werk aan opruimen en afwassen, ontbijt voorbereiden. Ik hang tegen de koelkast aan, uitgeput van het huilen. Mijn man staat in de spoelkeuken, waar de vuile vaat op de vloer staat opgestapeld. Hij zegt 'Ik weet niet wat ik nu met jou moet doen. Ik kan je niet helpen.' Uiteindelijk belt hij Wies, die is gelukkig nog wakker. Hij duwt mij en de hond in de auto, geeft me de sleutels. Ik piep dat ik niet zeker weet of ik het wel ga vinden in het donker. 'Gewoon rijden, ik ruim het hier op', zegt hij. Ik rijd 20 minuten over onverlichte, besneeuwde landweggetjes naar het huis van Wies en René. Ze staat me buiten al op te wachten. Ik moet weer huilen. 'Heb jij eigenlijk al gegeten?', vraagt ze. René schenkt me een enorm glas wijn in. Tegen enen ben ik weer thuis. Getroost, geknuffeld, warm eten in mijn buik. Mijn man zit in de bar een opgewarmde prak van drie dagen geleden naar binnen te schuiven. We gaan naar bed.
Een aantal uren later lig ik weer wakker. Ik krijg geen lucht. Het lukt me niet om diep in te ademen. Op de tast vind ik mijn telefoon. 'Stoppen met hyperventileren', typ ik. Er komt een heel artikel. Hyperventilatie wordt veroorzaakt door het inademen van te veel lucht, niet van te weinig, lees ik. Interessant. Tegen de tijd dat ik het artikel uit heb, is het over.
4 reacties
Ik heb bewondering voor jou . Je moet het toch maar kunnen . Ziek zijn, je hoofd vol kopzorgen en dan een eetgelegenheid runnen.
Hoed af voor jou , Willy
Jeetje wat heftig. Kanker is al een baan op zich!!!
Zojuist heb ik al jouw blogs achter elkaar gelezen. Ik maak een diepe buiging voor jou.
Liefs, Monique
Hoe doen jullie het?? Waw. Dzt het dan af en toe effe misloopt,is zo erg te begrijpen.